U kunt één enkele cel of een rechthoekig gebied van cellen op een werkblad selecteren. De geselecteerde cellen worden weergegeven met een dikke zwarte rand eromheen.
U kunt een enkele cel op één van de volgende manieren selecteren
Klik erop met de
muisknopVoer de celverwijzing in (bijvoorbeeld
B5
) in het tekstvak links in de Celbewerker en druk op Enter.Kies → op de menubalk.
U kunt ook in het werkblad navigeren met de pijl-toetsen. Als u op Enter drukt, wordt de celcursor één cel omhoog, omlaag, naar links of naar rechts verplaatst, afhankelijk van de instelling in de pagina voor de Interface in de instellingendialoog van Calligra Sheets.
Als u de Shift-toets ingedrukt houdt terwijl u de pijltoetsen gebruikt, wordt de celcursor naar het begin of eind van het blok cellen dat gegevens bevat verplaatst.
Om een gebied van aaneengesloten cellen te selecteren sleept u met de muis terwijl u de B7:C14
) in het tekstvak links in de Celbewerker typen en daarna op Enter drukken, of → op de menubalk kiezen.
U kunt ook een celbereik selecteren door eerst de cel in één hoek van het bereik te selecteren, de Shift-toets in te drukken en met de muisknop de cel in de hoek er diagonaal tegenover te klikken.
Om een aantal niet-aaneengesloten cellen te selecteren klikt u op de eerste cel, houd dan de Ctrl-ingedrukt en klik op de volgende cellen.
Om een gehele rij of kolom te selecteren klikt u met de
muisknop op de rijkop (het rijnummer) of op de kolomkop (de kolomletter). Om aangrenzende rijen of kolommen te selecteren sleept u de muis over de gewenste rijnummers of kolomletters terwijl u de muisknop ingedrukt houdt.Om niet aaneengesloten rijen of kolommen met cellen te selecteren klikt u op het eerste rijnummer of op de eerste kolomletter, en houdt u daarna de Ctrl-toets ingedrukt terwijl u de andere rijen of kolommen met cellen selecteert.