Hoofdstuk 5. Microbe

Inleiding en algemene syntaxis

Microbe compileert programma's geschreven in de speciale taal voor PICs, en is een programma dat bij KTechlab hoort. De syntax is ontworpen voor een FlowCode programma. De syntax voor het opstarten van microbe vanaf de commandoregel is:

microbe [options] [input.microbe] [output.asm]

waarbij de opties zijn:

  • --show-source - Voegt elke regel van de Microbe broncode als commentaar toe aan de assembly uitvoer voor de assembly instructies zelf in die regel.

  • --no-optimize - Voorkomt optimalisatie van de uit de broncode gegenereerde instructies. Optimalisatie is normaal gesproken veilig, en daarom wordt deze optie hoofdzakelijk gebruikt bij debugging.

Het .microbe invoer-bestand moet de PIC identificeren door de PIC-naam aan het begin van het .microbe bestand te plaatsen; bijv. de naam van een PIC16F84 is "P16F84".

Voorbeeld 5.1. Eenvoudig compleet Microbe programma

P16F84

a = 0
repeat
{
        PORTA = a
        a = a + 1
}
until a == 5

end


Naamconventies

De volgende regels zijn van toepassing op namen van variabelen en labels:

  • Ze kunnen alleen alfanumerieke tekens [a..z][A..Z][0..9] bevatten en de underscore "_".

  • Ze zijn hoofdlettergevoelig.

  • Ze mogen niet met een cijfer beginnen.

  • Ze zouden niet mogen beginnen met __ (dubbele underscore), omdat dit gereserveerd wordt voor gebruik door de compiler.

Conventies voor haakjes

Accolades, {}, geven de start en het eind van een code block aan. U kunt ze overal voor de start en achter het eind van een code block plaatsen. Voorbeelden van acceptabele code blocks:

statement1 {
        enige code
}

statement2 {
        andere code }

statement3
{
        andere code
}

statement5 {
        codeblok
} statement6

Commentaar

Commentaar plaatsten gaat zoals bij C. // maakt van de rest van de regel commentaar. /* en */ geeft een meerregelige commentaar aan.

// dit is een commentaar
x = 2 
/* En dit is
meerregelig commentaar */

Programma structuur

U moet de PIC id aan het begin van het programma toevoegen. Het eind van het hoofdprogramma geeft u aan met end. Subroutines moet u achter end plaatsen.

Subroutines

U kunt van elke plaats in de code een subroutine aanroepen. Syntax:

sub SubName
{
        // Code...
}

De subroutine roept u aan met call SubName.