Inhoudsopgave
Calligra Sheets heeft een enorm aantal ingebouwde wiskundige functies die in een formulecel kunnen worden gebruikt.
In dit hoofdstuk staat een kort overzicht van alle ondersteunde functies in de volgende groepen:
Bitbewerkingen |
Conversie |
Database |
Datum & Tijd |
Techniek |
Financiëel |
Informatie |
Logisch |
Opzoeken & Verwijzen |
Wiskunde |
Statistiek |
Tekst |
Goniometrie |
De functie BITAND() doet een bit voor bit AND-bewerking op de twee parameters, die gehele getallen moeten zijn.
- Syntaxis
BITAND(waarde; waarde)
- Parameters
- Commentaar: Eerste getalType: Geheel getal (zoals 1; 132; 2344)Commentaar: Tweede getalType: Geheel getal (zoals 1; 132; 2344)
- Voorbeelden
BITAND(12;10) geeft 8 terug (omdat decimaal 12 binair 1100 is en decimaal 10 is binair 1010; 1100 AND 1010 is 1000, en dat is het decimale getal 8).
- Gerelateerde functies
BITOR BITXOR
De functie BITLSHIFT()-functie schuift de bits van de eerste parameter een aantal posities naar links. Het aantal bits naar links wordt met de tweede parameter gegeven. Merk op dat als dit aantal negatief is, dit een verschuiving naar rechts betekent.
- Syntaxis
BITLSHIFT(waarde; aantal)
- Parameters
- Commentaar: Eerste getalType: Geheel getal (zoals 1; 132; 2344)Commentaar: Hoeveel bits naar links te schuivenType: Geheel getal (zoals 1; 132; 2344)
- Gerelateerde functies
BITLSHIFT
De functie BITOR() doet een OR-bewerking op de bits van de twee gehele parameters.
- Syntaxis
BITOR(waarde; waarde)
- Parameters
- Commentaar: Eerste getalType: Geheel getal (zoals 1; 132; 2344)Commentaar: Tweede getalType: Geheel getal (zoals 1; 132; 2344)
- Voorbeelden
BITOR(12;10) retourneert 14 (omdat decimaal 12 binair 1100 is. en decimaal 10 is binair 1010; 1100 OR 1010 is 1110, dit is het gehele decimale getal 14).
- Gerelateerde functies
BITAND BITXOR
De functie BITRSHIFT()-functie schuift de bits van de eerste parameter een aantal posities naar rechts. Het aantal bits naar links wordt met de tweede parameter gegeven. Merk op dat als dit aantal negatief is, dit een verschuiving naar links betekent.
- Syntaxis
BITRSHIFT(waarde; aantal)
- Parameters
- Commentaar: Eerste getalType: Geheel getal (zoals 1; 132; 2344)Commentaar: Hoeveel bits naar rechts te schuivenType: Geheel getal (zoals 1; 132; 2344)
- Gerelateerde functies
BITLSHIFT
De functie BITXOR() doet een exclusieve OR-bewerking op de bits van de twee gehele parameters.
- Syntaxis
BITXOR(waarde; waarde)
- Parameters
- Commentaar: Eerste getalType: Geheel getal (zoals 1; 132; 2344)Commentaar: Tweede getalType: Geheel getal (zoals 1; 132; 2344)
- Voorbeelden
BITXOR(12;10) geeft 6 terug (omdat decimaal 12 binair 1100 is en decimaal 10 is binair 1010; 1100 XOR 1010 is 0110, is decimaal 6).
- Gerelateerde functies
BITAND BITOR
De functie ARABIC() zet een Romeins telwoord om in een getal.
- Syntaxis
ARABIC(Romeins getal)
- Parameters
- Commentaar: TelwoordType: Tekst
- Voorbeelden
ARABIC("IV") geeft 4 terug
- Voorbeelden
ARABIC("XCIX") geeft 99 terug
- Gerelateerde functies
ROMAN
De functie ASCIITOCHAR() geeft het karakter terug die behoort bij een opgegeven ASCII-code
- Syntaxis
ASCIITOCHAR(waarde)
- Parameters
- Commentaar: De te converteren ASCII-waardenType: Geheel getal (zoals 1; 132; 2344)
- Voorbeelden
ASCIITOCHAR(118) geeft "v" terug
- Voorbeelden
ASCIITOCHAR(75; 68; 69) geeft "KDE" terug
De functie BOOL2INT() geeft een hele waarde terug voor een opgegeven Booleaanse waarde. Deze methode is bedoeld voor het gebruik van een Booleaanse waarde in methoden die een geheel getal nodig hebben.
- Syntaxis
BOOL2INT(waarde)
- Parameters
- Commentaar: Te converteren Booleaanse waardeType: Een Booleaanse waarde (True of False (Waar of Onwaar))
- Voorbeelden
BOOL2INT(Waar) geeft 1 terug
- Voorbeelden
BOOL2INT(Onwaar) geeft 0 terug
- Gerelateerde functies
INT2BOOL
De functie BOOL2STRING () converteert een Booleaanse waarde naar een tekenreeks. Deze methode is bedoeld voor het gebruik van een Booleaanse waarde in methoden die een tekenreeks nodig hebben
- Syntaxis
BOOL2STRING(waarde)
- Parameters
- Commentaar: Te converteren Booleaanse waardeType: Een Booleaanse waarde (True of False (Waar of Onwaar))
- Voorbeelden
BOOL2STRING(Waar) geeft "Waar" terug
- Voorbeelden
BOOL2STRING(Onwaar) geeft "Onwaar" terug
- Voorbeelden
upper(BOOL2STRING(find("ana";"banaan"))) geeft Waar terug
De functie CARX() geeft de x-coördinaat terug van een punt in het platte vlak gegeven in poolcoördinaten.
De functie CARY() geeft de y-coördinaat terug van een punt in het platte vlak gegeven in poolcoördinaten.
De functie CHARTOASCII() geeft de ASCII-code terug van het opgegeven karakter.
- Syntaxis
CHARTOASCII(waarde)
- Parameters
- Commentaar: Een te converteren tekenreeks van één karakterType: Tekst
- Voorbeelden
CHARTOASCII("v") geeft 118 terug
- Voorbeelden
CHARTOASCII(r) is fout. Een karakter moet tussen aanhalingstekens staan.
De functie DECSEX() converteert een getal met het type "double" naar een tijdwaarde.
- Syntaxis
DECSEX(double)
- Parameters
- Commentaar: WaardeType: Double
- Voorbeelden
DECSEX(1.6668) returns 1:40
- Voorbeelden
DECSEX(7.8) geeft 7:48 terug
De functie INT2BOOL() geeft een Booleaanse waarde terug voor een opgegeven geheel getal. Deze methode is bedoeld voor het gebruik van een geheel getal in methoden die een Booleaanse waarde vragen. De functie accepteert alleen 0 of 1. Als er een andere waarde wordt gegeven, dan wordt 'Onwaar' teruggegeven.
- Syntaxis
INT2BOOL(waarde)
- Parameters
- Commentaar: Te converteren geheel getalType: Geheel getal (zoals 1; 132; 2344)
- Voorbeelden
INT2BOOL(1) geeft Waar terug
- Voorbeelden
INT2BOOL(0) geeft Onwaar terug
- Voorbeelden
OR(INT2BOOL(1); Onwaar) geeft Waar terug
- Gerelateerde functies
BOOL2INT
De functie NUM2STRING() geeft een tekenreekswaarde terug voor een opgegeven getal. Merk op dat Calligra Sheets getallen automatisch kan omzetten naar tekenreeksen indien dit nodig is, waardoor deze functie zelden nodig zal zijn.
- Syntaxis
NUM2STRING(waarde)
- Parameters
- Commentaar: In tekenreeks om te zetten getalType: Een decimale breuk (floating point) (zoals 1.3, 0.343, 253)
- Voorbeelden
NUM2STRING(10) geeft "10" terug
- Voorbeelden
NUM2STRING(2.05) geeft "2.05" terug
- Voorbeelden
=find("101";NUM2STRING(A1)) (waarin A1 = 2.010102) geeft Waar terug
- Gerelateerde functies
STRING
De functie POLA() geeft de hoek (in radialen, met de positieve X-as) terug die behoort bij de positie van een punt in een rechthoekig coördinatenstelsel.
De functie POLR() geeft de straal (dus: de afstand tot de oorsprong) terug die behoort bij de positie van een punt in een rechthoekig coördinatenstelsel.
De functie ROMAN() geeft een getal terug als Romeins getal. Alleen positieve gehele getallen worden geconverteerd. Het optionele formaatargument geeft de mate van compactheid op en heeft de standaardwaarde 0.
- Syntaxis
ROMAN(getal)
- Parameters
- Commentaar: GetalType: Geheel getal (zoals 1; 132; 2344)Commentaar: OpmaakType: Geheel getal (zoals 1; 132; 2344)
- Voorbeelden
ROMAN(99) geeft "XCIX" terug
- Voorbeelden
ROMAN(-55) geeft "Err" terug
- Gerelateerde functies
ARABIC
De functie SEXDEC() geeft een decimale waarde terug. U kunt ook een tijdwaarde opgeven.
- Syntaxis
SEXDEC(tijdwaarde) of SEXDEC(uren;minuten;seconden)
- Parameters
- Commentaar: UrenType: Geheel getal (zoals 1; 132; 2344)Commentaar: MinutenType: Geheel getal (zoals 1; 132; 2344)Commentaar: SecondenType: Geheel getal (zoals 1; 132; 2344)
- Voorbeelden
SEXDEC(1;5;7) returns 1.0852778
- Voorbeelden
DECSEX("8:05") geeft 8.08333333 terug
De functie STRING() geeft een tekenreekswaarde terug voor een opgegeven getal. Het is dezelfde functie als NUM2STRING().
- Syntaxis
- Parameters
- Commentaar: In tekenreeks om te zetten getalType: Een decimale breuk (floating point) (zoals 1.3, 0.343, 253)
- Gerelateerde functies
NUM2STRING
Berekent het gemiddelde in een kolom met gegevens, die voldoen aan een aantal voorwaarden voor de getallen hierin
- Syntaxis
DAVERAGE(gegevens; "kop"; voorwaarden)
- Parameters
- Commentaar: Celbereik gegevensType: Een bereik (range) van tekenreeksenCommentaar: Tekenreeks die de kolom met gegevens kenmerktType: TekstCommentaar: Bereik voor de voorwaardenType: Een bereik (range) van tekenreeksen
- Voorbeelden
DAVERAGE(A1:C5; "Salaris"; A9:A11)
Telt het aantal cellen die numerieke waarden bevatten in een kolom met gegevens, die voldoen aan een aantal voorwaarden.
- Syntaxis
DCOUNT(gegevens; "kop"; voorwaarden)
- Parameters
- Commentaar: Celbereik gegevensType: Een bereik (range) van tekenreeksenCommentaar: Tekenreeks die de kolom met gegevens kenmerktType: TekstCommentaar: Bereik voor de voorwaardenType: Een bereik (range) van tekenreeksen
- Voorbeelden
DCOUNT(A1:C5; "salaris"; A9:A11)
- Gerelateerde functies
DCOUNTA
Telt het aantal cellen die numerieke of alfanumerieke waarden bevatten in een kolom met gegevens, die voldoen aan een aantal voorwaarden.
- Syntaxis
DCOUNTA(gegevens; "kop"; voorwaarden)
- Parameters
- Commentaar: Celbereik gegevensType: Een bereik (range) van tekenreeksenCommentaar: Tekenreeks die de kolom met gegevens kenmerktType: TekstCommentaar: Bereik voor de voorwaardenType: Een bereik (range) van tekenreeksen
- Voorbeelden
DCOUNTA(A1:C5; "salaris"; A9:A11)
- Gerelateerde functies
DCOUNT
Geeft een enkele waarde terug uit een kolom van gegevens, die voldoen aan een aantal voorwaarden. Deze functie geeft een foutmelding als er geen waarde, of meer dan een waarde wordt aanwezig is.
- Syntaxis
DGET(gegevens; "kop"; voorwaarden)
- Parameters
- Commentaar: Celbereik gegevensType: Een bereik (range) van tekenreeksenCommentaar: Tekenreeks die de kolom met gegevens kenmerktType: TekstCommentaar: Bereik voor de voorwaardenType: Een bereik (range) van tekenreeksen
- Voorbeelden
DGET(A1:C5; "salaris"; A9:A11)
Geeft het grootste getal terug in een kolom met gegevens, die voldoen aan een aantal voorwaarden.
- Syntaxis
DMAX(gegevens; "kop"; voorwaarden)
- Parameters
- Commentaar: Celbereik gegevensType: Een bereik (range) van tekenreeksenCommentaar: Tekenreeks die de kolom met gegevens kenmerktType: TekstCommentaar: Bereik voor de voorwaardenType: Een bereik (range) van tekenreeksen
- Voorbeelden
DMAX(A1:C5; "salaris"; A9:A11)
- Gerelateerde functies
DMIN
Geeft het kleinste getal terug in een kolom met gegevens, die voldoen aan een aantal voorwaarden.
- Syntaxis
DMIN(gegevens; "kop"; voorwaarden)
- Parameters
- Commentaar: Celbereik gegevensType: Een bereik (range) van tekenreeksenCommentaar: Tekenreeks die de kolom met gegevens kenmerktType: TekstCommentaar: Bereik voor de voorwaardenType: Een bereik (range) van tekenreeksen
- Voorbeelden
DMIN(A1:C5; "salaris"; A9:A11)
- Gerelateerde functies
DMAX
Geeft het product terug van alle numerieke waarden in een kolom van een gegevensbank (database), die voldoen aan een aantal voorwaarden.
- Syntaxis
DPRODUCT(gegevens; "kop"; voorwaarden)
- Parameters
- Commentaar: Celbereik gegevensType: Een bereik (range) van tekenreeksenCommentaar: Tekenreeks die de kolom met gegevens kenmerktType: TekstCommentaar: Bereik voor de voorwaardenType: Een bereik (range) van tekenreeksen
- Voorbeelden
DPRODUCT(A1:C5; "salaris"; A9:A11)
Geeft de geschatte standaard deviatie terug van een populatie, gebaseerd op een steekproef, gebruikmakend van alle numerieke waarden in een kolom met gegevens, die voldoen aan een aantal voorwaarden.
- Syntaxis
DSTDEV(gegevens; "kop"; voorwaarden)
- Parameters
- Commentaar: Celbereik gegevensType: Een bereik (range) van tekenreeksenCommentaar: Tekenreeks die de kolom met gegevens kenmerktType: TekstCommentaar: Bereik voor de voorwaardenType: Een bereik (range) van tekenreeksen
- Voorbeelden
DSTDEV(A1:C5; "salaris"; A9:A11)
- Gerelateerde functies
DSTDEVP
Geeft de standaard deviatie terug van een populatie, gebaseerd op de gehele populatie, gebruikmakend van alle numerieke waarden in een kolom met gegevens, die voldoen aan een aantal voorwaarden.
- Syntaxis
DSTDEVP(gegevens; "kop"; voorwaarden)
- Parameters
- Commentaar: Celbereik gegevensType: Een bereik (range) van tekenreeksenCommentaar: Tekenreeks die de kolom met gegevens kenmerktType: TekstCommentaar: Bereik voor de voorwaardenType: Een bereik (range) van tekenreeksen
- Voorbeelden
DSTDEVP(A1:C5; "salaris"; A9:A11)
- Gerelateerde functies
DSTDEV
Telt alle getallen op in een kolom met gegevens, die voldoen aan een aantal voorwaarden.
- Syntaxis
DSUM(gegevens; "kop"; voorwaarden)
- Parameters
- Commentaar: Celbereik gegevensType: Een bereik (range) van tekenreeksenCommentaar: Tekenreeks die de kolom met gegevens kenmerktType: TekstCommentaar: Bereik voor de voorwaardenType: Een bereik (range) van tekenreeksen
- Voorbeelden
DSUM(A1:C5; "Salaris"; A9:A11)
Geeft de geschatte variantie terug van een populatie, gebaseerd op een steekproef, gebruikmakend van alle numerieke waarden in een kolom met gegevens, die voldoen aan een aantal voorwaarden.
- Syntaxis
DVAR(gegevens; "kop"; voorwaarden)
- Parameters
- Commentaar: Celbereik gegevensType: Een bereik (range) van tekenreeksenCommentaar: Tekenreeks die de kolom met gegevens kenmerktType: TekstCommentaar: Bereik voor de voorwaardenType: Een bereik (range) van tekenreeksen
- Voorbeelden
DVAR(A1:C5; "salaris"; A9:A11)
- Gerelateerde functies
DVARP
Geeft de variantie terug van een populatie, gebaseerd de gehele populatie, gebruikmakend van alle numerieke waarden in een kolom met gegevens, die voldoen aan een aantal voorwaarden.
- Syntaxis
DVARP(gegevens; "kop"; voorwaarden)
- Parameters
- Commentaar: Celbereik gegevensType: Een bereik (range) van tekenreeksenCommentaar: Tekenreeks die de kolom met gegevens kenmerktType: TekstCommentaar: Bereik voor de voorwaardenType: Een bereik (range) van tekenreeksen
- Voorbeelden
DVARP(A1:C5; "salaris"; A9:A11)
- Gerelateerde functies
DVAR
De functie CURRENTDATE() geeft de huidige datum terug. Deze functie is gelijk aan de functie TODAY().
- Syntaxis
CURRENTDATE()
- Parameters
- Voorbeelden
CURRENTDATE() geeft de huidige datum terug, opgemaakt volgens uw lokale instellingen
- Gerelateerde functies
CURRENTTIME TODAY
De functie CURRENTDATETIME() geeft de huidige datum en tijd terug.
- Syntaxis
CURRENTDATETIME()
- Parameters
- Voorbeelden
CURRENTDATETIME() geeft de huidige datum en tijd terug, opgemaakt volgens uw lokale instellingen
De functie CURRENTTIME() geeft de huidige tijd terug, opgemaakt volgens uw lokale instellingen.
- Syntaxis
CURRENTTIME()
- Parameters
- Voorbeelden
CURRENTTIME() geeft bijvoorbeeld "19:12:01" terug
De functie DATE() geeft de datum terug, de opmaak is volgens de lokale instellingen.
- Syntaxis
DATE(jaar;maand;dag)
- Parameters
- Commentaar: JaarType: Geheel getal (zoals 1; 132; 2344)Commentaar: MaandType: Geheel getal (zoals 1; 132; 2344)Commentaar: DagType: Geheel getal (zoals 1; 132; 2344)
- Voorbeelden
DATE(2000;5;5) geeft vrijdag 05 mei 2000 terug
De functie DATE2UNIX() converteert datum en tijd naar unixtijd.
De unixtijd is het aantal seconden dat verlopen is sinds middernacht van 1 januari 1970.
- Syntaxis
DATE2UNIX(datum)
- Parameters
- Commentaar: DatumType: Tekst
- Voorbeelden
DATE2UNIX("01:01:2000") geeft 946,681.200 terug
De functie DATEDIF() geeft het verschil terug tussen twee data.
Het interval moet een van de volgende zijn: "m": maanden; "d": dagen; "y": gehele jaren; "ym": maanden zonder jaren; "yd": dagen zonder jaren; "md": dagen zonder maanden en jaren
- Syntaxis
DATEDIF(eerste datum; tweede datum; interval)
- Parameters
- Commentaar: Eerste datumType: TekstCommentaar: Tweede datumType: TekstCommentaar: intervalType: Tekst
- Voorbeelden
DATEDIF(A1;A2;"d"), met in A1 "01:01:1995" en in A2 "15:06:1999", geeft het aantal dagen 1626 terug
- Voorbeelden
DATEDIF(A1;A2;"m"). met in A1 "1 januari 1995" en in A2 "15 juni 1999". geeft het aantal maanden 53 terug
De functie DATEVALUE() geeft het aantal dagen terug dat is verstreken sinds 31 december 1899.
- Syntaxis
DATEVALUE(datum)
- Parameters
- Commentaar: DatumType: Tekst
- Voorbeelden
DATEVALUE("22-2-2002") geeft 37309 terug
- Gerelateerde functies
TIMEVALUE
De functie DAY() geeft de dag in een datum terug. Als er geen parameter is opgegeven is dat de actuele dag.
De functie DAYNAME() geeft de naam terug van de weekdag (1..7). In sommige landen is maandag de eerste dag van de week, terwijl in andere landen zondag de eerste dag van de week is.
- Syntaxis
DAYNAME(weekdag)
- Parameters
- Commentaar: Dagnummer in de week (1..7)Type: Geheel getal (zoals 1; 132; 2344)
- Voorbeelden
DAYNAME(1) geeft maandag (als de week begint op maandag)
- Gerelateerde functies
WEEKDAY
De functie DAYOFYEAR() geeft het nummer terug van de dag in het jaar (1...365).
- Syntaxis
DAYOFYEAR(jaar;maand;dag)
- Parameters
- Commentaar: JaarType: Geheel getal (zoals 1; 132; 2344)Commentaar: MaandType: Geheel getal (zoals 1; 132; 2344)Commentaar: DagType: Geheel getal (zoals 1; 132; 2344)
- Voorbeelden
DAYOFYEAR(2000;12;1) geeft 336 terug
- Voorbeelden
DAYOFYEAR(2000;2;29) geeft 60 terug
De functie DAYS() berekent het verschil tussen twee data in dagen.
- Syntaxis
DAYS(datum2; datum1)
- Parameters
- Commentaar: Eerste (eerdere) datumType: TekstCommentaar: Tweede datumType: Tekst
- Voorbeelden
DAYS("2002-02-22"; "2002-02-26") geeft 4 terug
De functie DAYS360() geeft het aantal dagen terug van datum1 tot datum2. Hierbij wordt gebruik gemaakt van een kalender van 360 dagen, waarbij er van uit wordt gegaan dat elke maand 30 dagen heeft. Als de methode Onwaar is (de standaard), dan wordt de Amerikaanse berekeningsmethode gebruikt, is de methode Waar, dan wordt de Europese berekeningsmethode gebruikt.
De functie DAYSINMONTH() geeft het aantal dagen terug in opgegeven jaar en maand.
- Syntaxis
DAYSINMONTH(jaar;maand)
- Parameters
- Commentaar: JaarType: Geheel getal (zoals 1; 132; 2344)Commentaar: MaandType: Geheel getal (zoals 1; 132; 2344)
- Voorbeelden
DAYSINMONTH(2000;2) geeft 29 terug
De functie DAYSINYEAR() geeft het aantal dagen terug in het opgegeven jaar.
- Syntaxis
DAYSINYEAR(jaar)
- Parameters
- Commentaar: JaarType: Geheel getal (zoals 1; 132; 2344)
- Voorbeelden
DAYSINYEAR(2000) geeft 366 terug
De functie EASTERSUNDAY() geeft de datum terug waarop in het opgegeven jaar Paaszondag valt.
- Syntaxis
EASTERSUNDAY(jaar)
- Parameters
- Commentaar: JaarType: Geheel getal (zoals 1; 132; 2344)
- Voorbeelden
EASTERSUNDAY(2003) geeft "20 april 2003" terug
De functie EDATE() geeft de datum terug, een aantal maanden voor of na een opgegeven datum.
De functie EOMONTH() geeft de laatste dag in een maand terug, bepaald door een datum en het aantal maanden daarna of ervoor.
- Syntaxis
EOMONTH(datum; maanden)
- Parameters
- Commentaar: DatumType: TekstCommentaar: MaandenType: Geheel getal (zoals 1; 132; 2344)
- Voorbeelden
EOMONTH("22-2-2002"; 3) geeft "31-5-2002" terug
- Voorbeelden
EOMONTH("12-3-2002"; -1) geeft "28-2-2002" terug
- Voorbeelden
EOMONTH("12-3-2002"; 0) geeft "31-3-2002" terug
- Gerelateerde functies
EDATE MONTH
De functie HOUR() geeft het uur van een tijdstip terug. Als er geen parameter is opgegeven, dan is dat het actuele uur.
De functie HOURS() geeft het aantal uren terug in een expressie voor de tijd.
- Syntaxis
HOURS(tijd)
- Parameters
- Commentaar: TijdType: Tekst
- Voorbeelden
HOURS("10:5:2") geeft 10 terug
De functie ISLEAPYEAR() geeft 'Waar' terug als het opgegeven jaar een schrikkeljaar is.
- Syntaxis
ISLEAPYEAR(jaar)
- Parameters
- Commentaar: JaarType: Geheel getal (zoals 1; 132; 2344)
- Voorbeelden
ISLEAPYEAR(2000) geeft Waar
De functie ISOWEEKNUM() geeft het weeknummer terug waarin de opgegeven datum valt. Opmerking: deze functie volgt de ISO8601-standaard: een week begint op een maandag, en eindigt op een zondag. De eerste week van een jaar is de week waarin de eerste donderdag van dat jaar valt.
- Syntaxis
ISOWEEKNUM(datum)
- Parameters
- Commentaar: DatumType: Tekst
- Voorbeelden
ISOWEEKNUM(A1) geeft 51 terug als A1 "21 december" bevat.
- Gerelateerde functies
WEEKNUM
De functie MINUTE() geeft de minuten van een tijdstip terug. Als er geen parameter wordt opgegeven is dat het actuele aantal minuten.
De functie MINUTES() geeft het aantal minuten terug in een expressie voor de tijd.
- Syntaxis
MINUTES(tijd)
- Parameters
- Commentaar: TijdType: Tekst
- Voorbeelden
MINUTES("10:5:2") geeft 5 terug
De functie MONTH() geeft de maand in een datum terug. Als er geen parameter wordt opgegeven is dat de actuele maand.
De functie MONTHNAME() geeft de naam terug van de maand (1..12).
- Syntaxis
MONTHNAME(getal)
- Parameters
- Commentaar: Nummer van de maand (1..12)Type: Geheel getal (zoals 1; 132; 2344)
- Voorbeelden
MONTHNAME(5) geeft mei terug
De functie MONTHS() berekent het verschil tussen twee data in maanden. De derde parameter geeft de berekeningsmethode weer: als de methode 0 is, dan geeft MONTHS() het grootst mogelijke aantal maanden terug tussen deze dagen. Als de methode 1 is, dan geeft de functie alleen het aantal gehele maanden tussen deze dagen.
- Syntaxis
MONTHS(datum2; datum1; methode)
- Parameters
- Commentaar: Eerste (eerdere) datumType: TekstCommentaar: Tweede datumType: TekstCommentaar: BerekeningsmethodeType: Geheel getal (zoals 1; 132; 2344)
- Voorbeelden
MONTHS("2002-01-18"; "2002-02-26"; 0) geeft 1 terug, omdat er 1 maand en 8 dagen tussen deze data zijn
- Voorbeelden
MONTHS("2002-01-19"; "2002-02-26"; 1) geeft 0, omdat er geen hele maand tussen deze data is, gerekend vanaf de eerste dag van de maand
De functie NETWORKDAY() geeft het aantal werkdagen terug tussen de startdatum en de einddatum.
Vrije_dagen moet een van de volgende zijn: aantal = dagen die bijgeteld moeten worden, een enkele datum of een reeks van dagen.
- Syntaxis
NETWORKDAY(startdatum; einddatum; vrije_dagen)
- Parameters
- Commentaar: StartdatumType: TekstCommentaar: EinddatumType: TekstCommentaar: Vrije dagenType: Tekst
- Voorbeelden
NETWORKDAY("01:01:2001";"08:01:2001") geeft 5 werkdagen terug
- Voorbeelden
NETWORKDAY("01:01:2001";"08:01:2001";2) geeft 3 werkdagen terug
De functie NOW() geeft de huidige datum en tijd terug. Deze functie is gelijk aan CURRENTDATETIME() en is toegevoegd voor de compatibiliteit met andere toepassingen.
- Syntaxis
NOW()
- Parameters
- Voorbeelden
NOW() geeft de huidige datum en tijd terug, opgemaakt volgens uw lokale instellingen
- Gerelateerde functies
CURRENTTIME TODAY
De functie SECOND() geeft de seconden in een tijdstip terug. Als er geen parameter wordt opgegeven is dat het actuele aantal seconden.
De functie SECONDS() geeft het aantal seconden terug in een expressie voor de tijd.
- Syntaxis
SECONDS(tijd)
- Parameters
- Commentaar: TijdType: Tekst
- Voorbeelden
SECONDS("10:5:2") geeft 2 terug
De functie TIME() geeft de tijd terug, de opmaak is volgens de lokale instellingen.
- Syntaxis
TIME(uren;minuten;seconden)
- Parameters
- Commentaar: UrenType: Geheel getal (zoals 1; 132; 2344)Commentaar: MinutenType: Geheel getal (zoals 1; 132; 2344)Commentaar: SecondenType: Geheel getal (zoals 1; 132; 2344)
- Voorbeelden
TIME(10;2;2) geeft 10:02:02 terug
- Voorbeelden
TIME(10;70;0) geeft 11:10:0 terug
- Voorbeelden
TIME(10;-40;0) geeft 9:20:0 terug
De functie TIMEVALUE() geeft een getal (tussen 0 en 1) terug voor het tijdstip van de dag.
- Syntaxis
TIMEVALUE(tijd)
- Parameters
- Commentaar: TijdType: Tekst
- Voorbeelden
TIMEVALUE("10:05:02") geeft 0.42 terug
- Gerelateerde functies
DATEVALUE
De functie TODAY() geeft de huidige datum terug.
- Syntaxis
TODAY()
- Parameters
- Voorbeelden
TODAY() geeft de huidige datum terug, opgemaakt volgens uw lokale instellingen
- Gerelateerde functies
CURRENTTIME NOW
De functie UNIX2DATE() converteert unixtijd naar een datum en tijd.
De unixtijd is het aantal seconden dat verlopen is sinds middernacht van 1 januari 1970.
- Syntaxis
UNIX2DATE(unixtijd)
- Parameters
- Commentaar: UnixtijdType: Geheel getal (zoals 1; 132; 2344)
- Voorbeelden
UNIX2DATE(0) geeft "1970:01:01" terug
De functie WEEKDAY() geeft de weekdag terug bij een opgegeven datum. Als de methode 1 is (standaard). dan geeft WEEKDAY() 1 terug voor zondag, 2 voor maandag.... Als de methode 2 is, dan is maandag 1, dinsdag 2.... En is de methode 3, dan geeft WEEKDAY() 0 terug voor maandag, 1 voor dinsdag. ...
- Syntaxis
WEEKDAY(datum; methode)
- Parameters
- Commentaar: DatumType: TekstCommentaar: Methode (optioneel)Type: Geheel getal (zoals 1; 132; 2344)
- Voorbeelden
WEEKDAY("2011-04-11"; 2) geeft 1 terug
- Gerelateerde functies
DAYNAME
De functie WEEKNUM() geeft het weeknummer terug waarin de datum valt, maar niet volgens de ISO-standaard.
- Syntaxis
WEEKNUM(datum; methode)
- Parameters
- Commentaar: DatumType: TekstCommentaar: Methode (optioneel)Type: Geheel getal (zoals 1; 132; 2344)
- Voorbeelden
WEEKNUM(A1; 1) geeft 11 terug als A1 "9 maart 2008" bevat. Weeknummer in het jaar waarbij een week op zondag begint (1, dit de standaard als methode ontbreekt.)
- Voorbeelden
WEEKNUM(A1; 2) geeft 10 terug als A1 "9 maart 2008" bevat. Weeknummer in het jaar waarbij een week op maandag begint (2)
- Gerelateerde functies
ISOWEEKNUM
De functie WEEKS() berekent het verschil tussen de twee data in weken. De derde parameter bepaalt de berekeningsmethode. Als de methode 0 is, dan geeft WEEKS() het grootst mogelijke aantal weken terug tussen deze dagen. Als de methode 1 is, dan geeft het alleen het aantal gehele weken terug tussen deze dagen.
- Syntaxis
WEEKS(datum2; datum1; methode)
- Parameters
- Commentaar: Eerste (eerdere) datumType: TekstCommentaar: Tweede datumType: TekstCommentaar: BerekeningsmethodeType: Geheel getal (zoals 1; 132; 2344)
- Voorbeelden
WEEKS("2002-02-18"; "2002-02-26"; 0) geeft 1 terug, omdat er 1 week en 1 dag tussen deze twee data zijn
- Voorbeelden
WEEKS("2002-19-02"; "2002-19-02"; 1) geeft 0 terug, omdat er geen hele week tussen deze data is, beschouwd vanaf de eerste dag van de week (afhankelijk van uw lokale instellingen is dat zondag of maandag)
De functie WEEKSINYEAR() geeft het aantal weken terug in het opgegeven jaar.
- Syntaxis
WEEKSINYEAR(jaar)
- Parameters
- Commentaar: JaarType: Geheel getal (zoals 1; 132; 2344)
- Voorbeelden
WEEKSINYEAR(2000) geeft 52 terug
De functie WORKDAY() geeft de datum terug, werkdagen na de startdatum.
Vrije_dagen moet een van de volgende zijn: aantal = dagen die bijgeteld moeten worden, een enkele datum of een reeks van dagen.
- Syntaxis
WORKDAY(startdatum; dagen; vrije_dagen)
- Parameters
- Commentaar: StartdatumType: TekstCommentaar: WerkdagenType: Geheel getal (zoals 1; 132; 2344)Commentaar: Vrije dagenType: Tekst
- Voorbeelden
Indien B9 is "01:01:2001", D3 is "03:01:2001", D4 is "04:01:2003" geeft WORKDAY(B9;2;D3:D4) "Vrij 5 Jan 2001" terug
De functie YEAR() geeft het jaartal van een datum terug. Als er geen parameter wordt opgegeven is dat het actuele jaar.
De functie YEARFRAC() geeft het aantal volle dagen terug tussen de startdatum en de einddatum volgens de basis.
De basis moet een van de volgende zijn: 0 = 30/360 US, 1 = Actueel/actueel, 2 = Actueel/360, 3 = Actueel/365, 4 = Europees 30/360
- Syntaxis
YEARFRAC(startdatum; einddatum; basis)
- Parameters
- Commentaar: Eerste datumType: TekstCommentaar: Tweede datumType: TekstCommentaar: intervalType: Tekst
De functie YEARS() berekent het verschil tussen twee data in jaren. De derde parameter bepaalt de berekeningsmethode: als de methode 0 is, dan geeft YEARS() het grootst mogelijke aantal jaren terug tussen deze dagen. Als de methode 1 is, dan geeft de functie alleen het aantal hele jaren terug van 1 januari tot en met 31 december.
- Syntaxis
YEARS(datum2; datum1; methode)
- Parameters
- Commentaar: Eerste (eerdere) datumType: TekstCommentaar: Tweede datumType: TekstCommentaar: BerekeningsmethodeType: Geheel getal (zoals 1; 132; 2344)
- Voorbeelden
YEARS("2001-02-19"; "2002-02-26"; 0) geeft 1 terug, omdat er 1 jaar en 7 dagen tussen is
- Voorbeelden
YEARS("2002-02-19"; "2002-02-26"; 1) geeft 0 terug, omdat er niet een heel jaar tussen is, gerekend vanaf de eerste dag van het jaar
De functie BASE() zet een getal met grondtal 10 om naar een tekenreeks van een getal, met grondtal 2 tot 36.
- Syntaxis
BASE(getal;grondtal;nauwkeurigheid)
- Parameters
- Commentaar: GetalType: Een decimale breuk (floating point) (zoals 1.3, 0.343, 253)Commentaar: GrondtalType: Geheel getal (zoals 1; 132; 2344)Commentaar: MinLengteType: Geheel getal (zoals 1; 132; 2344)
- Voorbeelden
BASE(128;8) geeft "200" terug
De functie BESSELI(x;n) geeft de gemodificeerde Besselfunctie In(x) terug.
- Syntaxis
BESSELI(x;n)
- Parameters
- Commentaar: Waar de functie wordt berekendType: Een decimale breuk (floating point) (zoals 1.3, 0.343, 253)Commentaar: Orde van de functieType: Geheel getal (zoals 1; 132; 2344)
- Voorbeelden
BESSELI(0.7;3) geeft 0.007367374 terug
- Gerelateerde functies
BESSELJ BESSELK BESSELY
De functie BESSELJ(x;n) geeft de Besselfunctie Jn(x) terug.
- Syntaxis
BESSELJ(x;n)
- Parameters
- Commentaar: Waar de functie wordt berekendType: Een decimale breuk (floating point) (zoals 1.3, 0.343, 253)Commentaar: Orde van de functieType: Geheel getal (zoals 1; 132; 2344)
- Voorbeelden
BESSELJ(0.89;3) geeft 0.013974004 terug
- Gerelateerde functies
BESSELI BESSELK BESSELY
De functie BESSELK(x;n) geeft de gemodificeerde Besselfunctie Kn(x) terug. Dit is hetzelfde als de Besselfunctie berekend voor puur imaginaire argumenten.
De functie BESSELY(x;n) geeft de Besselfunctie Yn(x) terug. Deze wordt ook de Weber functie of Neumann functie genoemd.
De functie BIN2DEC() geeft een tekenreeks voor een binaire waarde terug als decimaal getal.
- Syntaxis
BIN2DEC(waarde)
- Parameters
- Commentaar: Te converteren waardeType: Geheel getal (zoals 1; 132; 2344)
- Voorbeelden
BIN2DEC("1010") returns 10
- Voorbeelden
BIN2DEC("11111") geeft 31 terug
De functie BIN2HEX() geeft een tekenreeks voor een binaire waarde terug als een tekenreeks voor een hexadecimaal getal.
- Syntaxis
BIN2HEX(waarde)
- Parameters
- Commentaar: Te converteren waardeType: TekstCommentaar: De minimum lengte van de uitvoerType: Geheel getal (zoals 1; 132; 2344)
- Voorbeelden
BIN2HEX("1010") geeft "a" terug
- Voorbeelden
BIN2HEX("11111") geeft "1f" terug
De functie BIN2OCT() geeft een tekenreeks voor een binaire waarde terug als een tekenreeks voor een octaal getal.
- Syntaxis
BIN2OCT(waarde)
- Parameters
- Commentaar: Te converteren waardeType: TekstCommentaar: De minimum lengte van de uitvoerType: Geheel getal (zoals 1; 132; 2344)
- Voorbeelden
BIN2OCT("1010") returns "12"
- Voorbeelden
BIN2OCT("11111") geeft "37" terug
De functie COMPLEX(reëel.imaginair) geeft een complex getal terug als de tekenreeks "x+yi".
- Syntaxis
COMPLEX(reëel;imaginair)
- Parameters
- Commentaar: Reële deelType: Een decimale breuk (floating point) (zoals 1.3, 0.343, 253)Commentaar: Imaginaire deelType: Een decimale breuk (floating point) (zoals 1.3, 0.343, 253)
- Voorbeelden
COMPLEX(1.2;3.4) geeft "1.2+3.4i" terug
- Voorbeelden
COMPLEX(0;-1) geeft "-i" terug
De functie CONVERT() geeft de omrekening van de ene naar de andere eenheid terug waarin grootheden worden uitgedrukt.
Ondersteunde eenheden voor massa zijn: g (gram), sg (pieces), lbm (pound), u (atoommassa), ozm (ounce), stone, ton, grain, pweigt (pennyweight), hweight (hundredweight).
Ondersteunde eenheden voor lengte zijn: m (meter), in (inch,duim), ft (feet, voet), mi (mijl), Nmi (zeemijl), ang (Ångström), parsec, lichtjaar.
Ondersteunde eenheden voor druk zijn: Pa (Pascal), atm (atmosfeer), mmhg (mm kwik), psi (pounds per square inch), Torr.
Ondersteunde eenheden voor kracht zijn: N (Newton), dyne, pound.
Ondersteunde eenheden voor energie zijn: J (joule), e (erg), c (thermodynamische calorie), cal (IT-calorie), eV (elektronvolt), HPh (paardekracht uur), Wh (watt uur), flb (foot-pound), BTU (British Thermal Unit).
Ondersteunde eenheden voor vermogen zijn: W (Watt), HP (paardekracht), PS (metrische paardekracht, Pferdestärke).
Ondersteunde eenheden voor magnetisme zijn: T (Tesla), ga (Gauss).
Ondersteunde eenheden voor temperatuur zijn: C (Celsius), F (Fahrenheit), K (Kelvin).
Ondersteunde eenheden voor volume zijn: l (liter), tsp (theelepel), tbs (eetlepel, tablespoon), oz (ounce vloeistof), cup (kop), pt (pint), qt (kwart gallon). gal (gallon), barrel (vat), m3 (kubieke meter), mi3 (kubieke mijl), Nmi3 (kubieke zeemijl), in3 (kubieke inch), ft3 (kubieke foot), yd3 (kubieke yard), GRT of regton (bruto registerton= 2.83 m3= 100 ft3).
Ondersteunde eenheden voor oppervlakte zijn: m2 (vierkante meter), mi2 (vierkante mijl), Nmi2 (vierkante zeemijl), in2 (vierkante inch), ft2 (vierkante foot), yd2 (vierkante yard), acre. ha (hectare).
Ondersteunde eenheden voor snelheid zijn: m/s (meters per seconde), m/h (meters per uur), mph (mijlen per uur), kn (knopen, zeemijlen per uur).
Voor metrische eenheden kan een van de volgende voorvoegsels worden gebruikt: E (exa, 1E+18), P (peta, 1E+15), T (tera, 1E+12), G (giga, 1E+09), M (mega, 1E+06), k (kilo, 1E+03), h (hecto, 1E+02), e (deka, 1E+01), d (deci, 1E-01), c (centi, 1E-02), m (milli, 1E-03), u (micro, 1E-06), n (nano, 1E-09), p (pico, 1E-12), f (femto, 1E-15), a (atto, 1E-18).
- Syntaxis
CONVERT(getal; van_eenheid; naar_eenheid)
- Parameters
- Commentaar: GetalType: Een decimale breuk (floating point) (zoals 1.3, 0.343, 253)Commentaar: Vanuit eenheidType: TekstCommentaar: Naar eenheidType: Tekst
- Voorbeelden
CONVERT(32;"C";"F") geeft 89.6 terug
- Voorbeelden
CONVERT(3;"lbm";"kg") geeft 1.3608 terug
- Voorbeelden
CONVERT(7.9;"cal";"J") geeft 33.0757 terug
De functie DEC2BIN() geeft de decimale waarde terug als een tekenreeks voor een binair getal.
- Syntaxis
DEC2BIN(waarde)
- Parameters
- Commentaar: Te converteren waardeType: Geheel getal (zoals 1; 132; 2344)Commentaar: De minimum lengte van de uitvoerType: Geheel getal (zoals 1; 132; 2344)
- Voorbeelden
DEC2BIN(12) geeft "1100" terug
- Voorbeelden
DEC2BIN(55) geeft "110111" terug
De functie DEC2HEX() geeft de decimale waarde terug als een tekenreeks voor een hexadecimaal getal.
- Syntaxis
DEC2HEX(waarde)
- Parameters
- Commentaar: Te converteren waardeType: Geheel getal (zoals 1; 132; 2344)Commentaar: De minimum lengte van de uitvoerType: Geheel getal (zoals 1; 132; 2344)
- Voorbeelden
DEC2HEX(12) geeft "c" terug
- Voorbeelden
DEC2HEX(55) geeft "37" terug
De functie DEC2OCT() geeft de decimale waarde terug als een tekenreeks voor een octaal getal.
- Syntaxis
DEC2OCT(waarde)
- Parameters
- Commentaar: Te converteren waardeType: Geheel getal (zoals 1; 132; 2344)Commentaar: De minimum lengte van de uitvoerType: Geheel getal (zoals 1; 132; 2344)
- Voorbeelden
DEC2OCT(12) geeft "14" terug
- Voorbeelden
DEC2OCT(55) geeft "67" terug
De functie DELTA(x;y) geeft 1 terug als x gelijk is aan y, en anders 0. Standaardwaarde van y is 0.
- Syntaxis
DELTA(x; y)
- Parameters
- Commentaar: Decimale breuk (met drijvende komma)Type: Een decimale breuk (floating point) (zoals 1.3, 0.343, 253)Commentaar: Decimale breuk (met drijvende komma)Type: Een decimale breuk (floating point) (zoals 1.3, 0.343, 253)
- Voorbeelden
DELTA(1.2; 3.4) geeft 0 terug
- Voorbeelden
DELTA(3; 3) geeft 1 terug
- Voorbeelden
DELTA(1; Waar) geeft 1 terug
De functie ERF() is de foutfunctie (ook bekend als error function). Met een enkel argument geeft ERF() een waarde terug tussen 0 en dat argument.
- Syntaxis
ERF(ondergrens; bovengrens)
- Parameters
- Commentaar: OndergrensType: Een decimale breuk (floating point) (zoals 1.3, 0.343, 253)Commentaar: BovengrensType: Een decimale breuk (floating point) (zoals 1.3, 0.343, 253)
- Voorbeelden
ERF(0.4) geeft 0.42839236 terug
- Gerelateerde functies
ERFC
De functie ERFC() geeft de waarde van de complementaire foutfunctie (complementary error function) terug.
- Syntaxis
ERFC(ondergrens; bovengrens)
- Parameters
- Commentaar: OndergrensType: Een decimale breuk (floating point) (zoals 1.3, 0.343, 253)Commentaar: BovengrensType: Een decimale breuk (floating point) (zoals 1.3, 0.343, 253)
- Voorbeelden
ERFC(0.4) geeft 0.57160764 terug
- Gerelateerde functies
ERF
De functie GESTEP(x;y) geeft 1 terug als x >= y en anders 0. Standaardwaarde van y is 0.
- Syntaxis
GESTEP(x; y)
- Parameters
- Commentaar: Decimale breuk (met drijvende komma)Type: Een decimale breuk (floating point) (zoals 1.3, 0.343, 253)Commentaar: Decimale breuk (met drijvende komma)Type: Een decimale breuk (floating point) (zoals 1.3, 0.343, 253)
- Voorbeelden
GESTEP(1.2; 3.4) geeft 0 terug
- Voorbeelden
GESTEP(3; 3) geeft 1 terug
- Voorbeelden
GESTEP(0.4; Waar) geeft 0 terug
- Voorbeelden
GESTEP(4; 3) geeft 1 terug
De functie HEX2BIN() geeft een tekenreeks voor een hexadecimale waarde terug als een tekenreeks voor een binair getal.
- Syntaxis
HEX2BIN(waarde)
- Parameters
- Commentaar: Te converteren waardeType: Tekst
- Voorbeelden
HEX2BIN("a") geeft "1010" terug
- Voorbeelden
HEX2BIN("37") geeft "110111" terug
De functie HEX2DEC() geeft een tekenreeks voor een hexadecimale waarde terug als een decimaal getal.
- Syntaxis
HEX2DEC(waarde)
- Parameters
- Commentaar: Te converteren waardeType: Tekst
- Voorbeelden
HEX2DEC("a") returns 10
- Voorbeelden
HEX2DEC("37") geeft 55 terug
De functie HEX2OCT() geeft een tekenreeks voor een hexadecimale waarde terug als een tekenreeks voor een octaal getal.
- Syntaxis
HEX2OCT(waarde)
- Parameters
- Commentaar: Te converteren waardeType: Tekst
- Voorbeelden
HEX2OCT("a") returns "12"
- Voorbeelden
HEX2OCT("37") geeft "67" terug
De functie IMABS(complex getal) geeft de norm terug van een complex getal x+yi.
- Syntaxis
IMABS(complex getal)
- Parameters
- Commentaar: Complex getalType: Tekst
- Voorbeelden
IMABS("1.2+5i") geeft 5.1419 terug
- Voorbeelden
IMABS("-i") geeft 1 terug
- Voorbeelden
IMABS("12") geeft 12 terug
De functie IMAGINARY(tekenreeks) geeft het imaginaire deel van een complex getal terug (zonder de toevoeging i, dus als een reëel getal).
- Syntaxis
IMAGINARY(tekenreeks)
- Parameters
- Commentaar: Complex getalType: Tekst
- Voorbeelden
IMAGINARY("1.2+3.4i") geeft 3.4 terug
- Voorbeelden
IMAGINARY("1.2") geeft 0 terug
De functie IMARGUMENT(complex getal) geeft het (hoofd)argument (in radialen) terug van een complex getal x+yi.
- Syntaxis
IMARGUMENT(complex getal)
- Parameters
- Commentaar: Complex getalType: Tekst
- Voorbeelden
IMARGUMENT("1.2+5i") geeft 1.33525 terug
- Voorbeelden
IMARGUMENT("-i") geeft -1.57079633 terug
- Voorbeelden
IMARGUMENT("12") geeft "#Div/0" terug
De functie IMCONJUGATE(complex getal) geeft de complex toegevoegde van een complex getal terug als de tekenreeks "x+yi".
- Syntaxis
IMCONJUGATE(complex getal)
- Parameters
- Commentaar: Complex getalType: Tekst
- Voorbeelden
IMCONJUGATE("1.2+5i") geeft "1.2-5i" terug
- Voorbeelden
IMCONJUGATE("-i") geeft "i" terug
- Voorbeelden
IMCONJUGATE("12") geeft "12" terug
De functie IMCOS(tekenreeks) geeft de cosinus terug van een complex getal
- Syntaxis
IMCOS(tekenreeks)
- Parameters
- Commentaar: Complex getalType: Tekst
- Voorbeelden
IMCOS("1+i") geeft "0.83373-0.988898i" terug
- Voorbeelden
IMCOS("12i") geeft 81377.4 terug
De functie IMCOSH(string) geeft de hyperbolische cosinus van een complex getal terug.
- Syntaxis
IMCOSH(tekenreeks)
- Parameters
- Commentaar: Complex getalType: Tekst
- Voorbeelden
IMCOSH("1+i") geeft "0.83373+0.988898i" terug
- Voorbeelden
IMCOSH("12i") geeft 0.84358 terug
De functie IMCOT(tekenreeks) geeft de cotangens terug van een complex getal.
- Syntaxis
IMCOT(tekenreeks)
- Parameters
- Commentaar: Complex getalType: Tekst
- Voorbeelden
IMCOT("1+i") geeft "0.21762-0.86801i" terug
De functie IMCSC(tekenreeks) geeft de cosecans terug van een complex getal.
- Syntaxis
IMCSC(tekenreeks)
- Parameters
- Commentaar: Complex getalType: Tekst
- Voorbeelden
IMCSC("1+i") geeft "0.62151-0.30393i" terug
De functie IMCSCH(string) geeft de hyperbolische cosecans van een complex getal terug.
- Syntaxis
IMCSCH(tekenreeks)
- Parameters
- Commentaar: Complex getalType: Tekst
- Voorbeelden
IMCSCH("1+i") geeft "0.30393-i0.62151" terug
De functie IMDIV() geeft de deling van een aantal complexe getallen terug als een tekenreeks "x+yi".
- Syntaxis
IMDIV(waarde;waarde;...)
- Parameters
- Commentaar: Complex getalType: Een bereik (range) van tekenreeksenCommentaar: Complex getalType: Een bereik (range) van tekenreeksenCommentaar: Complex getalType: Een bereik (range) van tekenreeksenCommentaar: Complex getalType: Een bereik (range) van tekenreeksenCommentaar: Complex getalType: Een bereik (range) van tekenreeksen
- Voorbeelden
IMDIV(1.2;"3.4+5i") geeft "0.111597-0.164114i" terug
- Voorbeelden
IMDIV("12+i";"12-i") geeft "0.986207+0.16551i" terug
De functie IMEXP(tekenreeks) geeft de exponent terug van een complex getal als een tekenreeks.
- Syntaxis
IMEXP(tekenreeks)
- Parameters
- Commentaar: Complex getalType: Tekst
- Voorbeelden
IMEXP("2-i") geeft "3.99232-6.21768i" terug
- Voorbeelden
IMEXP("12i") geeft "0.843854-0.536573i" terug
De functie IMLN(tekenreeks) geeft de natuurlijke logaritme terug van een complex getal.
- Syntaxis
IMLN(tekenreeks)
- Parameters
- Commentaar: Complex getalType: Tekst
- Voorbeelden
IMLN("3-i") geeft "1.15129-0.321751i" terug
- Voorbeelden
IMLN("12") geeft 2.48491 terug
De functie IMLOG10(tekenreeks) geeft de logaritme met grondtal 10 terug van een complex getal.
- Syntaxis
IMLOG10(tekenreeks)
- Parameters
- Commentaar: Complex getalType: Tekst
- Voorbeelden
IMLOG10("3+4i") geeft "0.69897+0.402719i" terug
De functie IMLOG2(tekenreeks) geeft de logaritme met grondtal 2 terug van een complex getal.
- Syntaxis
IMLOG2(tekenreeks)
- Parameters
- Commentaar: Complex getalType: Tekst
- Voorbeelden
IMLOG2("3+4i") geeft "2.321928+1.337804i" terug
De functie IMPOWER(tekenreeks) geeft een macht van een complex getal terug.
- Syntaxis
IMPOWER(tekenreeks)
- Parameters
- Commentaar: Complex getalType: TekstCommentaar: MachtType: Geheel getal (zoals 1; 132; 2344)
- Voorbeelden
IMPOWER("4-i";2) geeft "15-8i" terug
- Voorbeelden
IMPOWER("1.2";2) geeft 1.44 terug
De functie IMPRODUCT() geeft het product terug van een aantal complexe getallen als de tekenreeks "x+yi".
- Syntaxis
IMPRODUCT(waarde;waarde;...)
- Parameters
- Commentaar: Complex getalType: Een bereik (range) van tekenreeksenCommentaar: Complex getalType: Een bereik (range) van tekenreeksenCommentaar: Complex getalType: Een bereik (range) van tekenreeksenCommentaar: Complex getalType: Een bereik (range) van tekenreeksenCommentaar: Complex getalType: Een bereik (range) van tekenreeksen
- Voorbeelden
IMPRODUCT(1.2;"3.4+5i") geeft "4.08+6i" terug
- Voorbeelden
IMPRODUCT(1.2;"1i") geeft "+1.2i" terug
De functie IMREAL(tekenreeks) geeft het reële deel terug van een complex getal, als reëel getal.
- Syntaxis
IMREAL(tekenreeks)
- Parameters
- Commentaar: Complex getalType: Tekst
- Voorbeelden
IMREAL("1.2+3.4i") geeft 1.2 terug
- Voorbeelden
IMREAL("1.2i") geeft 0 terug
De functie IMSEC(tekenreeks) geeft de secans terug van een complex getal.
- Syntaxis
IMSEC(tekenreeks)
- Parameters
- Commentaar: Complex getalType: Tekst
- Voorbeelden
IMSEC("1+i") geeft "0.49833+i0.59108" terug
De functie IMSECH(string) geeft de hyperbolische secans van een complex getal terug.
- Syntaxis
IMSECH(tekenreeks)
- Parameters
- Commentaar: Complex getalType: Tekst
- Voorbeelden
IMSECH("1+i") geeft "0.49833-i0.59108" terug
De functie IMSIN(tekenreeks) geeft de sinus terug van een complex getal.
- Syntaxis
IMSIN(tekenreeks)
- Parameters
- Commentaar: Complex getalType: Tekst
- Voorbeelden
IMSIN("1+i") geeft "1.29846+0.634964i" terug
- Voorbeelden
IMSIN("1.2") geeft -0.536573 terug
De functie IMSINH(tekenreeks) geeft de hyperbolische sinus van een complex getal terug.
- Syntaxis
IMSINH(tekenreeks)
- Parameters
- Commentaar: Complex getalType: Tekst
- Voorbeelden
IMSINH("1+i") geeft "0.63496+1.29846i" terug
- Voorbeelden
IMSINH("1.2") geeft 1.50946 terug
De functie IMSQRT(tekenreeks) geeft de vierkantswortel terug van een complex getal.
- Syntaxis
IMSQRT(tekenreeks)
- Parameters
- Commentaar: Complex getalType: Tekst
- Voorbeelden
IMSQRT("1+i") geeft "1.09868+0.45509i" terug
- Voorbeelden
IMSQRT("1.2i") geeft "0.774597+0.774597i" terug
De functie IMSUB() geeft het verschil terug tussen een aantal complexe getallen als de tekenreeks "x+yi".
- Syntaxis
IMSUB(waarde;waarde;...)
- Parameters
- Commentaar: Complex getalType: Een bereik (range) van tekenreeksenCommentaar: Complex getalType: Een bereik (range) van tekenreeksenCommentaar: Complex getalType: Een bereik (range) van tekenreeksenCommentaar: Complex getalType: Een bereik (range) van tekenreeksenCommentaar: Complex getalType: Een bereik (range) van tekenreeksen
- Voorbeelden
IMSUB(1.2;"3.4+5i") geeft "-2.2-5i" terug
- Voorbeelden
IMSUB(1.2;"1i") geeft "1.2-i" terug
De functie IMSUM() geeft de som van een aantal complexe getallen terug als een tekenreeks "x+yi".
- Syntaxis
IMSUM(waarde;waarde;...)
- Parameters
- Commentaar: Complex getalType: Een bereik (range) van tekenreeksenCommentaar: Complex getalType: Een bereik (range) van tekenreeksenCommentaar: Complex getalType: Een bereik (range) van tekenreeksenCommentaar: Complex getalType: Een bereik (range) van tekenreeksenCommentaar: Complex getalType: Een bereik (range) van tekenreeksen
- Voorbeelden
IMSUM(1.2;"3.4+5i") geeft "4.6+5i" terug
- Voorbeelden
IMSUM(1.2;"1i") geeft "1.2+i" terug
De functie IMTAN(tekenreeks) geeft de tangens van een complex getal terug.
- Syntaxis
IMTAN(tekenreeks)
- Parameters
- Commentaar: Complex getalType: Tekst
- Voorbeelden
IMTAN("1+i") geeft "0.27175+1.08392i" terug
- Voorbeelden
IMTAN("1.2") geeft 2.57215 terug
De functie IMTANH(tekenreeks) geeft de hyperbolische tangens terug van een complex getal.
- Syntaxis
IMTANH(tekenreeks)
- Parameters
- Commentaar: Complex getalType: Tekst
- Voorbeelden
IMTANH("1+i") geeft "1.08392+0.27175i" terug
- Voorbeelden
IMTANH("1.2") geeft 0.83365 terug
De functie OCT2BIN() geeft de octale waarde terug als een tekenreeks voor een een binair getal.
- Syntaxis
OCT2BIN(waarde)
- Parameters
- Commentaar: Te converteren waardeType: TekstCommentaar: De minimum lengte van de uitvoerType: Geheel getal (zoals 1; 132; 2344)
- Voorbeelden
OCT2BIN("12") geeft "1010" terug
- Voorbeelden
OCT2BIN(55) geeft "101101" terug
De functie OCT2DEC() geeft een tekenreeks voor een octale waarde terug als een decimaal getal.
- Syntaxis
OCT2DEC(waarde)
- Parameters
- Commentaar: Te converteren waardeType: Tekst
- Voorbeelden
OCT2DEC("12") returns 10
- Voorbeelden
OCT2DEC("55") geeft 45 terug
De functie OCT2HEX() geeft een tekenreeks voor een octale waarde terug als een tekenreeks voor een hexadecimaal getal.
- Syntaxis
OCT2HEX(waarde)
- Parameters
- Commentaar: Te converteren waardeType: TekstCommentaar: De minimum lengte van de uitvoerType: Geheel getal (zoals 1; 132; 2344)
- Voorbeelden
OCT2HEX("12") geeft "A" terug (A is het hexadecimale cijfer voor tien)
- Voorbeelden
OCT2HEX("55") geeft "2D" terug
De functie ACCRINT() geeft de opgelopen rente terug voor een waardepapier waarop periodiek rente wordt uitbetaald. Toegestane perioden zijn 1 voor jaarlijks, 2 voor halfjaarlijks en 4 voor per kwartaal. Basis is het type dagtelling dat u wilt gebruiken: 0 voor US 30/360 (standaard), 1 voor echte dagen, 2 voor echte dagen/360, 3 voor echte dagen/365 of 4 voor Europees 30/365.
- Syntaxis
ACCRINT(uitgavedag; startrente; vervaldatum; jaarrente; nominale waarde; betalingsfrequentie; basis)
- Parameters
- Commentaar: UitgavedatumType: DatumCommentaar: StartrenteType: DatumCommentaar: BetaaldatumType: DatumCommentaar: Jaarrente van een waardepapierType: Een decimale breuk (floating point) (zoals 1.3, 0.343, 253)Commentaar: Nominale waardeType: Een decimale breuk (floating point) (zoals 1.3, 0.343, 253)Commentaar: Aantal betalingen per jaarType: Een decimale breuk (floating point) (zoals 1.3, 0.343, 253)Commentaar: Basis van dagbetalingType: Geheel getal (zoals 1; 132; 2344)
- Voorbeelden
ACCRINT("28:2:2001"; "31:8:2001"; "1:5:2001"; 0.1;1000; 2; 0) geeft 16,944 terug
- Gerelateerde functies
ACCRINTM
De functie ACCRINTM() geeft de opgelopen rente voor een waardepapier welke op de vervaldatum wordt uitbetaald. Basis is het type dagtelling dat u wilt gebruiken: 0 voor US 30/360 (standaard), 1 voor echte dagen, 2 voor echte dagen/360, 3 voor echte dagen/365 of 4 voor Europees 30/365.
- Syntaxis
ACCRINTM(uitgavedag; vervaldatum; rente; nominale waarde; basis)
- Parameters
- Commentaar: UitgavedatumType: DatumCommentaar: BetaaldatumType: DatumCommentaar: Jaarrente van een waardepapierType: Een decimale breuk (floating point) (zoals 1.3, 0.343, 253)Commentaar: Nominale waardeType: Een decimale breuk (floating point) (zoals 1.3, 0.343, 253)Commentaar: Basis van dagbetalingType: Geheel getal (zoals 1; 132; 2344)
- Voorbeelden
ACCRINTM("28:2:2001"; "31:8:2001"; 0.1; 100) geeft 5.0278 terug
- Gerelateerde functies
ACCRINT
De AMORDEGRC-functie berekent de afschrijvingswaarde voor het Franse boekhoudsysteem met gebruik van degressieve afschrijving.
- Syntaxis
AMORDEGRC( kosten; koopDatum; eerstePeriodeEindDatum; restwaarde; periode; rate; basis)
- Parameters
- Commentaar: KostenType: Een decimale breuk (floating point) (zoals 1.3, 0.343, 253)Commentaar: PvType: Een decimale breuk (floating point) (zoals 1.3, 0.343, 253)Commentaar: FvType: Een decimale breuk (floating point) (zoals 1.3, 0.343, 253)
- Voorbeelden
AMORDEGRC( 1000; 01:02:2006; 31:12:2006; 10; 0; 0.1; 1 ) geeft 228 terug
- Gerelateerde functies
AMORLINC DB DDB YEARFRAC
De AMORLINC-functie berekent de afschrijvingswaarde voor het Franse boekhoudsysteem met gebruik van lineaire afschrijving.
- Syntaxis
AMORLINC( kosten; koopDatum; eerstePeriodeEindDatum; restwaarde; periode; rate; basis)
- Parameters
- Commentaar: PType: Geheel getal (zoals 1; 132; 2344)Commentaar: PvType: Een decimale breuk (floating point) (zoals 1.3, 0.343, 253)Commentaar: FvType: Een decimale breuk (floating point) (zoals 1.3, 0.343, 253)
- Voorbeelden
AMORLINC( 1000; "01:02:2004"; "31:12:2004"; 10; 0; 0.1; 1 ) geeft 91.256831 terug
- Gerelateerde functies
AMORDEGRC DB DDB YEARFRAC
De functie COMPOUND() geeft de waarde terug van een investering, gegeven het startkapitaal, de nominale rente, de stortingsfrequentie en tijd. Voorbeeld: $5000 tegen 12% rente, gedurende 5 jaar opgespaard met een stortingsfrequentie van elk kwartaal levert een eindbedrag op van COMPOUND(5000;0.12;4;5) oftewel $9030.56.
- Syntaxis
COMPOUND(beginkapitaal;rente;perioden;perioden_per_jaar)
- Parameters
- Commentaar: StartkapitaalType: Een decimale breuk (floating point) (zoals 1.3, 0.343, 253)Commentaar: RenteType: Een decimale breuk (floating point) (zoals 1.3, 0.343, 253)Commentaar: Perioden per jaarType: Een decimale breuk (floating point) (zoals 1.3, 0.343, 253)Commentaar: JarenType: Een decimale breuk (floating point) (zoals 1.3, 0.343, 253)
- Voorbeelden
COMPOUND(5000;0.12;4;5) geeft 9030.56 terug
De functie CONTINUOUS() berekent de uitkomst van een continue samengestelde rente, gegeven het startkapitaal, de nominale rente en de tijdsduur in jaren. Voorbeeld: $1000 tegen 10% rente gedurende 1 jaar levert CONTINUOUS(1000;1;1) oftewel $1105.17 op.
- Syntaxis
CONTINUOUS(startkapitaal;rente;jaren)
- Parameters
- Commentaar: StartkapitaalType: Een decimale breuk (floating point) (zoals 1.3, 0.343, 253)Commentaar: RenteType: Een decimale breuk (floating point) (zoals 1.3, 0.343, 253)Commentaar: JarenType: Een decimale breuk (floating point) (zoals 1.3, 0.343, 253)
- Voorbeelden
CONTINUOUS(1000;0.1;1) geeft 1105.17 terug
De functie COUPNUM() geeft het aantal coupons die tussen de betaaldatum en de vervaldatum moeten worden betaald. Basis is het type dagtelling dat u wilt gebruiken: 0 voor US 30/360 (standaard), 1 voor echte dagen, 2 voor echte dagen/360, 3 voor echte dagen/365 of 4 voor Europees 30/365.
- Syntaxis
COUPNUM(betaaldatum; vervaldatum; frequentie; basis)
- Parameters
- Commentaar: BetaaldatumType: DatumCommentaar: VervaldatumType: DatumCommentaar: FrequentieType: Een decimale breuk (floating point) (zoals 1.3, 0.343, 253)Commentaar: Basis van dagbetalingType: Geheel getal (zoals 1; 132; 2344)
- Voorbeelden
COUPNUM("28:2:2001"; "3:.8:2001"; 2; 0) geeft 1 terug
Berekent de cumulatieve rentebetaling.
- Syntaxis
CUMIPMT(rente; perioden; waarde; start; einde; type)
- Parameters
- Commentaar: renteType: Een decimale breuk (floating point) (zoals 1.3, 0.343, 253)Commentaar: periodenType: Een decimale breuk (floating point) (zoals 1.3, 0.343, 253)Commentaar: waardeType: Een decimale breuk (floating point) (zoals 1.3, 0.343, 253)Commentaar: startType: Geheel getal (zoals 1; 132; 2344)Commentaar: eindeType: Geheel getal (zoals 1; 132; 2344)Commentaar: typeType: Geheel getal (zoals 1; 132; 2344)
- Voorbeelden
CUMIPMT( 0.06/12; 5*12; 100000; 5; 12; 0 ) is gelijk aan -3562.187023
- Gerelateerde functies
IPMT CUMPRINC
Berekent de cumulatieve hoofdbetaling.
- Syntaxis
CUMPRINC(rente; perioden; waarde; start; einde; type)
- Parameters
- Commentaar: renteType: Een decimale breuk (floating point) (zoals 1.3, 0.343, 253)Commentaar: periodenType: Een decimale breuk (floating point) (zoals 1.3, 0.343, 253)Commentaar: waardeType: Een decimale breuk (floating point) (zoals 1.3, 0.343, 253)Commentaar: startType: Geheel getal (zoals 1; 132; 2344)Commentaar: eindeType: Geheel getal (zoals 1; 132; 2344)Commentaar: typeType: Geheel getal (zoals 1; 132; 2344)
- Voorbeelden
CUMPRINC( 0.06/12; 5*12; 100000; 5; 12; 0 ) is gelijk aan -11904.054201
- Gerelateerde functies
PPMT CUMIPMT
De functie DB() berekent de afschrijving van een kredietpost over een opgegeven periode met behulp van de vaste degressieve afschrijvingsmethode. Maand is optioneel, indien weggelaten wordt 12 als waarde aangenomen.
- Syntaxis
DB(kosten; restwaarde; levensduur; periode [;maand])
- Parameters
- Commentaar: KostenType: Een decimale breuk (floating point) (zoals 1.3, 0.343, 253)Commentaar: RestwaardeType: Een decimale breuk (floating point) (zoals 1.3, 0.343, 253)Commentaar: LevensduurType: Een decimale breuk (floating point) (zoals 1.3, 0.343, 253)Commentaar: PeriodeType: Een decimale breuk (floating point) (zoals 1.3, 0.343, 253)Commentaar: MaandType: Een decimale breuk (floating point) (zoals 1.3, 0.343, 253)
- Voorbeelden
DB(8000;400;6;3) geeft 1158.40 terug
- Voorbeelden
DB(8000;400;6;3;2) geeft 1783.41 terug
- Gerelateerde functies
DDB SLN
De functie DDB() berekent de afschrijving van een kredietpost over een opgegeven periode met behulp van de "arithmetic-declining" afschrijvingsmethode. De factor is optioneel, indien weggelaten wordt 2 als waarde aangenomen. Alle parameters moeten groter dan nul zijn.
- Syntaxis
DDB(kosten; restwaarde; levensduur; periode [;factor])
- Parameters
- Commentaar: KostenType: Een decimale breuk (floating point) (zoals 1.3, 0.343, 253)Commentaar: RestwaardeType: Een decimale breuk (floating point) (zoals 1.3, 0.343, 253)Commentaar: LevensduurType: Een decimale breuk (floating point) (zoals 1.3, 0.343, 253)Commentaar: PeriodeType: Een decimale breuk (floating point) (zoals 1.3, 0.343, 253)Commentaar: FactorType: Een decimale breuk (floating point) (zoals 1.3, 0.343, 253)
- Voorbeelden
DDB(75000;1;60;12;2) geeft 1721.81 terug
- Gerelateerde functies
SLN
De functie DISC() geeft de disconto voor een waardepapier. Basis is het type dagtelling dat u wilt gebruiken: 0 voor US 30/360 (standaard), 1 voor echte dagen, 2 voor echte dagen/360, 3 voor echte dagen/365 of 4 voor Europees 30/365.
- Syntaxis
DISC(betaaldatum; vervaldatum; nominale waarde; uitbetaling [; basis ] )
- Parameters
- Commentaar: BetaaldatumType: DatumCommentaar: VervaldatumType: DatumCommentaar: Prijs per $100 nominale waardeType: Een decimale breuk (floating point) (zoals 1.3, 0.343, 253)Commentaar: AflossingType: Een decimale breuk (floating point) (zoals 1.3, 0.343, 253)Commentaar: Basis van dagbetalingType: Geheel getal (zoals 1; 132; 2344)
- Voorbeelden
DISC("28:2:2001"; "31:8:2001"; 12; 14) geeft 0.2841 terug
- Gerelateerde functies
YEARFRAC
De functie DOLLARDE() geeft een dollarprijs uitgedrukt in een decimaal breuk. De fractionele dollar is het getal dat geconverteerd wordt en de fractie is de noemer van de breuk
- Syntaxis
DOLLARDE(fractionele dollar; noemer)
- Parameters
- Commentaar: Fractionele DollarType: Een decimale breuk (floating point) (zoals 1.3, 0.343, 253)Commentaar: FractieType: Geheel getal (zoals 1; 132; 2344)
- Voorbeelden
DOLLARDE(1.02; 16) - betekent 1 en 2/16 - geeft 1.125 terug
- Gerelateerde functies
DOLLARFR TRUNC
De functie DOLLARFR() geeft de dollarprijs als een breuk. De decimale dollar is het getal dat wordt geconverteerd, en de fractie is de noemer van de breuk
- Syntaxis
DOLLARFR(fractionele dollar; fractie)
- Parameters
- Commentaar: Decimale DollarType: Een decimale breuk (floating point) (zoals 1.3, 0.343, 253)Commentaar: FractieType: Geheel getal (zoals 1; 132; 2344)
- Voorbeelden
DOLLARFR(1.125; 16) returns 1.02 terug. (1 + 2/16)
- Gerelateerde functies
DOLLARDE TRUNC
Geeft het aantal perioden terug die nodig zijn om een investering de gewenste waarde te laten bereiken.
- Syntaxis
DURATION(rente; pv; fv)
- Parameters
- Commentaar: RenteType: Een decimale breuk (floating point) (zoals 1.3, 0.343, 253)Commentaar: Huidige waarde (PV)Type: Een decimale breuk (floating point) (zoals 1.3, 0.343, 253)Commentaar: Toekomstige waarde (FV)Type: Een decimale breuk (floating point) (zoals 1.3, 0.343, 253)
- Voorbeelden
DURATION(0.1; 1000; 2000) geeft 7.27 terug
- Gerelateerde functies
FV PV
Geeft de Macauley-duur van een vaste-rente waardepapier in jaren.
- Syntaxis
DURATION_ADD(Betaaldatum; Vervaldatum; Coupon; Opbrengst; Frequentie; Basis)
- Parameters
- Commentaar: BetaaldatumType: DatumCommentaar: VervaldatumType: DatumCommentaar: CouponType: Een decimale breuk (floating point) (zoals 1.3, 0.343, 253)Commentaar: OpbrengstType: Een decimale breuk (floating point) (zoals 1.3, 0.343, 253)Commentaar: FrequentieType: Een decimale breuk (floating point) (zoals 1.3, 0.343, 253)Commentaar: BasisType: Geheel getal (zoals 1; 132; 2344)
- Voorbeelden
DURATION_ADD( "01:01:1998"; "01:01:2006"; 0.08; 0.09; 2; 1 ) geeft 5.9937749555 terug
- Gerelateerde functies
MDURATION
De functie EFFECT() berekent de effectieve rente bij een nominaal rentepercentage (jaarlijkse rente of APR). Voorbeeld: 8% maandelijks samengestelde rente levert een effectieve rente op van EFFECT(.08 ;12) oftewel 8.3%.
- Syntaxis
EFFECT(nominaal;perioden)
- Parameters
- Commentaar: Nominale renteType: Een decimale breuk (floating point) (zoals 1.3, 0.343, 253)Commentaar: PeriodenType: Een decimale breuk (floating point) (zoals 1.3, 0.343, 253)
- Voorbeelden
EFFECT(0.08;12) geeft 0.083 terug
- Gerelateerde functies
EFFECTIVE NOMINAL
De functie EFFECTIVE() berekent de effectieve rente bij een nominaal rentepercentage.(jaarlijkse rente of APR). en is gelijk aan de functie EFFECT.
- Syntaxis
EFFECTIVE(nominaal;perioden)
- Parameters
- Commentaar: Nominale renteType: Een decimale breuk (floating point) (zoals 1.3, 0.343, 253)Commentaar: PeriodenType: Een decimale breuk (floating point) (zoals 1.3, 0.343, 253)
- Gerelateerde functies
EFFECT
De functie EURO() converteert een Euro naar een gegeven nationale valuta in de Europese monetaire unie. De munt is er een van de volgende: ATS (Oostenrijk), BEF (België), DEM (Duitsland), ESP (Spanje), EUR (Euro), FIM (Finland), FRF (Frankrijk), GRD (Griekenland), IEP (Ierland), ITL (Italië), LUF (Luxemburg), NLG (Nederland) of PTE (Portugal).
- Syntaxis
EURO(valuta)
- Parameters
- Commentaar: ValutaType: Tekst
- Voorbeelden
EURO("NLG") geeft 2.20371 terug
- Gerelateerde functies
EUROCONVERT
De functie EUROCONVERT() converteert een bedrag uitgedrukt in een nationale valuta naar een andere valuta en gebruikt daarbij de EURO als tussenstation. De munt is er een van de volgende: ATS (Oostenrijk), BEF (België), DEM (Duitsland), ESP (Spanje), EUR (Euro), FIM (Finland), FRF (Frankrijk), GRD (Griekenland), IEP (Ierland), ITL (Italië), LUF (Luxemburg), NLG (Nederland) of PTE (Portugal).
- Syntaxis
EUROCONVERT(bedrag; bronvaluta; doelvaluta)
- Parameters
- Commentaar: GetalType: Een decimale breuk (floating point) (zoals 1.3, 0.343, 253)Commentaar: BronvalutaType: TekstCommentaar: DoelvalutaType: Tekst
- Voorbeelden
EUROCONVERT(1; "EUR"; "NLG") is gelijk aan 2.20371
- Gerelateerde functies
EURO
De functie FV() geeft de toekomstige waarde van een investering terug, gegeven de rente en de verstreken tijd. Met bijv. $1000 op een spaarrekening tegen 8% rente, krijgt u over 2 jaar FV(1000;0.08;2) oftewel $1166.40.
- Syntaxis
FV(huidige waarde;rente;periodes)
- Parameters
- Commentaar: Huidige waardeType: Een decimale breuk (floating point) (zoals 1.3, 0.343, 253)Commentaar: RenteType: Een decimale breuk (floating point) (zoals 1.3, 0.343, 253)Commentaar: PeriodenType: Een decimale breuk (floating point) (zoals 1.3, 0.343, 253)
- Voorbeelden
FV(1000;0.08;2) is gelijk aan 1166.40
- Gerelateerde functies
PV NPER PMT RATE
De functie FV_ANNUITY() geeft de toekomstige waarde terug van een reeks uitkeringen, gegeven de hoogte van de uitkering, het rentepercentage en het aantal perioden. Voorbeeld: u ontvangt $500 per jaar over een periode van 20 jaar. Dit investeert u tegen 8% rente. Na 20 jaar zal het totaal FV_ANNUITY(500;0.08;20) oftewel $22.880.98 bedragen. Er wordt ervan uitgegaan dat de uitkering aan het einde van elke maand plaatsvind.
- Syntaxis
FV_ANNUITY(bedrag;rente;perioden)
- Parameters
- Commentaar: Betaling per periodeType: Een decimale breuk (floating point) (zoals 1.3, 0.343, 253)Commentaar: RenteType: Een decimale breuk (floating point) (zoals 1.3, 0.343, 253)Commentaar: PeriodenType: Een decimale breuk (floating point) (zoals 1.3, 0.343, 253)
- Voorbeelden
FV_ANNUITY(1000;0.05;5) is gelijk aan 5525.63
De functie INTRATE() geeft de rentewaarde voor een volledig geïnvesteerd waardepapier. Basis is het type dagtelling dat u wilt gebruiken: 0 voor US 30/360 (standaard), 1 voor echte dagen, 2 voor echte dagen/360, 3 voor echte dagen/365 of 4 voor Europees 30/365.
- Syntaxis
INTRATE(betaaldatum; vervaldatum; investering; uitbetaling; basis)
- Parameters
- Commentaar: BetaaldatumType: DatumCommentaar: VervaldatumType: DatumCommentaar: InvesteringType: Een decimale breuk (floating point) (zoals 1.3, 0.343, 253)Commentaar: AflossingType: Een decimale breuk (floating point) (zoals 1.3, 0.343, 253)Commentaar: Basis van dagbetalingType: Geheel getal (zoals 1; 132; 2344)
- Voorbeelden
INTRATE("28:2:2001"; "31:8:2001"; 1000000; 2000000;1)geeft 1.98 terug
IPMT() berekent het rentebedrag van de annuïteit.
Rente is het periodieke rentepercentage.
Periode is de afnameperiode. 1 voor de eerste en NPER voor de laatste periode.
NPER is het totaal aantal perioden waarin een annuïteit wordt afbetaald.
PV is de huidige waarde in de rij van afbetalingen.
FV (optioneel) is de verlangde (toekomstige) waarde. Standaard: 0.
Type (optioneel) definieert de einddatum. 1 voor betaling aan het begin van een periode en 0 (standaard) voor betaling aan het eind van een periode.
Het voorbeeld toont het te betalen rentebedrag in het laatste jaar van een 3-jarige lening. Het rentepercentage is 10 procent.
- Syntaxis
IPMT(rente; periode; NPer; PV; FV; type)
- Parameters
- Commentaar: RenteType: Een decimale breuk (floating point) (zoals 1.3, 0.343, 253)Commentaar: PeriodeType: Een decimale breuk (floating point) (zoals 1.3, 0.343, 253)Commentaar: Aantal periodenType: Een decimale breuk (floating point) (zoals 1.3, 0.343, 253)Commentaar: Huidige waardenType: Een decimale breuk (floating point) (zoals 1.3, 0.343, 253)Commentaar: Toekomstige waarde (optioneel)Type: Een decimale breuk (floating point) (zoals 1.3, 0.343, 253)Commentaar: Type (optioneel)Type: Geheel getal (zoals 1; 132; 2344)
- Voorbeelden
IPMT(0.1;3;3;8000) is gelijk aan -292.45
- Gerelateerde functies
PPMT PV PMT
De functie IRR berekent de interne opbrengstrente voor een reeks kasbetalingen.
- Syntaxis
IRR( Waarden; Data[; Geschat = 0.1 ] )
- Parameters
- Commentaar: WaardenType: Een decimale breuk (floating point) (zoals 1.3, 0.343, 253)Commentaar: SchattingType: Een decimale breuk (floating point) (zoals 1.3, 0.343, 253)
- Gerelateerde functies
XIRR
Berekent de betaalde rente over de opgegeven periode van een investering.
Rente is het periodieke rentepercentage.
Periode is de periode van afname. 1 staat voor eerste en NPer voor de laatste periode.
NPer is het totaal aantal perioden waarin een annuïteit wordt afbetaald.
PV is de huidige waarde in de rij van afbetalingen.
- Syntaxis
ISPMT(rente; periode; NPer; PV)
- Parameters
- Commentaar: RenteType: Een decimale breuk (floating point) (zoals 1.3, 0.343, 253)Commentaar: PeriodeType: Geheel getal (zoals 1; 132; 2344)Commentaar: Aantal periodenType: Geheel getal (zoals 1; 132; 2344)Commentaar: Huidige waarden (PV)Type: Een decimale breuk (floating point) (zoals 1.3, 0.343, 253)
- Voorbeelden
ISPMT(0.1; 1; 3; 8000000) is gelijk aan -533333
- Gerelateerde functies
PV FV NPER PMT RATE
De functie LEVEL_COUPON() berekent de waarde van een level-coupon-obligatie. Voorbeeld: Stel, de rente is 10%. Een obligatie ter waarde van $1000 met halfjaarlijkse coupons met een rente van 13% die 4 jaar duurt heeft de volgende waarde: LEVEL_COUPON(1000;.13;2;4;.1) oftewel $1096.95.
- Syntaxis
LEVEL_COUPON(zichtwaarde;couponrente;coupons per jaar;jaren;marktrente)
- Parameters
- Commentaar: Nominale waardeType: Een decimale breuk (floating point) (zoals 1.3, 0.343, 253)Commentaar: CouponrenteType: Een decimale breuk (floating point) (zoals 1.3, 0.343, 253)Commentaar: Coupons per jaarType: Een decimale breuk (floating point) (zoals 1.3, 0.343, 253)Commentaar: JarenType: Een decimale breuk (floating point) (zoals 1.3, 0.343, 253)Commentaar: MarktrentevoetType: Een decimale breuk (floating point) (zoals 1.3, 0.343, 253)
- Voorbeelden
LEVEL_COUPON(1000;.13;2;4;.1) is gelijk aan 1096.95
De functie MDURATION() berekent de gemodificeerde Macauley-duur van een vaste-rente waardepapier in jaren.
- Syntaxis
MDURATION( Betaaldatum; Vervaldatum; Coupon; Opbrengst; Frequentie; [ Basis=0 ])
- Parameters
- Commentaar: BetaaldatumType: Een decimale breuk (floating point) (zoals 1.3, 0.343, 253)Commentaar: VervaldatumType: Een decimale breuk (floating point) (zoals 1.3, 0.343, 253)Commentaar: CouponType: Een decimale breuk (floating point) (zoals 1.3, 0.343, 253)Commentaar: OpbrengstType: Een decimale breuk (floating point) (zoals 1.3, 0.343, 253)Commentaar: FrequentieType: Een decimale breuk (floating point) (zoals 1.3, 0.343, 253)Commentaar: BasisType: Geheel getal (zoals 1; 132; 2344)
- Voorbeelden
MDURATION("01:02:2004"; "31:05:2004"; 0.08; 0.09; 2; 0) geeft 0.316321106 terug
- Gerelateerde functies
DURATION
De functie MIRR() berekent de aangepaste interne opbrengstvoet (IRR) als een serie van periodieke investeringen.
- Syntaxis
MIRR(waarden; investering; herinvestering)
- Parameters
- Commentaar: WaardenType: Een decimale breuk (floating point) (zoals 1.3, 0.343, 253)Commentaar: InvesteringType: Een decimale breuk (floating point) (zoals 1.3, 0.343, 253)Commentaar: HerinvesteringType: Een decimale breuk (floating point) (zoals 1.3, 0.343, 253)
- Voorbeelden
MIRR({100;200;-50;300;-200}. 5%. 6%) is gelijk aan 34.2823387842%
- Gerelateerde functies
IRR
De functie NOMINAL() berekent het nominale rentepercentage bij een effectief rentepercentage (op jaarbasis) samengesteld na gegeven tijdsintervallen. Voorbeeld: om 8% te verdienen bij een maandelijks samengestelde rente is een rente nodig van NOMINAL(.08;12) oftewel 7.72%.
- Syntaxis
NOMINAL(effectief;perioden)
- Parameters
- Commentaar: Effectieve renteType: Een decimale breuk (floating point) (zoals 1.3, 0.343, 253)Commentaar: PeriodenType: Een decimale breuk (floating point) (zoals 1.3, 0.343, 253)
- Voorbeelden
NOMINAL(0.08;12) geeft 0.0772 terug
- Gerelateerde functies
EFFECT
Geeft het aantal perioden van een investering terug.
- Syntaxis
NPER(rente;betaling;pv;fv;type)
- Parameters
- Commentaar: RenteType: Een decimale breuk (floating point) (zoals 1.3, 0.343, 253)Commentaar: BetaalwijzeType: Een decimale breuk (floating point) (zoals 1.3, 0.343, 253)Commentaar: Huidige waarde (PV)Type: Een decimale breuk (floating point) (zoals 1.3, 0.343, 253)Commentaar: Toekomstige waarde (FV - optioneel)Type: Een decimale breuk (floating point) (zoals 1.3, 0.343, 253)Commentaar: Type (optioneel)Type: Geheel getal (zoals 1; 132; 2344)
- Voorbeelden
NPER(0.1; -100; 1000) is gelijk aan 11
- Voorbeelden
NPER(0.06; 0; -10000; 20000 ;0) is gelijk aan 11.906
- Gerelateerde functies
FV RATE PMT PV
De netto huidige waarde (NPV) voor een serie van periodieke kasbetalingen.
Berekent de netto huidige waarde (Net Present Value) voor een serie kasbetalingen met de kortingsrente Rente. De Waarden zijn positief als ze ontvangen worden als inkomen en negatief als het uitgaven zijn.
De functie ODDLPRICE berekent de waarde van een waardepapier per 100 valuta-eenheden van de nominale waarde. Het waardepapier heeft een onregelmatige eindrentedatum.
- Syntaxis
ODDLPRICE( Betaaldatum; Vervaldatum; Eind; Rente; JaarlijkseOpbrengst; Uitbetaling; Frequentie [; Basis = 0] )
- Parameters
- Commentaar: BetaaldatumType: DatumCommentaar: VervaldatumType: DatumCommentaar: LaatsteType: DatumCommentaar: RenteType: Een decimale breuk (floating point) (zoals 1.3, 0.343, 253)Commentaar: JaarlijkseOpbrengstType: Een decimale breuk (floating point) (zoals 1.3, 0.343, 253)Commentaar: AflossingType: Een decimale breuk (floating point) (zoals 1.3, 0.343, 253)Commentaar: FrequentieType: Een decimale breuk (floating point) (zoals 1.3, 0.343, 253)Commentaar: BasisType: Geheel getal (zoals 1; 132; 2344)
- Voorbeelden
ODDLPRICE(DATE(1990;6;1);DATE(1995;12;31);DATE(1990;1;1);3%;5%;100;2) geeft 90.991042345 terug
De functie ODDYIELD berekent de opbrengst van een waardepapier met een onregelmatige eindrentedatum.
- Syntaxis
ODDLYIELD( Betaaldatum; Vervaldatum; Laatste; Rente; Prijs; Aflossing; Frequentie [; Basis = 0 ] )
- Parameters
- Commentaar: BetaaldatumType: DatumCommentaar: VervaldatumType: DatumCommentaar: LaatsteType: DatumCommentaar: RenteType: Een decimale breuk (floating point) (zoals 1.3, 0.343, 253)Commentaar: PrijsType: Een decimale breuk (floating point) (zoals 1.3, 0.343, 253)Commentaar: AflossingType: Een decimale breuk (floating point) (zoals 1.3, 0.343, 253)Commentaar: FrequentieType: Een decimale breuk (floating point) (zoals 1.3, 0.343, 253)Commentaar: BasisType: Geheel getal (zoals 1; 132; 2344)
- Voorbeelden
ODDLYIELD(DATE(1990;6;1);DATE(1995;12;31);DATE(1990;1;1);3%;91;100;2) geeft 4.997775351 terug
- Gerelateerde functies
ODDLPRICE
PMT() geeft het bedrag terug voor een lening, gebaseerd op een constante rente en een constante afbetaling (iedere keer hetzelfde bedrag afbetalen).
- Syntaxis
PMT(rente; nper ; pv [; fv = 0 [; type = 0]] )
- Parameters
- Commentaar: RenteType: Een decimale breuk (floating point) (zoals 1.3, 0.343, 253)Commentaar: Aantal perioden (NPer)Type: Een decimale breuk (floating point) (zoals 1.3, 0.343, 253)Commentaar: Huidige waarde (PV)Type: Een decimale breuk (floating point) (zoals 1.3, 0.343, 253)Commentaar: Toekomstige waarde (FV - optioneel)Type: Een decimale breuk (floating point) (zoals 1.3, 0.343, 253)Commentaar: Type (optioneel)Type: Geheel getal (zoals 1; 132; 2344)
- Voorbeelden
PMT(0.1; 4; 10000) geeft -3154.71 terug
- Gerelateerde functies
NPER IPMT PPMT PV
PPMT berekent het bedrag dat per periode betaald moet worden aan een annuïteit van een kapitaal.
Rente is het periodieke rentepercentage.
Periode is de afnameperiode. 1 voor de eerste en NPER voor de laatste periode.
NPER is het totaal aantal perioden waarin een annuïteit wordt afbetaald.
PV is de huidige waarde in de rij van afbetalingen.
FV (optioneel) is de verlangde (toekomstige) waarde. Standaard: 0.
Type (optioneel) definieert de einddatum. 1 voor betaling aan het begin van een periode en 0 (standaard) voor betaling aan het eind van een periode.
- Syntaxis
PPMT(Rente; Periode; NPer; PV [; FV = 9 [; Type = 0 ]] )
- Parameters
- Commentaar: RenteType: Een decimale breuk (floating point) (zoals 1.3, 0.343, 253)Commentaar: PeriodeType: Een decimale breuk (floating point) (zoals 1.3, 0.343, 253)Commentaar: Aantal periodenType: Een decimale breuk (floating point) (zoals 1.3, 0.343, 253)Commentaar: Huidige waardeType: Een decimale breuk (floating point) (zoals 1.3, 0.343, 253)Commentaar: Toekomstige waarde (optioneel)Type: Een decimale breuk (floating point) (zoals 1.3, 0.343, 253)Commentaar: Type (optioneel)Type: Geheel getal (zoals 1; 132; 2344)
- Voorbeelden
PPMT(0.0875;1;36;5000;8000;1) is gelijk aan -18.48
- Gerelateerde functies
IPMT PMT PV
PRICEMAT berekent de prijs per 100 valuta-eenheden van de zichtwaarde van waardepapieren die rente betalen op de vervaldatum.
Basis rekenmethode
0 US-methode, 12 maanden, elke maand heeft 30 dagen
1 Werkelijk aantal dagen in een jaar, werkelijk aantal dagen in de maanden
2 360 dagen in een jaar, werkelijk aantal dagen in de maanden
4 365 dagen in een jaar, werkelijk aantal dagen in de maanden
5 Europese methode, 12 maanden, elke maand heeft 30 dagen
- Syntaxis
PRICEMAT(betaaldatum; vervaldatum; uitgavedag; rente; opbrengstrente [; basis = 0 ] )
- Parameters
- Commentaar: BetaaldatumType: DatumCommentaar: VervaldatumType: DatumCommentaar: UitgaveType: DatumCommentaar: KortingstariefType: Een decimale breuk (floating point) (zoals 1.3, 0.343, 253)Commentaar: OpbrengstType: Een decimale breuk (floating point) (zoals 1.3, 0.343, 253)Commentaar: BasisType: Geheel getal (zoals 1; 132; 2344)
- Voorbeelden
PRICEMAT(DATE(1990;6;1);DATE(1995;12;31);DATE(1990;1;1);6%;5%) geeft 103.819218241 terug
De functie PV() geeft de huidige waarde terug van een investering -- de waarde vandaag van een toekomstig geldbedrag. gegeven het rentepercentage of de inflatie. Voorbeeld: Er is $1166.40 nodig voor een nieuwe computer. en u wilt deze over 2 jaar kunnen kopen. terwijl u 8% rente over uw spaargeld krijgt. Uw kapitaal moet dan PV(1166;4;0.08;2) oftewel $1000.00 bedragen.
- Syntaxis
PV(toekomstige waarde;rente;perioden)
- Parameters
- Commentaar: Toekomstige waardeType: Een decimale breuk (floating point) (zoals 1.3, 0.343, 253)Commentaar: RenteType: Een decimale breuk (floating point) (zoals 1.3, 0.343, 253)Commentaar: PeriodenType: Een decimale breuk (floating point) (zoals 1.3, 0.343, 253)
- Voorbeelden
PV(1166.4;0.08;2) is gelijk aan 1000
De functie PV_ANNUITY() geeft de huidige waarde terug van een annuïteit of een vaste gelduitkering gedurende een bepaalde tijd. Voorbeeld: een "million dollar"l loterijprijs keert $50.000.00 per jaar uit over een periode van 20 jaar, terwijl de rente 5% bedraagt. De uiteindelijke waarde van deze prijs is dan PV_ANNUITY(500000;0.05;20) oftewel $623111. Er wordt ervan uitgegaan dat de uitkering aan het einde van elke maand plaats vindt.
- Syntaxis
PV_ANNUITY(geldbedrag;rente;perioden)
- Parameters
- Commentaar: Betaling per periodeType: Een decimale breuk (floating point) (zoals 1.3, 0.343, 253)Commentaar: RenteType: Een decimale breuk (floating point) (zoals 1.3, 0.343, 253)Commentaar: PeriodenType: Een decimale breuk (floating point) (zoals 1.3, 0.343, 253)
- Voorbeelden
PV_ANNUITY(1000;0.05;5) is gelijk aan 4329.48
De functie RATE() berekent de constante periodieke rente van een investering.
- Syntaxis
RATE(nper;betaling;beginwaarde;eindwaarde;type;gis)
- Parameters
- Commentaar: Periode betalingType: Een decimale breuk (floating point) (zoals 1.3, 0.343, 253)Commentaar: Regelmatige betalingenType: Een decimale breuk (floating point) (zoals 1.3, 0.343, 253)Commentaar: Huidige waardeType: Een decimale breuk (floating point) (zoals 1.3, 0.343, 253)Commentaar: Toekomstige waardeType: Een decimale breuk (floating point) (zoals 1.3, 0.343, 253)Commentaar: TypeType: Een decimale breuk (floating point) (zoals 1.3, 0.343, 253)Commentaar: SchattingType: Een decimale breuk (floating point) (zoals 1.3, 0.343, 253)
- Voorbeelden
RATE(4*12;-200;8000) geeft 0.007701472 terug
De functie RECEIVED() geeft het bedrag dat wordt uitbetaald op de vervaldatum van een waardepapier. Basis is het type dagtelling dat zal worden gebruikt: 0 voor US 30/360 (standaard). 1 voor echte dagen, 2 voor echte dagen/360, 3 voor echte dagen/365 of vier voor Europese 30/365. De betaaldatum moet voor de vervaldatum liggen.
- Syntaxis
RECEIVED(betaaldatum; vervaldatum; investering; korting; basis)
- Parameters
- Commentaar: BetaaldatumType: DatumCommentaar: VervaldatumType: DatumCommentaar: InvesteringType: Een decimale breuk (floating point) (zoals 1.3, 0.343, 253)Commentaar: KortingstariefType: Een decimale breuk (floating point) (zoals 1.3, 0.343, 253)Commentaar: BasisType: Geheel getal (zoals 1; 132; 2344)
- Voorbeelden
RECEIVED("28:02:2001"; "31:08:2001"; 1000; 0.05; 0) geeft 1025.787 terug
De functie RRI berekent de rente aan de hand van wat een investering opbrengt.
- Syntaxis
RRI( P; Pv; Fv)
- Parameters
- Commentaar: PType: Geheel getal (zoals 1; 132; 2344)Commentaar: PvType: Een decimale breuk (floating point) (zoals 1.3, 0.343, 253)Commentaar: FvType: Een decimale breuk (floating point) (zoals 1.3, 0.343, 253)
- Voorbeelden
RRI(1;100;200) geeft 1 terug
- Gerelateerde functies
FV NPER PMT PV RATE
De functie SLN() berekent de lineaire afschrijving van een kredietpost voor een bepaalde afschrijvingperiode. "Kosten" is het bedrag dat voor de kredietpost betaald werd. "Restwaarde" is het resterende bedrag aan het einde van de afschrijvingperiode. "Levensduur" is het aantal perioden waarover de kredietpost wordt afgeschreven. SLN verdeelt de kosten evenredig over de levensduur van een kredietpost.
- Syntaxis
SLN(kosten;restwaarde;levensduur)
- Parameters
- Commentaar: KostenType: Een decimale breuk (floating point) (zoals 1.3, 0.343, 253)Commentaar: RestwaardeType: Een decimale breuk (floating point) (zoals 1.3, 0.343, 253)Commentaar: LevensduurType: Een decimale breuk (floating point) (zoals 1.3, 0.343, 253)
- Voorbeelden
SLN(10000;700;10) geeft 930 terug
- Gerelateerde functies
SYD DDB
De functie SYD() berekent de "sum-of-years digits"-afschrijving voor een kredietpost gebaseerd op aanschafkosten, restwaarde, verwachte levensduur en afschrijfperiode. Deze methode versnelt de afschrijving, zodat er meer afschrijfkosten zijn in de beginperiode dan in de latere perioden. De afschrijfkosten zijn de aanschafkosten minus de restwaarde. De gebruiksduur is het aantal perioden (meestal jaren) waarover de kredietpost wordt afgeschreven.
- Syntaxis
SYD(aanschafkosten;restwaarde;gebruiksduur;perioden)
- Parameters
- Commentaar: KostenType: Een decimale breuk (floating point) (zoals 1.3, 0.343, 253)Commentaar: RestwaardeType: Een decimale breuk (floating point) (zoals 1.3, 0.343, 253)Commentaar: LevensduurType: Een decimale breuk (floating point) (zoals 1.3, 0.343, 253)Commentaar: PeriodeType: Een decimale breuk (floating point) (zoals 1.3, 0.343, 253)
- Voorbeelden
SYD(5000; 200; 5; 2) geeft 1280 terug
- Gerelateerde functies
SLN DDB
De functie TBILLEQ() geeft de passende obligatie voor een "facturering". De vervaldatum moet na de betaaldatum liggen, maar niet meer dan 365 dagen.
- Syntaxis
TBILLEQ(betaaldatum; vervaldatum; korting)
- Parameters
- Commentaar: BetaaldatumType: DatumCommentaar: VervaldatumType: DatumCommentaar: KortingstariefType: Een decimale breuk (floating point) (zoals 1.3, 0.343, 253)
- Voorbeelden
TBILLEQ("28:02:2001"; "31:08:2001"; 0.1) geeft 0.1068 terug
- Gerelateerde functies
TBILLPRICE TBILLYIELD
De functie TBILLPRICE geeft de prijs per $100-waarde voor een facturering. De vervaldatum moet na de betaaldatum liggen, maar niet meer dan 365 dagen. De korting moet positief te zijn.
- Syntaxis
TBILLPRICE(betaaldatum; vervaldatum; korting)
- Parameters
- Commentaar: BetaaldatumType: DatumCommentaar: VervaldatumType: DatumCommentaar: KortingstariefType: Een decimale breuk (floating point) (zoals 1.3, 0.343, 253)
- Voorbeelden
TBILLPRICE("28:02:2001"; "31:08:2001"; 0.05) geeft 97.4444 terug
- Gerelateerde functies
TBILLEQ TBILLYIELD
De functie TBILLYFIELD() geeft opbrengst voor een facturering. De vervaldatum moet na de betaaldatum, doch binnen de 365 dagen liggen. De prijs moet positief zijn.
- Syntaxis
TBILLYFIELD(betaaldatum; vervaldatum; prijs)
- Parameters
- Commentaar: BetaaldatumType: DatumCommentaar: VervaldatumType: DatumCommentaar: Prijs per $100 nominale waardeType: Een decimale breuk (floating point) (zoals 1.3, 0.343, 253)
- Voorbeelden
TBILLYIELD("28:02:2001"; "31:08:2001"; 600) geeft -1.63 terug
- Gerelateerde functies
TBILLEQ TBILLPRICE
VDB berekent de afschrijving van een bezitting met een initiële waarde, een verwachte bruikbare levensduur en aan het eind een restwaarde voor een gespecificeerde periode met gebruik van de variabele-rente afnemende balans-methode.
- Syntaxis
VDB(kosten; restwaarde; levensduur; start-periode; eind-periode; [; afschrijvingsfactor = 2 [; switch = false ]] )
- Parameters
- Commentaar: BetaaldatumType: DatumCommentaar: VervaldatumType: DatumCommentaar: PrijsType: Een decimale breuk (floating point) (zoals 1.3, 0.343, 253)Commentaar: AflossingType: Een decimale breuk (floating point) (zoals 1.3, 0.343, 253)Commentaar: BasisType: Geheel getal (zoals 1; 132; 2344)
- Voorbeelden
VDB(10000;600;10;0;0.875;1.5) geeft 1312.5 terug
De functie XIRR berekent de interne opbrengstrente voor een niet-periodieke serie kasbetalingen.
- Syntaxis
XIRR( Waarden; Data[; Geschat = 0.1 ] )
- Parameters
- Commentaar: WaardenType: Een decimale breuk (floating point) (zoals 1.3, 0.343, 253)Commentaar: DataType: DatumCommentaar: SchattingType: Een decimale breuk (floating point) (zoals 1.3, 0.343, 253)
- Voorbeelden
XIRR(B1:B4;C1:C4) Stel B1:B4 bevat -20000. 4000. 12000. 8000 en C1:C4 bevat "=DATE(2000;1;1)". "=DATE(2000;6;1)". "=DATE(2000;12;30)". "=DATE(2001;3;1)"; geeft 0.2115964 terug
- Gerelateerde functies
IRR
De functie XNPV berekent de netto huidige waarde van een serie kasbetalingen.
- Syntaxis
XNPV( Rente; Waarden; Datums )
- Parameters
- Commentaar: RenteType: Een decimale breuk (floating point) (zoals 1.3, 0.343, 253)Commentaar: WaardenType: Een decimale breuk (floating point) (zoals 1.3, 0.343, 253)Commentaar: DataType: Datum
- Voorbeelden
XNPV(5%;B1:B4;C1:C4) Stel B1:B4 bevat -20000. 4000. 12000. 8000 enC1:C4 bevat "=DATE(2000;1;1)". "=DATE(2000;6;1)". "=DATE(2000;12;30)". "=DATE(2001;3;1)"; geeft 2907.83187 terug
- Gerelateerde functies
NPV
YIELDDISC berekent de opbrengstrente van een waardepapier met korting per 100 valuta-eenheden van de zichtwaarde.
- Syntaxis
YIELDDISC(betaaldatum; vervaldatum; prijs; uitbetaling; basis)
- Parameters
- Commentaar: BetaaldatumType: DatumCommentaar: VervaldatumType: DatumCommentaar: PrijsType: Een decimale breuk (floating point) (zoals 1.3, 0.343, 253)Commentaar: AflossingType: Een decimale breuk (floating point) (zoals 1.3, 0.343, 253)Commentaar: BasisType: Geheel getal (zoals 1; 132; 2344)
- Voorbeelden
YIELDDISC(DATE(1990;6;1);DATE(1990;12;31);941.66667;1000) geeft 0.106194684 terug
De functie YIELDMAT berekent de opbrengst van een waardepapier waarvan de rente op de vervaldatum betaalt wordt.
- Syntaxis
YIELDMAT( Betaaldatum; Vervaldatum; Uitgavedatum; Rente; Prijs; Basis )
- Parameters
- Commentaar: BetaaldatumType: DatumCommentaar: VervaldatumType: DatumCommentaar: UitgaveType: DatumCommentaar: KortingstariefType: Een decimale breuk (floating point) (zoals 1.3, 0.343, 253)Commentaar: PrijsType: Een decimale breuk (floating point) (zoals 1.3, 0.343, 253)Commentaar: BasisType: Geheel getal (zoals 1; 132; 2344)
- Voorbeelden
YIELDMAT(DATE(1990;6;1);DATE(1995;12;31);DATE(1990; 1; 1); 6%;103.819218241) geeft 0.050000000 terug
- Gerelateerde functies
YIELDDISC
De functie ZERO_COUPON() berekent de waarde van een zero-coupon (purekorting) obligatie. Bijvoorbeeld: als het rentetarief 10% is, dan zal een obligatie van $1000 na een looptijd van 20 jaar een waarde vertegenwoordigen van ZERO_COUPON(1000;.1;20) oftewel $148.64.
- Syntaxis
ZERO_COUPON(nominale waarde;rente;jaren)
- Parameters
- Commentaar: Nominale waardeType: Een decimale breuk (floating point) (zoals 1.3, 0.343, 253)Commentaar: RenteType: Een decimale breuk (floating point) (zoals 1.3, 0.343, 253)Commentaar: JarenType: Een decimale breuk (floating point) (zoals 1.3, 0.343, 253)
- Voorbeelden
ZERO_COUPON(1000;.1;20) geeft 148.64 terug
De functie ERRORTYPE() vertaalt een fout naar een getal. Indien de waarde geen fout is, wordt er een foutmelding teruggegeven, en anders een getal als code. Foutcodes zijn dezelfde als die in Excel.
- Syntaxis
ERRORTYPE(waarde)
- Parameters
- Commentaar: FoutType: Elk type waarde
- Voorbeelden
ERRORTYPE(NA()) geeft 7 terug
- Voorbeelden
ERRORTYPE(0) geeft een foutmelding terug
Geeft de huidige bestandsnaam. Als het huidige document niet is opgeslagen wordt er een lege tekenreeks teruggegeven.
- Syntaxis
FILENAME()
- Parameters
De functie FORMULA() geeft de formule in een cel terug als een tekenreeks.
- Syntaxis
FORMULA(x)
- Parameters
- Commentaar: ReferentieType: Referentie
- Voorbeelden
FORMULA(A1) geeft de tekenreeks "=SUM(1+2)" terug als deze formule de inhoud is van de cel A1.
De functie INFO(type) geeft informatie over de huidige werkomgeving terug. De parameter type geeft aan welk type informatie u wilt terug ontvangen. Dit is een van de volgende: "directory" geeft het pad van de huidige map, "numfile" geeft het aantal actieve documenten, "release" geeft de versie van Calligra Sheets als tekst, "recalc" geeft de huidige herberekeningsmethode: "automatisch" of "handmatig", "system" geeft de naam van de werkomgeving, en "osversion" geeft het huidige besturingssysteem terug.
- Syntaxis
INFO(type)
- Parameters
- Commentaar: Type van informatieType: Tekst
De functie ISBLANK() geeft Waar terug als de parameter leeg is. Anders geeft de functie Onwaar terug.
- Syntaxis
ISBLANK(x)
- Parameters
- Commentaar: Elke waardeType: Elk type waarde
- Voorbeelden
ISBLANK(A1) geeft Waar terug als A1 leeg is
- Voorbeelden
ISBLANK(A1) geeft Onwaar terug als A1 een waarde bevat
De functie ISDATE() geeft Waar terug als de parameter een datumwaarde is, anders geeft deze Onwaar terug
- Syntaxis
ISDATE(x)
- Parameters
- Commentaar: Elke waardeType: Elk type waarde
- Voorbeelden
ISDATE("02:02:2000") geeft Waar terug
- Voorbeelden
ISDATE("hallo") geeft Onwaar terug
De functie ISERR() geeft Waar terug als de parameter een fout is anders dan N/A, en anders Onwaar. Gebruik ISERROR() als u ook de fout N/A wilt meenemen.
De functie ISERROR() geeft Waar terug als de parameter een fout is (elk type fout), anders geeft deze Onwaar terug.
De functie ISEVEN() geeft Waar terug als het getal even is, anders geeft deze Onwaar terug.
- Syntaxis
ISEVEN(x)
- Parameters
- Commentaar: Elke waardeType: Elk type waarde
- Voorbeelden
ISEVEN(12) geeft Waar terug
- Voorbeelden
ISEVEN(-7) geeft Onwaar terug
De functie ISBLANK() geeft Waar terug als de parameter leeg is. Anders geeft de functie Onwaar terug
- Syntaxis
ISFORMULA(x)
- Parameters
- Commentaar: ReferentieType: Referentie
De functie ISLOGICAL() geeft Waar terug als de parameter een Booleaanse waarde is, anders geeft deze Onwaar terug.
- Syntaxis
ISLOGICAL(x)
- Parameters
- Commentaar: Elke waardeType: Elk type waarde
- Voorbeelden
ISLOGICAL(A1 >A2) geeft Waar terug
- Voorbeelden
ISLOGICAL(12) geeft Onwaar terug
De functie ISNA() geeft Waar als de parameter een fout is van het type N/A, anders geeft deze Onwaar terug.
De functie ISNONTEXT() geeft Waar terug als de parameter geen tekenreeks is, anders geeft deze Onwaar terug. Is gelijk aan ISNOTTEXT().
- Syntaxis
ISNONTEXT(x)
- Parameters
- Commentaar: Elke waardeType: Elk type waarde
- Voorbeelden
ISNONTEXT(12) geeft Waar terug
- Voorbeelden
ISNONTEXT("hallo") geeft Onwaar terug
- Gerelateerde functies
ISNOTTEXT
De functie ISNOTTEXT() geeft Waar terug als de parameter geen tekenreeks is, anders geeft deze Onwaar terug. Is gelijk aan ISNONTEXT().
- Syntaxis
ISNOTTEXT(x)
- Parameters
- Commentaar: Elke waardeType: Elk type waarde
- Voorbeelden
ISNOTTEXT(12) geeft Waar terug
- Voorbeelden
ISNOTTEXT("hallo") geeft Onwaar terug
- Gerelateerde functies
ISNONTEXT
De functie ISNUM() geeft Waar terug als de parameter een numerieke waarde is, anders geeft die Onwaar terug. Is gelijk aan ISNUMBER().
- Syntaxis
ISNUM(x)
- Parameters
- Commentaar: Elke waardeType: Elk type waarde
- Voorbeelden
ISNUM(12) geeft Waar terug
- Voorbeelden
ISNUM(hallo) geeft Onwaar terug
- Gerelateerde functies
ISNUMBER
De functie ISNUMBER() geeft Waar terug als de parameter een numerieke waarde is, anders geeft die Onwaar terug. Is gelijk aan ISNUM().
- Syntaxis
ISNUMBER(x)
- Parameters
- Commentaar: Elke waardeType: Elk type waarde
- Voorbeelden
ISNUMBER(12) geeft Waar terug
- Voorbeelden
ISNUMBER(hallo) geeft Onwaar terug
- Gerelateerde functies
ISNUM
De functie ISODD() geeft Waar terug als het getal oneven is, anders geeft deze Onwaar terug.
- Syntaxis
ISODD(x)
- Parameters
- Commentaar: Elke waardeType: Elk type waarde
- Voorbeelden
ISODD(12) geeft Onwaar terug
- Voorbeelden
ISODD(-7) geeft Waar terug
De functie ISREF() geeft Waar terug als de parameter verwijst naar een referentie (verwijzing), anders geeft deze Onwaar terug
- Syntaxis
ISREF(x)
- Parameters
- Commentaar: Elke waardeType: Elk type waarde
- Voorbeelden
ISREF(A12) geeft Waar terug
- Voorbeelden
ISREF("hallo") geeft Onwaar terug
De functie ISTEXT() geeft Waar terug als de parameter een tekenreeks is, anders geeft deze Onwaar terug
- Syntaxis
ISTEXT(x)
- Parameters
- Commentaar: Elke waardeType: Elk type waarde
- Voorbeelden
ISTEXT(12) geeft Onwaar terug
- Voorbeelden
ISTEXT("hallo") geeft Waar terug
De functie ISTIME() geeft Waar terug als de parameter een tijdwaarde is, anders geeft die Onwaar terug.
- Syntaxis
ISTIME(x)
- Parameters
- Commentaar: Elke waardeType: Elk type waarde
- Voorbeelden
ISTIME("12:05") geeft Waar terug
- Voorbeelden
ISTIME("hallo") geeft Onwaar terug
De functie N() converteert een waarde naar een getal. Als de waarde een getal is, of naar een getal verwijst, dan geeft deze functie het getal terug. Als de waarde Waar is, geeft de functie 1 terug. Als de waarde een datum is, dan geeft de functie het dagnummer van de datum terug. Bij alle overige geeft de functie een 0 terug.
- Syntaxis
N(waarde)
- Parameters
- Commentaar: WaardeType: Elk type waarde
- Voorbeelden
N(3.14) geeft 3.14 terug
- Voorbeelden
N("7") geeft 0 terug (omdat "7" een tekst is)
De functie NA() geeft de constante foutwaarde N/A terug.
De functie TYPE() geeft 1 terug, als de waarde een getal is, 2 als de waarde tekst is, 4 als de waarde een Booleaanse (logische) waarde is, 16 als er een fout- (error) waarde staat of 64 als de waarde een reeks is. Als de cel die de waarde representeert een formule bevat, dan wordt het type dat door de formule wordt teruggegeven genoemd.
- Syntaxis
TYPE(x)
- Parameters
- Commentaar: Elke waardeType: Elk type waarde
- Voorbeelden
TYPE(A1) geeft 2 terug als A1 "tekst" bevat
- Voorbeelden
TYPE(-7) geeft 1 terug
- Voorbeelden
TYPE(A2) geeft 1 terug. als "=CURRENTDATE()" de inhoud is van A2
De functie AND() geeft de waarde Waar terug als alle waarden Waar zijn, en anders wordt de waarde Onwaar teruggegeven (als een of meer van de waarden een fout is wordt een foutmelding teruggegeven).
- Syntaxis
AND(waarde;waarde;...)
- Parameters
- Commentaar: Booleaanse waardenType: Een bereik (range) van Booleaanse waarden (True of False (Waar of Onwaar))Commentaar: Booleaanse waardenType: Een bereik (range) van Booleaanse waarden (True of False (Waar of Onwaar))Commentaar: Booleaanse waardenType: Een bereik (range) van Booleaanse waarden (True of False (Waar of Onwaar))Commentaar: Booleaanse waardenType: Een bereik (range) van Booleaanse waarden (True of False (Waar of Onwaar))Commentaar: Booleaanse waardenType: Een bereik (range) van Booleaanse waarden (True of False (Waar of Onwaar))
- Voorbeelden
AND(Waar;Waar;Waar) geeft Waar terug
- Voorbeelden
AND(Waar;Onwaar) geeft Onwaar terug
De functie FALSE() geeft de Booleaanse waarde Onwaar terug.
- Syntaxis
FALSE()
- Parameters
- Voorbeelden
FALSE() geeft Onwaar terug
De functie IF() is een voorwaardelijke functie. De functie geeft de tweede parameter terug als de voorwaarde Waar is, en anders de derde parameter (waarvan de standaard waarde Onwaar is).
- Syntaxis
IF(voorwaarde;indien_Waar;indien_Onwaar)
- Parameters
- Commentaar: VoorwaardeType: Een Booleaanse waarde (True of False (Waar of Onwaar))Commentaar: Indien WaarType: Elk type waardeCommentaar: Indien OnwaarType: Elk type waarde
- Voorbeelden
A1=4;A2=6;IF(A1 >A2;5;3) geeft 3 terug
Geef niet foutieve X terug, en anders een alternatieve waarde.
- Syntaxis
IFERROR(ElkeX;ElkAlternatief)
- Parameters
- Commentaar: Elke xType: Elk type waardeCommentaar: Elk alternatiefType: Elk type waarde
- Voorbeelden
IFERROR(A1;A2) geeft de inhoud terug van A1 indien die niet foutief is en anders de inhoud van A2.
Geef X terug indien het geen NA is, en anders een alternatieve waarde.
- Syntaxis
IFNA(ElkeX;ElkAlternatief)
- Parameters
- Commentaar: Elke xType: Elk type waardeCommentaar: Elk alternatiefType: Elk type waarde
- Voorbeelden
IFNA(A1;A2) geeft de inhoud terug van A1 indien die niet een #N/A is en anders de inhoud van A2. Een #N/A is een "No Answer" (Geen (toepasselijk) antwoord).
De functie NAND() geeft Onwaar terug als alle waarden Waar zijn, en anders wordt Onwaar teruggegeven.(NAND() is NOT (AND())).
- Syntaxis
NAND(Waarde;Waarde;...)
- Parameters
- Commentaar: Booleaanse waardenType: Een bereik (range) van Booleaanse waarden (True of False (Waar of Onwaar))Commentaar: Booleaanse waardenType: Een bereik (range) van Booleaanse waarden (True of False (Waar of Onwaar))Commentaar: Booleaanse waardenType: Een bereik (range) van Booleaanse waarden (True of False (Waar of Onwaar))Commentaar: Booleaanse waardenType: Een bereik (range) van Booleaanse waarden (True of False (Waar of Onwaar))Commentaar: Booleaanse waardenType: Een bereik (range) van Booleaanse waarden (True of False (Waar of Onwaar))
- Voorbeelden
NAND(Waar;Onwaar;Onwaar) geeft Waar terug
- Voorbeelden
NAND(Waar;Waar) geeft Onwaar terug
De functie NOR() geeft Onwaar terug als op zijn minst één waarde Waar is en anders wordt Waar teruggegeven. (NOR is NOT (OR())).
- Syntaxis
NOR(Waarde;Waarde;...)
- Parameters
- Commentaar: Booleaanse waardenType: Een bereik (range) van Booleaanse waarden (True of False (Waar of Onwaar))Commentaar: Booleaanse waardenType: Een bereik (range) van Booleaanse waarden (True of False (Waar of Onwaar))Commentaar: Booleaanse waardenType: Een bereik (range) van Booleaanse waarden (True of False (Waar of Onwaar))Commentaar: Booleaanse waardenType: Een bereik (range) van Booleaanse waarden (True of False (Waar of Onwaar))Commentaar: Booleaanse waardenType: Een bereik (range) van Booleaanse waarden (True of False (Waar of Onwaar))
- Voorbeelden
NOR(Waar;Onwaar;Onwaar) geeft Onwaar terug
- Voorbeelden
NOR(Onwaar;Onwaar) geeft Waar terug
De functie NOT() geeft Waar terug als de waarde Onwaar is en Onwaar als de waarde Waar is. Het geeft een foutmelding terug als de waarde een fout is.
- Syntaxis
NOT(bool)
- Parameters
- Commentaar: Booleaanse waardeType: Een Booleaanse waarde (True of False (Waar of Onwaar))
- Voorbeelden
NOT(Onwaar) geeft Waar terug
- Voorbeelden
NOT(Waar) geeft Onwaar terug
De functie OR() geeft Waar terug als minstens een der waarden Waar is, en anders wordt Onwaar teruggegeven (als een of meer van de waarden een fout is wordt een foutmelding teruggegeven).
- Syntaxis
OR(Waarde;Waarde;...)
- Parameters
- Commentaar: Booleaanse waardenType: Een bereik (range) van Booleaanse waarden (True of False (Waar of Onwaar))Commentaar: Booleaanse waardenType: Een bereik (range) van Booleaanse waarden (True of False (Waar of Onwaar))Commentaar: Booleaanse waardenType: Een bereik (range) van Booleaanse waarden (True of False (Waar of Onwaar))Commentaar: Booleaanse waardenType: Een bereik (range) van Booleaanse waarden (True of False (Waar of Onwaar))Commentaar: Booleaanse waardenType: Een bereik (range) van Booleaanse waarden (True of False (Waar of Onwaar))
- Voorbeelden
OR(Onwaar;Onwaar;Onwaar) geeft Onwaar terug
- Voorbeelden
OR(Waar;Onwaar) geeft Waar terug
De functie TRUE() geeft de Booleaanse waarde Waar terug.
- Syntaxis
TRUE()
- Parameters
- Voorbeelden
TRUE() geeft Waar terug
Per definitie geeft XOR(Waar;Waar) en XOR(Onwaar;Onwaar) Onwaar terug, en XOR(Waar;Onwaar) en XOR(Onwaar;Waar) geeft Waar terug. Dus de tweede parameter Waar is een soort schakelaar, voor de eerste parameter. Daardoor, wanneer er meer dan twee parameters zijn, geeft XOR() Waar terug bij een oneven aantal parameters Waar, en Onwaar indien dit aantal even is. Indien een parameter een fout is wordt een fout teruggegeven.(Noot vertaler: de functie werkt niet goed, bijvoorbeeld XOR(Onwaar;Waar;Waar;Waar) geeft als antwoord Onwaar, en dit moet Waar zijn; is op 2011-04-22 verbeterd, maar niet getest)
- Syntaxis
XOR(Waarde;Waarde;...)
- Parameters
- Commentaar: Booleaanse waardenType: Een bereik (range) van Booleaanse waarden (True of False (Waar of Onwaar))Commentaar: Booleaanse waardenType: Een bereik (range) van Booleaanse waarden (True of False (Waar of Onwaar))Commentaar: Booleaanse waardenType: Een bereik (range) van Booleaanse waarden (True of False (Waar of Onwaar))Commentaar: Booleaanse waardenType: Een bereik (range) van Booleaanse waarden (True of False (Waar of Onwaar))Commentaar: Booleaanse waardenType: Een bereik (range) van Booleaanse waarden (True of False (Waar of Onwaar))
- Voorbeelden
XOR(Onwaar;Onwaar;Onwaar) geeft Onwaar terug (Vert.: volgens de Engelse tekst Waar, maar dat is onjuist)
- Voorbeelden
XOR(Waar;Onwaar) geeft Waar terug
De functie ADDRESS() maakt een celadres aan. Parameter rij is het rijnummer en kol is het kolomnummer.
Absoluut getal specificeert het type referentie: 1, of weggelaten = Absoluut, 2 = Absolute rij; relatieve kolom, 3 = Relatieve rij; absolute kolom en 4 = Relatief.
A1-stijl specificeert de stijl van het adres dat wordt teruggegeven. Als A1 Waar is (standaard), dan wordt het adres gegeven in de A1-stijl. Als A1 Onwaar is, dan wordt het adres gegeven in de R1K1-stijl.
Werkbladnaam is de tekst voor de naam van het werkblad.
- Syntaxis
ADDRESS(rij; kol; absoluut; stijl; Werkbladnaam)
- Parameters
- Commentaar: RijnummerType: Geheel getal (zoals 1; 132; 2344)Commentaar: KolomnummerType: Geheel getal (zoals 1; 132; 2344)Commentaar: Absoluut getal (optioneel)Type: Geheel getal (zoals 1; 132; 2344)Commentaar: A1-stijl (optioneel)Type: Een Booleaanse waarde (True of False (Waar of Onwaar))Commentaar: Naam werkbladType: Tekst
- Voorbeelden
ADDRESS(6; 4) geeft $D$6 terug
- Voorbeelden
ADDRESS(6; 4; 2) geeft D$6 terug
- Voorbeelden
ADDRESS(6; 4; 2; Onwaar; "Werkblad1") geeft Werkblad1!R6K[4] terug
- Voorbeelden
ADDRESS(6; 4; 1; Onwaar; "Werkblad1") geeft Werkblad!R6K4 terug
- Voorbeelden
ADDRESS(6; 4; 4; Waar; "Werkblad1") geeft Werkblad1!D6 terug
Geeft het aantal bereiken in de referentietekenreeks. Een bereik kan een losse cel zijn of een verzameling cellen.
- Syntaxis
AREAS(referentie)
- Parameters
- Commentaar: ReferentieType: Een bereik (range) van tekenreeksen
- Voorbeelden
AREAS(A1) geeft 1 terug
- Voorbeelden
AREAS((A1; A2:A4)) geeft 2 terug
Geeft informatie terug over positie, opmaak of inhoud in een referentie.
- Syntaxis
CELL(type; referentie)
- Parameters
- Commentaar: TypeType: TekstCommentaar: ReferentieType: Referentie
- Voorbeelden
CELL("COL", C7) geeft 3 terug
- Voorbeelden
CELL("ROW", C7) geeft 7 terug
- Voorbeelden
CELL("ADDRESS", C7) geeft $C$7 terug
Geeft de parameter terug die door de index wordt aangewezen.
- Syntaxis
CHOOSE(index; parameter1; parameter2;...)
- Parameters
- Commentaar: IndexType: Geheel getal (zoals 1; 132; 2344)Commentaar: ArgumentenType:
- Voorbeelden
CHOOSE(1; "1st"; "2nd") geeft "1st" terug
- Voorbeelden
CHOOSE(2; 3; 2; 4) geeft 2 terug
De functie COLUMN() geeft de kolom terug van een opgegeven celreferentie. Als er geen parameter wordt opgegeven, dan wordt de kolom van de huidige cel teruggegeven.
De functie COLUMNS() geeft het aantal kolommen in een referentie terug.
Zoeken naar een overeenkomstige waarde in de eerste rij van de gegeven tabel, en teruggeven van de waarde van de aangegeven rij.
Zoekt de 'opzoekwaarde' op in de eerste rij van de 'gegevensbron'. Als een waarde hiermee overeenkomt, wordt de waarde in de 'rij' en de kolom waarin de gevonden waarde zich bevindt, teruggegeven. Als 'gesorteerd' Waar is (standaard), wordt aangenomen dat de eerste rij gesorteerd is. Het zoeken wordt beëindigd als de 'opzoekwaarde' kleiner is dan de waarde waar die nu mee wordt vergeleken.
- Syntaxis
HLOOKUP(opzoekwaarde; gegevensbron; rij; gesorteerd)
- Parameters
- Commentaar: OpzoekwaardeType: Tekenreeks/numeriekCommentaar: GegevensbronType: ReeksCommentaar: RijType: Geheel getal (zoals 1; 132; 2344)Commentaar: Gesorteerd (optioneel)Type: Een Booleaanse waarde (True of False (Waar of Onwaar))
Als een bereik wordt gegeven wordt de waarde teruggegeven die is opgeslagen in een gegeven rij/kolom. Als een cel wordt gegeven die een rij waarden bevat wordt een element uit de rij teruggegeven.
- Syntaxis
INDEX(cel. rij. kolom)
- Parameters
- Commentaar: ReferentieType: TekstCommentaar: RijType: Geheel getal (zoals 1; 132; 2344)Commentaar: KolomType: Geheel getal (zoals 1; 132; 2344)
- Voorbeelden
INDEX(A1:C3;2;2) geeft inhoud terug van B2
- Voorbeelden
INDEX(A1;2;2), als A1 het resultaat is van een reeks-berekening, wordt het element (2,2) ervan teruggegeven.
Geeft de inhoud van een cel terug, die wordt aangewezen door de referentietekst. De tweede parameter is optioneel.
- Syntaxis
INDIRECT(referentekst, a1-stijl)
- Parameters
- Commentaar: ReferentieType: TekstCommentaar: A1-stijl (optioneel)Type: Een Booleaanse waarde (True of False (Waar of Onwaar))
- Voorbeelden
INDIRECT(A1). Stel dat A1 bevat "B1", en B1 bevat 1 = > geeft 1 terug
- Voorbeelden
INDIRECT("A1"), geeft inhoud terug van A1 terug
De functie LOOKUP() zoekt de eerste parameter op in de opzoekvector, en geeft een waarde terug in de resultaatvector met dezelfde index als van de overeenkomende waarde in de opzoekvector. Als de waarde van de parameter niet voorkomt in de opzoekvector wordt de volgende parameter opgezocht. Als voor geen enkele parameter een overeenkomende waarde wordt gevonden in de opzoekvector wordt een fout teruggegeven. De opzoekvector moet in stijgende volgorde zijn gesorteerd en de opzoek- en resultaatvectoren moeten dezelfde grootte hebben. Numerieke waarden, tekenrijen en Booleaanse (logische) waarden worden herkend. Bij vergelijkingen tussen tekenreeksen wordt verschil gemaakt tussen hoofd- en kleine letters.
- Syntaxis
LOOKUP(waarde; opzoekvector; resultaatvector)
- Parameters
- Commentaar: OpzoekwaardeType: Tekenreeks/numeriekCommentaar: OpzoekvectorType: Tekenreeks/numeriekCommentaar: ResultaatvectorType: Tekenreeks/numeriek
- Voorbeelden
LOOKUP(1.232; A1:A6; B1:B6) met A1 = 1, A2 = 2 geeft de waarde terug van B1.
Zoekt naar een zoekwaarde in een zoekgebied, en geeft de positie ervan terug (geteld vanaf 1). Zoektype kan -1, 0 of 1 zijn, en bepaalt hoe naar de waarde wordt gezocht. Indien het zoektype 0 is, dan wordt de index teruggegeven van de eerste waarde die gelijk is aan de zoekwaarde. Inien het zoektype 1 is (of wordt weggelaten), wordt de index teruggegeven van de eerste waarde die kleiner is of gelijk aan de zoekwaarde, en de waarden in het zoekgebied moeten in oplopende volgorde zijn gesorteerd. Indien het zoektype -1 is, wordt de kleinste waarde gevonden groter dan of gelijk aan de zoekwaarde, het zoekgebied moet dan aflopend zijn gesorteerd.
- Syntaxis
MATCH(zoekwaarde; zoekgebied; zoektype)
- Parameters
- Commentaar: ZoekwaardeType: Tekenreeks/numeriekCommentaar: ZoekgebiedType: Referentie/reeksCommentaar: Zoektype (optioneel)Type: Geheel getal (zoals 1; 132; 2344)
MULTIPLE.OPERATIONS voert de formule uit waarnaar wordt verwezen (pointed to) door Formulecel, en alle formules waarvan het afhankelijk is. Tegelijkertijd worden alle verwijzingen naar Rijcel vervangen door verwijzingen naar Rijvervanging, en alle verwijzingen naar Kolomcel door verwijzingen naar Kolomvervanging. De functie is nuttig voor het aanmaken van tabellen van uitdrukkingen met twee invoerparameters.
- Syntaxis
MULTIPLE.OPERATIONS(Formulecel; Rijcel; Rijvervanging; Kolomcel; Kolomvervanging)
- Parameters
- Commentaar: Cel met formuleType: ReferentieCommentaar: RijcelType: ReferentieCommentaar: Vervanging van rijType: ReferentieCommentaar: Kolomcel(optioneel)Type: ReferentieCommentaar: Vervanging van kolom (optioneel)Type: Referentie
Wijzigt positie en dimensie van een referentie.
- Syntaxis
OFFSET(Reference referentie; Integer rijOffset; Integer kolomOffset; Integer nieuweHoogte; Integer nieuweBreedte)
- Parameters
- Commentaar: Referentie of bereikType: ReferentieCommentaar: Vanaf welk aantal rijenType: Geheel getal (zoals 1; 132; 2344)Commentaar: Vanaf welk aantal kolommenType: Geheel getal (zoals 1; 132; 2344)Commentaar: Hoogte offsetbereik (vanafbereik,optioneel)Type: Geheel getal (zoals 1; 132; 2344)Commentaar: Breedte offsetbereik (vanafbereik,optioneel)Type: Geheel getal (zoals 1; 132; 2344)
De functie ROW() geeft de rij van een opgegeven celreferentie. Als er geen parameter wordt opgegeven wordt de rij van de huidige cel teruggegeven.
De functie ROWS() geeft het aantal rijen in een referentie terug.
Geeft het nummer terug van het werkblad van de referentie, of de tekenreeks van de naam van een werkblad.
- Syntaxis
SHEET(referentie)
- Parameters
- Commentaar: ReferentieType: Referentie
- Voorbeelden
SHEET(Sheet1!C7) geeft 1 terug
- Voorbeelden
SHEET(Sheet2!C7) geeft 2 terug
Geeft het aantal werkbladen terug in een referentie of huidig document.
- Syntaxis
SHEETS(referentie)
- Parameters
- Commentaar: ReferentieType: Referentie
Zoeken naar een overeenkomstige waarde in de eerste kolom van een gegeven tabel, en terug geven van de waarde van die kolom.
Zoekt de 'opzoekwaarde' op in de eerste kolom van de 'gegevensbron'. Als een waarde hiermee overeenkomt wordt de waarde in de 'kolom' en de rij waarin de gevonden waarde zich bevindt, teruggegeven. Als 'gesorteerd' Waar is (standaard), wordt aangenomen dat de eerste kolom gesorteerd is. Het zoeken wordt beëindigd als de 'opzoekwaarde' kleiner is dan de waarde waar die nu mee wordt vergeleken.
- Syntaxis
VLOOKUP(opzoekwaarde; gegevensbron;kolom; gesorteerd)
- Parameters
- Commentaar: OpzoekwaardeType: Tekenreeks/numeriekCommentaar: GegevensbronType: ReeksCommentaar: KolomType: Geheel getal (zoals 1; 132; 2344)Commentaar: Gesorteerd (optioneel)Type: Een Booleaanse waarde (True of False (Waar of Onwaar))
De functie ABS(x) geeft de absolute waarde terug van de decimale breuk x.
- Syntaxis
ABS(x)
- Parameters
- Commentaar: Een decimale breuk (float)Type: Een decimale breuk (floating point) (zoals 1.3, 0.343, 253)
- Voorbeelden
ABS(12.5) geeft 12.5 terug
- Voorbeelden
ABS(-12.5) geeft 12.5 terug
De functie CEIL(x) rondt x naar boven af naar het dichtstbijzijnde gehele getal, en geeft de waarde terug als een double (dus met dubbele precisie).
De functie CEILING(x, significantie, modus) rondt x naar boven af (dus weg van nul) naar het eerstvolgende veelvoud van significantie. De standaardwaarde van significantie is 1 (of -1 als x negatief is), wat dan dus naar boven afronden betekent naar het eerste gehele getal. Als de parameter modus ongelijk is aan nul, rondt deze functie dus af in de richting weg van nul, in plaats van naar boven in de richting van positief oneindig.
- Syntaxis
CEILING(x)
- Parameters
- Commentaar: Een decimale breuk (float)Type: Een decimale breuk (floating point) (zoals 1.3, 0.343, 253)Commentaar: Significantie (optioneel)Type: Een decimale breuk (floating point) (zoals 1.3, 0.343, 253)Commentaar: Modus (optioneel)Type: Een decimale breuk (floating point) (zoals 1.3, 0.343, 253)
- Voorbeelden
CEILING(12.5) wordt 13 terug
- Voorbeelden
CEILING(6.43; 4) geeft 8 terug (8 is het eerste veelvoud van 4 groter dan 6.43)
- Voorbeelden
CEILING(-6.43; -4; 1) geeft -8 terug (afronden van 0 af)
- Voorbeelden
CEILING(-6.43; -4; 0) geeft -4 terug
- Gerelateerde functies
CEIL FLOOR ROUND ROUNDUP
De functie COUNT() telt het aantal getallen in de opgegeven argumenten. U kunt tellen in een bereik: COUNT(A1:B5) of in een lijst met waarden, zoals COUNT(12;5;12.5).
De functie COUNTA() telt het aantal niet-lege argumenten. U kunt tellen in een bereik: COUNTA(A1:B5), of in een lijst met waarden, zoals COUNTA(12;5;12.5).
De functie COUNTBLANK() geeft het aantal lege cellen in het bereik terug.
De functie COUNTIF() geeft het aantal cellen binnen een opgegeven bereik terug, die aan de opgegeven criteria (voorwaarden) voldoen.
De functie CUR(x) geeft de derdemachtswortel terug van niet negatieve x.
- Syntaxis
CUR(x)
- Parameters
- Commentaar: Een decimale breuk (float)Type: Een decimale breuk (floating point) (zoals 1.3, 0.343, 253)
- Voorbeelden
CUR(27) geeft 3 terug CUR(-27) geeft 0 terug (is dus fout).
- Gerelateerde functies
SQRT
De functie DIV() deelt de eerste waarde achtereenvolgens door de andere waarden.
De functie EPS() geeft de "machine-epsilon". Dit is het verschil tussen 1 en de eerstvolgende decimale breuk groter dan 1 dat kan worden opgeslagen in het geheugen. Omdat computers slechts een beperkte verzameling getallen kunnen opslaan in een eindig aantal (8, 16, 32, etc. ) bits. zullen er altijd afrondfouten op kunnen treden in alle berekeningen met decimale breuken. Deze zijn over het algemeen onbeduidend klein. (maar kunnen niettemin leiden tot zeer grote fouten, zoals bij een deling door het verschil van twee bijna gelijke getallen, waarvan er een of beide afgerond zijn. Denk bijvoorbeeld aan differentiëren dat juist om deze reden moeilijk is om nauwkeurig te doen. Een verder minstens zo groot probleem is wanneer twee decimale breuken (floats) met elkaar worden vergeleken die mogelijk gelijk zijn, maar afrondfouten kunnen hebben: hierdoor lijken zij ongelijk te zijn, waardoor bijvoorbeeld een IF()-functie verkeerd wordt uitgevoerd. Conclusie: twee mogelijk (bijna) gelijke decimale breuken met elkaar vergelijken moet worden vermeden).
- Syntaxis
EPS()
- Parameters
- Voorbeelden
Op meeste systemen geeft deze functie 2^-52=2.2204460492503131e-16 terug
- Voorbeelden
0.5*EPS() geeft de "afrondingseenheid"; deze waarde is interessant, want het is de grootste waarde x waarvoor (1+x)-1=0 is (vanwege afrondfouten).
- Voorbeelden
EPS() is zo klein dat Calligra Sheets 1+eps() terug geeft als 1
- Voorbeelden
Neem een getal x tussen 0 en EPS(). Merk op dat (1+x) of naar 0 of naar EPS() wordt afgerond, in (1+x)-1
De functie EVEN() geeft het eerste even getal terug dat groter of gelijk is aan de parameter.
- Syntaxis
EVEN(waarde)
- Parameters
- Commentaar: Decimale breuk (met drijvende komma)Type: Een decimale breuk (floating point) (zoals 1.3, 0.343, 253)
- Voorbeelden
EVEN(1.2) geeft 2 terug
- Voorbeelden
EVEN(2) geeft 2 terug
- Gerelateerde functies
ODD
De functie EXP(x) geeft de waarde van e tot de macht x terug (e = 2.71828.... is het grondtal voor natuurlijke logaritmen. EXP() is dus de inverse functie van LN()).
- Syntaxis
EXP(x)
- Parameters
- Commentaar: Een decimale breuk (float)Type: Een decimale breuk (floating point) (zoals 1.3, 0.343, 253)
- Voorbeelden
EXP(9) geeft 8103.08392758 terug
- Voorbeelden
EXP(-9) geeft 0.00012341 terug
- Gerelateerde functies
LN
De functie FACT() berekent de faculteit van (het gehele deel) van de parameter. De wiskundige uitdrukking is (waarde)!, uitgesproken als bijvoorbeeld 3 faculteit (3!= 1*2*3 = 6).
- Syntaxis
FACT(getal)
- Parameters
- Commentaar: Een decimale breuk (float)Type: Een decimale breuk (floating point) (zoals 1.3, 0.343, 253)
- Voorbeelden
FACT(10) geeft 3628800 terug
- Voorbeelden
FACT(0) geeft 1 terug (dit is per definitie)
De functie FACTDOUBLE() berekent de dubbele faculteit van een getal. De wiskundige uitdrukking hiervoor is x!!. Zie de voorbeelden.
- Syntaxis
FACTDOUBLE(getal)
- Parameters
- Commentaar: Een decimale breuk (float)Type: Een decimale breuk (floating point) (zoals 1.3, 0.343, 253)
- Voorbeelden
FACTDOUBLE(6) geeft 48 terug ( is 2*4*6)
- Voorbeelden
FACTDOUBLE(7) geeft 105 terug (is 1*3*5*7)
De functie FIB() berekent de n-de term van een Fibonacci-reeks (1, 1, 2, 3, 5, 8, 13, 21 ...). Hierin is na de eerste twee termen elke term de som van beide termen die er direct aan vooraf gaan. FIB(0) is per definitie 0.
- Syntaxis
FIB(n)
- Parameters
- Commentaar: N-de termType: Een decimale breuk (floating point) (zoals 1.3, 0.343, 253)
- Voorbeelden
FIB(9) geeft 34 terug
- Voorbeelden
FIB(26) geeft 121393 terug
Rondt een getal x naar beneden af naar het eerstvolgende veelvoud van de tweede parameter, significantie.
De functie FLOOR(x, significantie) rondt x naar beneden (naar nul toe) af naar het eerstvolgende veelvoud van significantie. De standaardwaarde van significantie is 1, als x positief is, en -1 als x negatief is, wat dan afronden naar boven betekent naar het eerstvolgende gehele getal.Indien modus wordt gegeven, ongelijk aan nul, wordt x in de richting van 0 afgerond tot een veelvoud van significantie, en daarna van teken voorzien. Anders wordt afgerond in de richting van negatief oneindig.Indien een van de parameters x of significantie nul is, is het antwoord nul.
- Syntaxis
FLOOR(x)
- Parameters
- Commentaar: Een decimale breuk (float)Type: Een decimale breuk (floating point) (zoals 1.3, 0.343, 253)Commentaar: Significantie (optioneel)Type: Een decimale breuk (floating point) (zoals 1.3, 0.343, 253)Commentaar: Modus (optioneel)Type: Een decimale breuk (floating point) (zoals 1.3, 0.343, 253)
- Voorbeelden
FLOOR(12.5) geeft 12 terug
- Voorbeelden
FLOOR(-12.5) geeft -13 terug
- Voorbeelden
FLOOR(5; 2) is gelijk aan 4
- Voorbeelden
FLOOR(5; 2.2) is gelijk aan 4.4
- Gerelateerde functies
CEIL CEILING ROUND ROUNDDOWN
De functie GAMMA() geeft de waarde van de gammafunctie terug.
- Syntaxis
GAMMA(waarde)
- Parameters
- Commentaar: Decimale breuk (met drijvende komma)Type: Een decimale breuk (floating point) (zoals 1.3, 0.343, 253)
- Voorbeelden
GAMMA(1) geeft 1 terug
- Gerelateerde functies
FACT
De functie GCD() (Greatest Common Divider; is GGD: Grootste Gemene Deler) geeft het grootste deeltal (deler) terug van twee of meer gehele waarden.
- Syntaxis
GCD(waarde; waarde)
- Parameters
- Commentaar: Eerste getalType: Een bereik (range) van gehele getallen (zoals 1; 132; 2344)Commentaar: Tweede getalType: Een bereik (range) van gehele getallen (zoals 1; 132; 2344)Commentaar: Derde getalType: Een bereik (range) van gehele getallen (zoals 1; 132; 2344)
- Voorbeelden
GCD(6;4) geeft 2 terug
- Voorbeelden
GCD(10;20) geeft 10 terug
- Voorbeelden
GCD(20;15;10) geeft 5 terug
- Gerelateerde functies
LCM
De functie G_PRODUCT() is gelijk aan KPRODUCT(), en is aanwezig vanwege de compatibiliteit met Gnumeric.
- Syntaxis
G_PRODUCT(waarde;waarde;...)
- Parameters
- Commentaar: WaardenType: FLOAT
- Gerelateerde functies
KPRODUCT
De functie INT() geeft het gehele gedeelte van de waarde terug.
De functie INV() vermenigvuldigt een waarde met -1.
- Syntaxis
INV(waarde)
- Parameters
- Commentaar: Decimale breuk (met drijvende komma)Type: Een decimale breuk (floating point) (zoals 1.3, 0.343, 253)
- Voorbeelden
INV(-5) geeft 5 terug
- Voorbeelden
INV(5) geeft -5 terug
- Voorbeelden
INV(0) geeft 0 terug
De functie KPRODUCT() berekent het product van alle waarden die als parameter zijn opgegeven. U kunt het product in een bepaald bereik, KPRODUCT(A1:B5), berekenen of van een lijst van waarden, zoals KPRODUCT(12;5.12.5). Als er geen numerieke waarden worden gevonden wordt 1 teruggegeven.
De functie LCM() (Least Common Multiple; is KGV: Kleinste Gemene Veelvoud) geeft het kleinste gemene veelvoud terug van twee of meer decimale breuken
- Syntaxis
LCM(waarde;waarde)
- Parameters
- Commentaar: Eerste getalType: FLOATCommentaar: Tweede getalType: FLOAT
- Voorbeelden
LCM(6;4) geeft 12 terug
- Voorbeelden
LCM(1.5;2.25) geeft 4.5 terug
- Voorbeelden
LCM(2;3;4) geeft 12 terug
- Gerelateerde functies
GCD
De functie LN(x) geeft de natuurlijke logaritme van x terug; voor x >0 (grondtal is e = 2.71828..... ).
De functie LOG(x) geeft de logaritme, met grondtal10, van x terug; x >0.
De functie LOG10(x) geeft de logaritme, met grondtal 10, van x terug; x >0.
De functie LOG2(x) geeft de logaritme, met grondtal 2, van x terug; x >0.
De functie LOGn(x;n) geeft de logaritme, met grondtal n, van x terug.
- Syntaxis
LOGn(waarde;grondtal)
- Parameters
- Commentaar: Een decimale breuk (float)Type: Een decimale breuk (floating point) (zoals 1.3, 0.343, 253)Commentaar: GrondtalType: Een decimale breuk (floating point) (zoals 1.3, 0.343, 253)
- Voorbeelden
LOGn(12;10) geeft 1.07918125 terug
- Voorbeelden
LOGn(12;2) geeft 3.5849625 terug
- Gerelateerde functies
LOG LN LOG10 LOG2
De functie MAX() geeft de grootste waarde terug van de gegeven parameters. Tekenreeksen en Booleaanse (logische) waarden worden niet meegerekend.
De functie MAXA() geeft de grootste waarde terug van de gegeven parameters, met inbegrip van Booleaanse (logische) waarden, waarbij Waar = 1 is en Onwaar = 0. Tekenreeksen worden niet meegerekend.
De functie MDETERM() berekent de determinant van een gegeven matrix. De matrix moet vierkant zijn (nxn matrix).
- Syntaxis
MDETERM(matrix)
- Parameters
- Commentaar: BereikType: Een bereik (range) van decimale (floating point) breuken (zoals 1.3, 0.343, 253)
- Voorbeelden
MDETERM(A1:C3)
- Gerelateerde functies
MMULT
De functie MIN() geeft de kleinste waarde terug van de gegeven parameters. Tekenreeksen en Booleaanse (logische) waarden worden niet meegerekend.
De functie MINA() geeft de kleinste waarde terug van de gegeven parameters, met inbegrip van Booleaanse waarden, waarbij Waar = 1 is en Onwaar = 0. Tekenreeksen worden niet meegerekend.
Berekent de inverse van de matrix.
De matrix vermenigvuldigd met zijn inverse levert de eenheidsmatrix op met dezelfde dimensies.
De determinant van een inverteerbare matrix is ongelijk aan 0.
De functie MMULT() vermenigvuldigt twee matrices met elkaar. Het aantal kolommen van de eerste matrix moet gelijk zijn aan het aantal rijen van de tweede matrix. Het resultaat is een matrix.
- Syntaxis
MMULT(matrix1;matrix2)
- Parameters
- Commentaar: Eerste matrixType: Een bereik (range) van decimale (floating point) breuken (zoals 1.3, 0.343, 253)Commentaar: Tweede matrixType: Een bereik (range) van decimale (floating point) breuken (zoals 1.3, 0.343, 253)
- Voorbeelden
MMULT(A1:C2; D1:E3)
- Gerelateerde functies
MDETERM
De functie MOD() geeft de rest terug na een deling. Als de tweede parameter nul is, dan geeft de functie de foutmelding #DIV/0.
- Syntaxis
MOD(waarde;waarde)
- Parameters
- Commentaar: Decimale breuk (met drijvende komma)Type: Geheel getal (zoals 1; 132; 2344)Commentaar: Decimale breuk (met drijvende komma)Type: Geheel getal (zoals 1; 132; 2344)
- Voorbeelden
MOD(17;5) geeft 2 terug
- Voorbeelden
MOD(5;5) geeft 0 terug
- Gerelateerde functies
DIV
De functie MROUND() geeft de waarde afgerond op het aangegeven veelvoud terug. De waarde en het veelvoud moeten beiden hetzelfde teken hebben
- Syntaxis
MROUND(waarde; veelvoud)
- Parameters
- Commentaar: Decimale breuk (met drijvende komma)Type: Een decimale breuk (floating point) (zoals 1.3, 0.343, 253)Commentaar: VeelvoudType: Een decimale breuk (floating point) (zoals 1.3, 0.343, 253)
- Voorbeelden
MROUND(1.252; 0.5) geeft 1.5 terug
- Voorbeelden
MROUND(-1.252; -0.5) geeft -1.5 terug
- Gerelateerde functies
ROUND
De functie MULTINOMINAL() berekent de multinomiaalcoëfficient van de getallen in de parameters. De volgende formule wordt gebruikt voor MULTINOMINAL(a.b.c):
(a+b+c)! / (a!b!c!) (Noot: 3! betekent 3 faculteit, is 1*2*3 = 6)
- Syntaxis
MULTINOMIAL(waarde;waarde;...)
- Parameters
- Commentaar: WaardenType: FLOAT
- Voorbeelden
MULTINOMIAL(3;4;5) geeft 27720 terug
De functie MULTIPLY() vermenigvuldigt alle waarden van de gegeven parameters met elkaar. U kunt de waarden met elkaar vermenigvuldigen in een gegeven bereik, zoals MULTIPLY(A1:B5), of in een met lijst van waarden, zoals MULTIPLY(12;5;12.5). Deze functie is gelijk aan de functie PRODUCT().
Maakt de eenheidsmatrix aan volgens de gegeven dimensie.
- Syntaxis
MUNIT(dimensie)
- Parameters
- Commentaar: DimensieType: Geheel getal (zoals 1; 132; 2344)
- Voorbeelden
MUNIT(3) maakt een 3x3 eenheidsmatrix aan
- Gerelateerde functies
MINVERSE
De functie ODD() geeft het eerste oneven getal terug dat groter of gelijk is aan de parameter; of het eerste oneven getal kleiner of gelijk aan de parameter als die negatief is. Per definitie is ODD(0) is 1.
- Syntaxis
ODD(waarde)
- Parameters
- Commentaar: Decimale breuk (met drijvende komma)Type: Een decimale breuk (floating point) (zoals 1.3, 0.343, 253)
- Voorbeelden
ODD(1.2) geeft 3 terug
- Voorbeelden
ODD(2) geeft 3 terug
- Voorbeelden
ODD(-2) geeft -3 terug
- Gerelateerde functies
EVEN
De functie POW(x;y) geeft de waarde van x tot de macht y en is gelijk aan POWER().
- Syntaxis
POW(waarde;waarde)
- Parameters
- Commentaar: Decimale breuk (met drijvende komma)Type: Een decimale breuk (floating point) (zoals 1.3, 0.343, 253)Commentaar: Decimale breuk (met drijvende komma)Type: Een decimale breuk (floating point) (zoals 1.3, 0.343, 253)
- Voorbeelden
POW(1.2;3.4) geeft 1.85873 terug
- Voorbeelden
POW(2;3) geeft 8 terug
- Gerelateerde functies
POWER
De functie POWER(x;y) geeft de waarde van x tot de macht y.
- Syntaxis
POWER(waarde;waarde)
- Parameters
- Commentaar: Decimale breuk (met drijvende komma)Type: Een decimale breuk (floating point) (zoals 1.3, 0.343, 253)Commentaar: Decimale breuk (met drijvende komma)Type: Een decimale breuk (floating point) (zoals 1.3, 0.343, 253)
- Voorbeelden
POWER(1.2;3.4) geeft 1.85873 terug
- Voorbeelden
POWER(2;3) geeft 8 terug
- Gerelateerde functies
POW
De functie PRODUCT() berekent het product van alle waarden die als parameter zijn opgegeven. U kunt het product in een bepaald bereik, PRODUCT(A1:B5), berekenen, of van een lijst van waarden, zoals PRODUCT(12;5.12.5). Als er geen numerieke waarden worden gevonden wordt 0 teruggegeven.
De functie QUOTIENT() geeft het gehele deel van de breuk (teller/noemer) terug.
- Syntaxis
QUOTIENT(teller;noemer)
- Parameters
- Commentaar: TellerType: Een decimale breuk (floating point) (zoals 1.3, 0.343, 253)Commentaar: NoemerType: Een decimale breuk (floating point) (zoals 1.3, 0.343, 253)
- Voorbeelden
QUOTIENT(21;4) geeft 5 terug
- Gerelateerde functies
INT
De functie RAND() geeft een pseudo-willekeurig getal tussen 0 en 1 terug.
- Syntaxis
RAND()
- Parameters
- Voorbeelden
RAND() geeft bijvoorbeeld 0.78309922...
- Gerelateerde functies
RANDBETWEEN RANDEXP
De functie RANDBEROUILLI() geeft een Bernoulli-verdeeld pseudo-willekeurig getal terug.
- Syntaxis
RANDBERNOULLI(x)
- Parameters
- Commentaar: Een decimale breuk (tussen 0 en 1)Type: Een decimale breuk (floating point) (zoals 1.3, 0.343, 253)Commentaar: Een decimale breuk (float)Type: Een decimale breuk (floating point) (zoals 1.3, 0.343, 253)
- Voorbeelden
RANDBERNOULLI(0.45)
- Gerelateerde functies
RAND
De functie RANDBETWEEN() geeft een pseudo-willekeurig getal terug tussen de bodem- en topwaarde. Als bodem > top, dan geeft de functie "Err" terug.
- Syntaxis
RANDBETWEEN(bodem;top)
- Parameters
- Commentaar: OnderwaardeType: Geheel getal (zoals 1; 132; 2344)Commentaar: TopwaardeType: Geheel getal (zoals 1; 132; 2344)
- Voorbeelden
RANDBETWEEN(12;78) heeft bijvoorbeeld 61.0811... terug als resultaat (of een andere waarde tussen 12 en 78)
- Gerelateerde functies
RAND
De functie RANDBINOM() geeft een binomiaal-verdeeld pseudo-willekeurig getal terug.
- Syntaxis
RANDBINOM(x)
- Parameters
- Commentaar: Een decimale breuk (tussen 0 en 1)Type: Een decimale breuk (floating point) (zoals 1.3, 0.343, 253)Commentaar: Aantal pogingen (groter dan 0)Type: Geheel getal (zoals 1; 132; 2344)
- Voorbeelden
RANDBINOM(4)
- Gerelateerde functies
RAND RANDNEGBINOM
De functie RANDEXP() geeft een exponentieel verdeeld pseudo-willekeurig getal terug.
- Syntaxis
RANDEXP(x)
- Parameters
- Commentaar: Een decimale breuk (groter dan 0)Type: Een decimale breuk (floating point) (zoals 1.3, 0.343, 253)
- Voorbeelden
RANDEXP(0.88)
- Gerelateerde functies
RAND
De functie RANDNEGBINOM() geeft een negatief-binomiaal-verdeeld pseudo-willekeurig getal terug.
De functie RANDNORM() geeft een normaal- (Gaussisch-) verdeeld pseudo-willekeurig getal terug.
- Syntaxis
RANDNORM(mu; sigma) (mu is het gemiddelde, sigma is de spreiding)
- Parameters
- Commentaar: Gemiddelde waarde van de normale verdelingType: Een decimale breuk (floating point) (zoals 1.3, 0.343, 253)Commentaar: Spreiding van de normale verdelingType: Een decimale breuk (floating point) (zoals 1.3, 0.343, 253)
- Voorbeelden
RANDNORM(0; 1)
- Gerelateerde functies
RAND
De functie RANDPOISSON() geeft een Poisson-verdeeld pseudo-willekeurig getal terug.
- Syntaxis
RANDPOISSON(x)
- Parameters
- Commentaar: Een decimale breuk (groter dan 0)Type: Een decimale breuk (floating point) (zoals 1.3, 0.343, 253)Commentaar: Een decimale breuk (float)Type: Een decimale breuk (floating point) (zoals 1.3, 0.343, 253)
- Voorbeelden
RANDPOISSON(4)
- Gerelateerde functies
RAND
De functie ROOTN(x;n) geeft de niet negatieve n-demachtswortel terug van x.
- Syntaxis
ROOTN(x;n)
- Parameters
- Commentaar: Een decimale breuk (float)Type: Een decimale breuk (floating point) (zoals 1.3, 0.343, 253)Commentaar: WaardeType: Geheel getal (zoals 1; 132; 2344)
- Voorbeelden
ROOTN(9;2) geeft 3 terug
- Gerelateerde functies
SQRT
De functie ROUND(waarde;[cijfers]) rondt een getal af. Cijfers is het aantal cijfers achter de komma waarop u het getal wilt afronden. Als cijfers nul is of weggelaten wordt, dan wordt de waarde afgerond naar het dichtstbijzijnde gehele getal. Als cijfers kleiner is dan nul, dan wordt het hiermee overeenkomende gehele deel van het getal afgerond.
- Syntaxis
ROUND(waarde;[cijfers])
- Parameters
- Commentaar: Decimale breuk (met drijvende komma)Type: Een decimale breuk (floating point) (zoals 1.3, 0.343, 253)Commentaar: CijfersType: Geheel getal (zoals 1; 132; 2344)
- Voorbeelden
ROUND(1.252;2) geeft 1.25 terug
- Voorbeelden
ROUND(-1.252;2) geeft -1.25 terug
- Voorbeelden
ROUND(1.258;2) geeft 1.26 terug
- Voorbeelden
ROUND(-12.25;-1) geeft -10 terug
- Voorbeelden
ROUND(-1.252;0) geeft -1 terug
- Gerelateerde functies
MROUND ROUNDDOWN ROUNDUP
De functie ROUNDDOWN(waarde;[cijfers]) rondt de waarde absoluut naar beneden af.cijfers is het aantal cijfers achter de komma waar op moet worden afgerond. Als cijfers 0 is of wordt weggelaten, dan wordt de waarde naar beneden afgerond naar het dichtstbijzijnde gehele getal.
- Syntaxis
ROUNDDOWN(waarde;[cijfers])
- Parameters
- Commentaar: Decimale breuk (met drijvende komma)Type: Een decimale breuk (floating point) (zoals 1.3, 0.343, 253)Commentaar: CijfersType: Geheel getal (zoals 1; 132; 2344)
- Voorbeelden
ROUNDDOWN(1.252) geeft 1 terug
- Voorbeelden
ROUNDDOWN(1.252;2) geeft 1.25 terug
- Voorbeelden
ROUNDDOWN(-1.252;2) geeft -1.25 terug
- Voorbeelden
ROUNDDOWN(-1.252) geeft -1 terug
- Gerelateerde functies
ROUND ROUNDUP
De functie ROUNDUP(waarde;[cijfers]) rondt een getal absoluut naar boven af. Cijfers is het aantal cijfers achter de komma waarop u het getal wilt afronden. Als cijfers nul is of wordt weggelaten, dan wordt de waarde naar boven afgerond naar het dichtstbijzijnde hele getal.
- Syntaxis
ROUNDUP(waarde;[cijfers])
- Parameters
- Commentaar: Decimale breuk (met drijvende komma)Type: Een decimale breuk (floating point) (zoals 1.3, 0.343, 253)Commentaar: CijfersType: Geheel getal (zoals 1; 132; 2344)
- Voorbeelden
ROUNDUP(1.252) geeft 2 terug
- Voorbeelden
ROUNDUP(1.252;2) geeft 1.26 terug
- Voorbeelden
ROUNDUP(-1.252;2) geeft -1.26 terug
- Voorbeelden
ROUNDUP(-1.252) geeft -2 terug
- Gerelateerde functies
ROUND ROUNDDOWN
De functie SERIESSUM() geeft de som terug van een machtreeks.
- Syntaxis
SERIESSUM( X; N; M; coeff)
- Parameters
- Commentaar: X de onafhankelijke variabele van de machtreeksType: Een decimale breuk (floating point) (zoals 1.3, 0.343, 253)Commentaar: N de aanvankelijke macht voor XType: Een decimale breuk (floating point) (zoals 1.3, 0.343, 253)Commentaar: M de toename (increment) van N in elke volgende term in de reeksType: Een decimale breuk (floating point) (zoals 1.3, 0.343, 253)Commentaar: Coeff is een verzameling van coëfficiënten waarmee elke volgende macht van de variabele X wordt vermenigvuldigdType: FLOAT
- Voorbeelden
SERIESSUM(2;0;2;{1;2}) geeft 9 terug
De functie SIGN(getal) geeft: -1 terug als het getal negatief is, 0 als het getal nul is en 1 als het getal positief is (sign betekent teken).
- Syntaxis
SIGN(waarde)
- Parameters
- Commentaar: Decimale breuk (met drijvende komma)Type: Een decimale breuk (floating point) (zoals 1.3, 0.343, 253)
- Voorbeelden
SIGN(5) geeft 1 terug
- Voorbeelden
SIGN(0) geeft 0 terug
- Voorbeelden
SIGN(-5) geeft -1 terug
De functie SQRT() geeft de niet-negatieve vierkantswortel terug van het argument. Het is een fout als het argument negatief is.
- Syntaxis
SQRT(x)
- Parameters
- Commentaar: Een decimale breuk (float)Type: Een decimale breuk (floating point) (zoals 1.3, 0.343, 253)
- Voorbeelden
SQRT(9) geeft 3 terug
- Voorbeelden
SQRT(-9) is een fout
- Gerelateerde functies
IMSQRT
De functie SQRTPI(x) geeft de niet-negatieve vierkantswortel terug van x*PI. Het is een fout als het argument negatief is.
- Syntaxis
SQRTPI(x)
- Parameters
- Commentaar: Een decimale breuk (float)Type: Een decimale breuk (floating point) (zoals 1.3, 0.343, 253)
- Voorbeelden
SQRTPI(2) geeft 2.506628 terug
De functie SUBTOTAL() geeft een subtotaal terug van een gegeven lijst met argumenten. Daarbij worden andere subtotalen in de lijst genegeerd. De parameter kan een van de volgende getallen zijn: 1 - Gemiddelde, 2 - Aantal, 3 - AantalA, 4 - Max, 5 - Min, 6 - Produkt, 7 - StDev, 8 - StDevP, 9 - Som, 10 - Var, 11 - VarP.
- Syntaxis
SUBTOTAL(functie; waarde)
- Parameters
- Commentaar: FunctieType: Geheel getal (zoals 1; 132; 2344)Commentaar: WaardenType: FLOAT
- Voorbeelden
Als in de inhoud van A1:A5 de getallen 7, 24, 23, 56 en 9 zijn:
- Voorbeelden
SUBTOTAL(1; A1:A5) geeft 23.8
- Voorbeelden
SUBTOTAL(4; A1:A5) geeft 56
- Voorbeelden
SUBTOTAL(9; A1:A5) geeft 119
- Voorbeelden
SUBTOTAL(11; A1:A5) geeft 307.76
- Gerelateerde functies
AVERAGE COUNT COUNTA MAX MIN PRODUCT STDEV STDEVP SUM VAR VARP
De functie SUM() berekent de som van alle waarden die als parameter zijn opgegeven. U kunt de som van een bepaald bereik, SUM(A1:B5) berekenen, of van een lijst van waarden, zoals SUM(12;5;12.5).
De functie SUMA() berekent de som van alle waarden die als parameter zijn opgegeven. U kunt de som van een bepaald bereik, SUMA(A1:B5), berekenen of van een lijst van waarden, zoals SUMA(12;5.12.5). Als een parameter tekst of de Booleaanse waarde Onwaar bevat, dan wordt deze als 0 geteld, als de parameter de Booleaanse waarde Waar blijkt te hebben, wordt deze als 1 geteld.
De functie SUMIF() berekent de som van alle waarden die als parameters zijn opgegeven die aan de voorwaarden voldoen. Het sombereik is optioneel. Wanneer die niet wordt opgegeven worden de waarden in het voorwaardebereik opgeteld. De lengte van het voorwaardebereik mag niet groter zijn dan de lengte van het sombereik.
- Syntaxis
SUMIF(voorwaardebereik;voorwaarden;sombereik)
- Parameters
- Commentaar: Bereik controlerenType: Een bereik (range) van decimale (floating point) breuken (zoals 1.3, 0.343, 253)Commentaar: CriteriaType: TekstCommentaar: SombereikType: Een bereik (range) van decimale (floating point) breuken (zoals 1.3, 0.343, 253)
- Voorbeelden
SUMIF(A1:A4;" >1") telt alle waarden op in A1:A4 die groter zijn dan 1
- Voorbeelden
SUMIF(A1:A4;"=0";B1:B4) telt alle waarden in B1:B4 bij elkaar op als de bijbehorende waarde in A1:A4 gelijk is aan 0
- Gerelateerde functies
SUM COUNTIF
De functie SUMSQ() berekent de som van alle kwadraten (tweede machten) van de waarden die als parameter zijn opgegeven. U kunt deze som in een bepaald bereik, bijv. SUMSQ(A1:B5), berekenen, of van een lijst van waarden. zoals SUMSQ(12;5;12.5).
- Syntaxis
SUMSQ(waarde;waarde;...)
- Parameters
- Commentaar: WaardenType: FLOAT
- Voorbeelden
SUMSQ(12;5;7) geeft 218 terug
- Voorbeelden
SUMSQ(12.5;2) geeft 160.25 terug
- Gerelateerde functies
SUM
Geeft de getransponeerde terug van een matrix. dat wil zeggen dat de rijen en de kolommen van de matrix worden verwisseld.
- Syntaxis
TRANSPOSE(matrix)
- Parameters
- Commentaar: MatrixType: Een bereik (range) van decimale (floating point) breuken (zoals 1.3, 0.343, 253)
- Voorbeelden
TRANSPOSE(A1:C3)
De functie TRUNC() kapt een getalswaarde af na een opgegeven aantal cijfers achter de komma (decimalen). Als dit aantal niet wordt opgegeven wordt 0 gebruikt.
- Syntaxis
TRUNC(waarde; aantal_decimalen)
- Parameters
- Commentaar: Decimale breuk (met drijvende komma)Type: Een decimale breuk (floating point) (zoals 1.3, 0.343, 253)Commentaar: NauwkeurigheidType: Geheel getal (zoals 1; 132; 2344)
- Voorbeelden
TRUNC(1.2) geeft 1 terug (na 0 cijfers achter de komma afgekapt)
- Voorbeelden
TRUNC(213.232; 2) geeft 213.23 terug
- Gerelateerde functies
ROUND ROUNDDOWN ROUNDUP
De functie AVEDEV() berekent het (rekenkundige) gemiddelde van de absolute deviaties van een verzameling gegevens met hun gemiddelde waarde.
- Syntaxis
AVEDEV(waarde;waarde;...)
- Parameters
- Commentaar: Decimale breuken (floats)Type: Een bereik (range) van decimale (floating point) breuken (zoals 1.3, 0.343, 253)Commentaar: Decimale breuken (floats)Type: Een bereik (range) van decimale (floating point) breuken (zoals 1.3, 0.343, 253)Commentaar: Decimale breuken (floats)Type: Een bereik (range) van decimale (floating point) breuken (zoals 1.3, 0.343, 253)Commentaar: Decimale breuken (floats)Type: Een bereik (range) van decimale (floating point) breuken (zoals 1.3, 0.343, 253)Commentaar: Decimale breuken (floats)Type: Een bereik (range) van decimale (floating point) breuken (zoals 1.3, 0.343, 253)
- Voorbeelden
AVEDEV(11.4;17.3;21.3;25.9;40.1) geeft 7.84 terug
- Voorbeelden
AVEDEV(A1:A5) ...
De functie AVERAGE() berekent het (rekenkundige) gemiddelde van alle waarden die als parameters zijn opgegeven. U kunt het gemiddelde van een opgegeven bereik AVERAGE(A1:B5) berekenen, of van een lijst van waarden zoals AVERAGE(12;5;12.5).
- Syntaxis
AVERAGE(waarde;waarde;...)
- Parameters
- Commentaar: Decimale breuken (floats)Type: Een bereik (range) van decimale (floating point) breuken (zoals 1.3, 0.343, 253)Commentaar: Decimale breuken (floats)Type: Een bereik (range) van decimale (floating point) breuken (zoals 1.3, 0.343, 253)Commentaar: Decimale breuken (floats)Type: Een bereik (range) van decimale (floating point) breuken (zoals 1.3, 0.343, 253)Commentaar: Decimale breuken (floats)Type: Een bereik (range) van decimale (floating point) breuken (zoals 1.3, 0.343, 253)Commentaar: Decimale breuken (floats)Type: Een bereik (range) van decimale (floating point) breuken (zoals 1.3, 0.343, 253)
- Voorbeelden
AVERAGE(12;5;7) geeft 8 terug
- Voorbeelden
AVERAGE(12.5;2) geeft 7.25 terug
De functie AVERAGEA() berekent het (rekenkundige) gemiddelde van de opgegeven argumenten. Getallen, tekst en Booleaanse (logische) waarden worden allemaal in de berekening meegenomen. Als een cel tekst bevat, of een argument dat Onwaar blijkt te zijn wordt deze als nul (0) gerekend. Als het argument Waar blijkt te zijn, dan wordt het gerekend als een een (1). Opmerking: lege cellen worden niet meegeteld.
- Syntaxis
AVERAGEA(waarde;waarde;...)
- Parameters
- Commentaar: Decimale breuken (floats)Type: Een bereik (range) van decimale (floating point) breuken (zoals 1.3, 0.343, 253)Commentaar: TekenreekswaardenType: Tekst
- Voorbeelden
AVERAGEA(11.4;17.3;"wattekst";25.9;40.1) geeft 18.94 terug (gemiddelde van 5 waarden)
De functie BETADIST() berekent de cumulatieve beta-kansdichtheidsfunctie.
De derde en vierde parameters zijn optioneel. Zij bepalen de onder- en bovengrenzen, die anders standaard de waarden 0.0 en 1.0 hebben.
- Syntaxis
BETADIST(getal;alfa;beta;start;einde;[cumulatief=Waar])
- Parameters
- Commentaar: GetalType: Een decimale breuk (floating point) (zoals 1.3, 0.343, 253)Commentaar: Parameter alphaType: Een decimale breuk (floating point) (zoals 1.3, 0.343, 253)Commentaar: Parameter betaType: Een decimale breuk (floating point) (zoals 1.3, 0.343, 253)Commentaar: StartType: Een decimale breuk (floating point) (zoals 1.3, 0.343, 253)Commentaar: EindeType: Een decimale breuk (floating point) (zoals 1.3, 0.343, 253)Commentaar: CumulatiefType: Een Booleaanse waarde (True of False (Waar of Onwaar))
- Voorbeelden
BETADIST(0.2859;0.2606;0.8105) geeft 0.6754444 terug
- Voorbeelden
BETADIST(0.2859;0.2606;0.8105;0.2;0.9) geeft 0.537856 terug
De functie BETAINV() geeft de inverse van BETADIST(x;alfa;beta;a;b;Waar())
De start- en eindparameters zijn optioneel. Zij bepalen de onder- en bovengrenzen, die anders standaard de respectievelijke waarden 0.0 en 1.0 hebben.
- Syntaxis
BETAINV(getal;alfa;beta [; start=0 [; einde=1]])
- Parameters
- Commentaar: GetalType: Een decimale breuk (floating point) (zoals 1.3, 0.343, 253)Commentaar: Parameter alphaType: Een decimale breuk (floating point) (zoals 1.3, 0.343, 253)Commentaar: Parameter betaType: Een decimale breuk (floating point) (zoals 1.3, 0.343, 253)Commentaar: StartType: Een decimale breuk (floating point) (zoals 1.3, 0.343, 253)Commentaar: EindeType: Een decimale breuk (floating point) (zoals 1.3, 0.343, 253)
- Voorbeelden
BETADIST(BETAINV(0.1;3;4);3;4) is gelijk aan 0.1
- Voorbeelden
BETADIST(BETAINV(0.3;3;4);3;4) is gelijk aan 0.3
De functie BINO() geeft de binomiale verdeling terug.
De eerste parameter is het aantal pogingen, de tweede is het aantal succesvolle pogingen en de derde is de kans op succes. Het aantal pogingen moet groter zijn dan het aantal succesvolle pogingen, en de succeskans (zoals elke kans) moet groter zijn dan of gelijk aan 0 en kleiner zijn dan of gelijk aan 1.
- Syntaxis
BINO(pogingen;successen;succeskans)
- Parameters
- Commentaar: Aantal pogingenType: Geheel getal (zoals 1; 132; 2344)Commentaar: Aantal succesvolle pogingen (successen)Type: Geheel getal (zoals 1; 132; 2344)Commentaar: Kans op succes (succeskans)Type: Double
- Voorbeelden
BINO(12;9;0.8) geeft 0.236223201 terug
De functie CHIDIST() berekent de kans dat een hypothese wordt bevestigd, met behulp van de Chi-kwadraat-toets.
CHIDIST() vergelijkt de Chi-kwadraat-waarde voor een willekeurige steekproef, die berekend wordt uit de som van (waargenomen waarde -verwachte waarde)^2/verwachte waarde, voor alle waarden, met de theoretische Chi-kwadraat verdeling, en berekent aan de hand hiervan de kans dat de geteste hypothese fout is.
- Syntaxis
CHIDIST(getal;vrijheidsgraden)
- Parameters
- Commentaar: GetalType: Een decimale breuk (floating point) (zoals 1.3, 0.343, 253)Commentaar: VrijheidsgradenType: Geheel getal (zoals 1; 132; 2344)
- Voorbeelden
CHIDIST(13.27;5) geeft 0.021 terug
De functie COMBIN(N;k) berekent het aantal mogelijke combinaties van k elementen uit N (binomiaalcoëfficiënt). De eerste parameter is het totaal aantal elementen. De tweede parameter is het aantal te kiezen elementen. Beide parameters moeten positief zijn. De eerste parameter moet groter dan of gelijk zijn aan de tweede. Indien dit niet het geval is geeft de functie een foutmelding terug.
- Syntaxis
COMBIN(N;k)
- Parameters
- Commentaar: Totaal aantal elementenType: Geheel getal (zoals 1; 132; 2344)Commentaar: Aantal te kiezen elementenType: Geheel getal (zoals 1; 132; 2344)
- Voorbeelden
COMBIN(12;5) geeft 792 terug
- Voorbeelden
COMBIN(5;5) geeft 1 terug
De functie COMBINA(N;k) berekent het aantal mogelijke combinaties van k elementen uit N. De eerste parameter is het totaal aantal elementen. De tweede parameter is het aantal te kiezen elementen. Beide parameters moeten positief zijn. De eerste parameter moet groter dan of gelijk zijn aan de tweede. Indien dit niet het geval is geeft de functie een foutmelding terug.
- Syntaxis
COMBIN(N;k)
- Parameters
- Commentaar: Totaal aantal elementenType: Geheel getal (zoals 1; 132; 2344)Commentaar: Aantal te kiezen elementenType: Geheel getal (zoals 1; 132; 2344)
- Voorbeelden
COMBIN(12;5) geeft 792 terug
- Voorbeelden
COMBIN(5;5) geeft 1 terug
De functie CONFIDENCE() geeft het betrouwbaarheidsinterval voor een populatiegemiddelde terug.
De parameter alfa moet tussen 0 en 1 (open interval) liggen. stddev moet positief te zijn en de grootte (van de populatie) moet groter dan of gelijk aan 1 zijn.
- Syntaxis
CONFIDENCE(alfa;stddev;grootte)
- Parameters
- Commentaar: Niveau van het betrouwbaarheidsintervalType: Een decimale breuk (floating point) (zoals 1.3, 0.343, 253)Commentaar: Standaard deviatie van de totale populatieType: Een decimale breuk (floating point) (zoals 1.3, 0.343, 253)Commentaar: Grootte van de totale populatieType: Geheel getal (zoals 1; 132; 2344)
- Voorbeelden
CONFIDENCE(0.05;1.5;100) geeft 0.294059 terug
De functie CORREL() berekent de correlatiecoëfficiënt van twee celbereiken.
- Syntaxis
CORREL(bereik1; bereik2)
- Parameters
- Commentaar: Celbereik van waardenType: DoubleCommentaar: Tweede celbereik van waardenType: Double
- Voorbeelden
CORREL(A1:A3; B1:B3)
- Gerelateerde functies
PEARSON
De functie COVAR() berekent de covariantie van twee celbereiken.
- Syntaxis
COVAR(bereik1; bereik2)
- Parameters
- Commentaar: Celbereik van waardenType: DoubleCommentaar: Tweede celbereik van waardenType: Double
- Voorbeelden
COVAR(A1:A3; B1:B3)
De functie DEVSQ() berekent de som van de kwadraten van deviaties.
- Syntaxis
DEVSQ(waarde; waarde...)
- Parameters
- Commentaar: Decimale breuken (floats)Type: DoubleCommentaar: Decimale breuken (floats)Type: DoubleCommentaar: Decimale breuken (floats)Type: DoubleCommentaar: Decimale breuken (floats)Type: DoubleCommentaar: Decimale breuken (floats)Type: Double
- Voorbeelden
DEVSQ(A1:A5)
- Voorbeelden
DEVSQ(21; 33; 54; 23) geeft 684.75 terug
De functie EXPONDIST() geeft de exponentiële verdeling terug.
De parameter lambda moet positief te zijn.
Cumulatief = 0: de kansdichtheidsfunctie wordt berekend; cumulatief = 1: de kansverdeling wordt berekend.
- Syntaxis
EXPONDIST(getal;lambda;cumulatief)
- Parameters
- Commentaar: GetalType: Een decimale breuk (floating point) (zoals 1.3, 0.343, 253)Commentaar: Parameter lambdaType: Een decimale breuk (floating point) (zoals 1.3, 0.343, 253)Commentaar: 0 = kansdichtheid, 1 = kansverdelingType: Geheel getal (zoals 1; 132; 2344)
- Voorbeelden
EXPONDIST(3;0.5;0) geeft 0.111565 terug
- Voorbeelden
EXPONDIST(3;0.5;1) geeft 0.776870 terug
De functie FDIST() geeft de f-verdeling terug.
- Syntaxis
FDIST(getal;vrijheidsgraden_1;vrijheidsgraden_2)
- Parameters
- Commentaar: GetalType: Een decimale breuk (floating point) (zoals 1.3, 0.343, 253)Commentaar: Vrijheidsgraden 1Type: Geheel getal (zoals 1; 132; 2344)Commentaar: Vrijheidsgraden 2Type: Geheel getal (zoals 1; 132; 2344)
- Voorbeelden
FDIST(0.8;8;12) geeft 0.61 terug
De functie FINV() geeft het unieke, positieve getal x waarvoor geldt dat FDIST(x;r1;r2) = p.
- Syntaxis
FINV(getal; r1; r2)
- Parameters
- Commentaar: GetalType: Een decimale breuk (floating point) (zoals 1.3, 0.343, 253)Commentaar: Getal r1Type: Geheel getal (zoals 1; 132; 2344)Commentaar: Getal r2Type: Geheel getal (zoals 1; 132; 2344)
- Voorbeelden
FDIST(FINV(0.1;3;4);3;4) is gelijk aan 0.1
De functie FISHER() berekent de Fisher-transformatie voor x en maakt een functie aan die een normale verdeling benadert.
- Syntaxis
FISHER(getal)
- Parameters
- Commentaar: GetalType: Een decimale breuk (floating point) (zoals 1.3, 0.343, 253)
- Voorbeelden
FISHER(0.2859) geeft 0.294096 terug
- Voorbeelden
FISHER(0.8105) geeft 1.128485 terug
De functie FISHERINV() berekent de inverse van de Fisher transformatie voor x, en maakt een functie aan die een normale verdeling benadert.
- Syntaxis
FISHERINV(getal)
- Parameters
- Commentaar: GetalType: Een decimale breuk (floating point) (zoals 1.3, 0.343, 253)
- Voorbeelden
FISHERINV(0.2859) geeft 0.278357 terug
- Voorbeelden
FISHERINV(0.8105) geeft 0.669866 terug
Telt het aantal waarden in elk interval gegeven door de grenswaarden in de tweede parameter.
De waarden in de tweede parameter bepalen de bovengrenzen van de intervallen. De bovengrenzen behoren tot de intervallen. De teruggegeven reeks is een kolomvector en bevat een element meer dan de tweede parameter; het laatste element is het aantal van alle elementen groter dan de laatste waarde in de tweede parameter. Indien er geen tweede parameter is worden alle waarden in de eerste parameter geteld.
- Syntaxis
FREQUENCY(bereik gegevens; bereik klassen)
- Parameters
- Commentaar: Te tellen decimale breuken.Type: Een bereik (range) van decimale (floating point) breuken (zoals 1.3, 0.343, 253)Commentaar: Decimale breuken, voor de bovengrenzen van de intervallen.Type: Een bereik (range) van decimale (floating point) breuken (zoals 1.3, 0.343, 253)
De functie GAMMADIST() geeft de gamma-kansverdeling terug.
Als de laatste parameter (cumulatief) 0 is, dan wordt de kansdichtheidsfunctiewaarde berekend. Als die 1 is, dan wordt de kansverdeling teruggegeven.
De eerste drie parameters moeten positief te zijn.
- Syntaxis
GAMMADIST(getal;alfa;beta;cumulatief)
- Parameters
- Commentaar: GetalType: Een decimale breuk (floating point) (zoals 1.3, 0.343, 253)Commentaar: Parameter alphaType: Een decimale breuk (floating point) (zoals 1.3, 0.343, 253)Commentaar: Parameter betaType: Een decimale breuk (floating point) (zoals 1.3, 0.343, 253)Commentaar: Cumulatief vlagType: Geheel getal (zoals 1; 132; 2344)
- Voorbeelden
GAMMADIST(0.758;0.1;0.35;1) geeft 0.995450 terug
- Voorbeelden
GAMMADIST(0.758;0.1;0.35;0) geeft 0.017179 terug
De functie GAMMAINV() geeft het unieke getal x >= 0 teug, zodat GAMMAINV(x;alfa;beta;Waar()) = p.
- Syntaxis
GAMMAINV(getal;alfa;beta)
- Parameters
- Commentaar: GetalType: Een decimale breuk (floating point) (zoals 1.3, 0.343, 253)Commentaar: Parameter alphaType: Een decimale breuk (floating point) (zoals 1.3, 0.343, 253)Commentaar: Parameter betaType: Een decimale breuk (floating point) (zoals 1.3, 0.343, 253)
- Voorbeelden
GAMMADIST(GAMMAINV(0.1;3;4);3;4) is gelijk aan 0.1
- Voorbeelden
GAMMADIST(GAMMAINV(0.3;3;4);3;4) is gelijk aan 0.3
De functie GAMMALN(x) berekent de natuurlijke logaritme van de gammafunctie: G(x). De parameter moet een positief getal zijn.
- Syntaxis
GAMMALN(getal)
- Parameters
- Commentaar: GetalType: Een decimale breuk (floating point) (zoals 1.3, 0.343, 253)
- Voorbeelden
GAMMALN(2) geeft 0 terug
De functie GAUSS(x) geeft de integraal terug van 0 tot x van de standaard normale kansdichtheidsfunctie.
- Syntaxis
GAUSS(waarde)
- Parameters
- Commentaar: Het getal waarvoor de integraal, van 0 tot het getal, van de standaard normale kansdichtheidsfunctie moet worden berekendType: Een decimale breuk (floating point) (zoals 1.3, 0.343, 253)
- Voorbeelden
GAUSS(0.25) geeft 0.098706 terug
De functie GEOMEAN() geeft het meetkundig (geometrisch) gemiddelde terug van de gegeven argumenten. Dit is gelijk aan de N-demachtswortel van het product van N argumenten.
- Syntaxis
GEOMEAN(waarde; waarde;...)
- Parameters
- Commentaar: Decimale breuken (floats)Type: DoubleCommentaar: Decimale breuken (floats)Type: DoubleCommentaar: Decimale breuken (floats)Type: DoubleCommentaar: Decimale breuken (floats)Type: DoubleCommentaar: Decimale breuken (floats)Type: Double
- Voorbeelden
GEOMEAN(A1:A5)
- Voorbeelden
GEOMEAN(21; 33; 54; 23) geeft 30.45886 terug
- Gerelateerde functies
HARMEAN
De functie HARMEAN() geeft het harmonisch gemiddelde terug van N gegeven waarden (N gedeeld door de som van de N omgekeerde waarden).
- Syntaxis
HARMEAN(waarde; waarde;...)
- Parameters
- Commentaar: Decimale breuken (floats)Type: DoubleCommentaar: Decimale breuken (floats)Type: DoubleCommentaar: Decimale breuken (floats)Type: DoubleCommentaar: Decimale breuken (floats)Type: DoubleCommentaar: Decimale breuken (floats)Type: Double
- Voorbeelden
HARMEAN(A1:A5)
- Voorbeelden
HARMEAN(21; 33; 54; 23) geeft 28.588 terug
- Gerelateerde functies
GEOMEAN
De functie HYPGEOMDIST() geeft de hypergeometrische verdeling terug.
- Syntaxis
HYPGEOMDIST(x; n; M; N)
- Parameters
- Commentaar: Aantal successen in de steekproefType: Geheel getal (zoals 1; 132; 2344)Commentaar: Aantal pogingenType: Geheel getal (zoals 1; 132; 2344)Commentaar: Totaal aantal succesvolle pogingenType: Geheel getal (zoals 1; 132; 2344)Commentaar: PopulatiegrootteType: Geheel getal (zoals 1; 132; 2344)
- Voorbeelden
HYPGEOMDIST(2; 5; 6; 20) geeft 0.3522 terug
De functie INTERCEPT() berekent het snijpunt van de lineaire regressielijn en de y-as.
- Syntaxis
INTERCEPT(y;x)
- Parameters
- Commentaar: y-waarden(reeks)Type: Een decimale breuk (floating point) (zoals 1.3, 0.343, 253)Commentaar: x-waarden(reeks)Type: Een decimale breuk (floating point) (zoals 1.3, 0.343, 253)
De functie INVBINO() geeft de negatieve binomiale verdeling terug. De eerste parameter is het aantal pogingen, de tweede het aantal mislukte pogingen en de derde de kans op geen succes. Het aantal pogingen moet groter zijn dan het aantal mislukte pogingen en de kans (zoals elke kans) moet groter zijn dan of gelijk aan 0 en kleiner zijn dan of gelijk aan 1.
- Syntaxis
INVBINO(pogingen;mislukkingen;kans_op_geen_succes)
- Parameters
- Commentaar: Aantal pogingenType: Geheel getal (zoals 1; 132; 2344)Commentaar: Aantal pogingen zonder succes (missers)Type: Geheel getal (zoals 1; 132; 2344)Commentaar: Kans op geen succesType: Double
- Voorbeelden
INVBINO(12;3;0.2) geeft 0.236223201
De functie KURT() berekent een schatting, zonder voorkeur (unbiased), van de kurtosis (piekvormigheid) van een verzameling gegevens. U moet tenminste 4 waarden opgeven, anders komt er een foutmelding.
- Syntaxis
KURT(waarde; waarde;...)
- Parameters
- Commentaar: Decimale breuken (floats)Type: DoubleCommentaar: Decimale breuken (floats)Type: DoubleCommentaar: Decimale breuken (floats)Type: DoubleCommentaar: Decimale breuken (floats)Type: DoubleCommentaar: Decimale breuken (floats)Type: Double
- Voorbeelden
KURT(A1:A5)
- Voorbeelden
KURT(21; 33; 54; 23) geeft 1.344239 terug
- Gerelateerde functies
KURTP
De functie KURTP() berekent een populatie-kurtosis van een verzameling gegevens. U moet tenminste 4 waarden opgeven, anders komt er een foutmelding.
- Syntaxis
KURTP(waarde; waarde;...)
- Parameters
- Commentaar: Decimale breuken (floats)Type: DoubleCommentaar: Decimale breuken (floats)Type: DoubleCommentaar: Decimale breuken (floats)Type: DoubleCommentaar: Decimale breuken (floats)Type: DoubleCommentaar: Decimale breuken (floats)Type: Double
- Voorbeelden
KURTP(A1:A5)
- Voorbeelden
KURTP(21; 33; 54; 23) geeft -1.021 terug
- Gerelateerde functies
KURT
De functie LARGE(..;k) geeft de k-de grootste waarde terug van de verzameling gegevens.
- Syntaxis
LARGE(bereik; k)
- Parameters
- Commentaar: Celbereik van waardenType: DoubleCommentaar: Positie (vanaf de grootste)Type: Geheel getal (zoals 1; 132; 2344)
- Voorbeelden
A1: 3, A2: 1, A3: 5 = > LARGE(A1:A3; 2) geeft 3 terug
De functie LEGACYFDIST() geeft de f-verdeling terug.
- Syntaxis
LEGACYFDIST(getal;vrijheidsgraden_1;vrijheidsgraden_2)
- Parameters
- Commentaar: GetalType: Een decimale breuk (floating point) (zoals 1.3, 0.343, 253)Commentaar: Vrijheidsgraden 1Type: Geheel getal (zoals 1; 132; 2344)Commentaar: Vrijheidsgraden 2Type: Geheel getal (zoals 1; 132; 2344)
- Voorbeelden
LEGACYFDIST(0.8;8;12) geeft 0.61 terug
De functie LOGINV() geeft de inverse terug van de lognormale cumulatieve verdeling.
- Syntaxis
LOGINV(p; gemiddelde; stdev)
- Parameters
- Commentaar: WaarschijnlijkheidType: Een decimale breuk (floating point) (zoals 1.3, 0.343, 253)Commentaar: Gemiddelde waarde van de standaard logaritmische verdelingType: Een decimale breuk (floating point) (zoals 1.3, 0.343, 253)Commentaar: Standaard deviatie van de standaard logaritmische verdelingType: Een decimale breuk (floating point) (zoals 1.3, 0.343, 253)
- Voorbeelden
LOGINV(0.1;0;1) geeft 0.2776 terug
De functie LOGNORMDIST() berekent de cumulatieve lognormale kansverdeling.
- Syntaxis
LOGNORMDIST(getal;gemiddelde;std)
- Parameters
- Commentaar: Kanswaarde waarvoor de standaard logaritmische kansverdeling moet worden berekendType: Een decimale breuk (floating point) (zoals 1.3, 0.343, 253)Commentaar: Gemiddelde waarde van de standaard logaritmische verdelingType: Een decimale breuk (floating point) (zoals 1.3, 0.343, 253)Commentaar: Standaard deviatie van de standaard logaritmische verdelingType: Een decimale breuk (floating point) (zoals 1.3, 0.343, 253)
- Voorbeelden
LOGNORMDIST(0.1;0;1) geeft 0.01 terug
De functie MEDIAN() berekent de mediaan van alle waarden die als parameters zijn opgegeven. U kunt de mediaan van een bereik berekenen als MEDIAN(A1:B5) of van een lijst met waarden, zoals MEDIAN(12; 5; 12.5). Lege cellen zullen beschouwd worden als nul, en cellen met tekst zullen worden genegeerd.
- Syntaxis
MEDIAN(waarde;waarde;...)
- Parameters
- Commentaar: Decimale breuk of waardenbereikType: Een bereik (range) van decimale (floating point) breuken (zoals 1.3, 0.343, 253)Commentaar: Decimale breuken of waardenbereikType: Een bereik (range) van decimale (floating point) breuken (zoals 1.3, 0.343, 253)Commentaar: Decimale breuken of waardenbereikType: Een bereik (range) van decimale (floating point) breuken (zoals 1.3, 0.343, 253)Commentaar: Decimale breuken of waardenbereikType: Een bereik (range) van decimale (floating point) breuken (zoals 1.3, 0.343, 253)Commentaar: Decimale breuken of waardenbereikType: Een bereik (range) van decimale (floating point) breuken (zoals 1.3, 0.343, 253)
- Voorbeelden
MEDIAN(12; 5; 5.5) geeft 5.5 terug
- Voorbeelden
MEDIAN(12; 7; 8;2) geeft 7.5 terug
De functie MODE() geeft de meest frequent voorkomende waarde (de modus) in een verzameling van gegevens.
- Syntaxis
MODE(getal1; getal2; ...)
- Parameters
- Commentaar: Decimale breuk (float)Type: DoubleCommentaar: Decimale breuk (float)Type: DoubleCommentaar: Decimale breuk (float)Type: DoubleCommentaar: Decimale breuk (float)Type: Double
- Voorbeelden
MODE(12; 14; 12; 15) geeft 12 terug
De functie NEGBINOMDIST() geeft de negatieve binomiale verdeling terug.
- Syntaxis
NEGBINOMDIST(missers; successen; succeskans)
- Parameters
- Commentaar: Aantal pogingen zonder succes (missers)Type: Geheel getal (zoals 1; 132; 2344)Commentaar: Aantal succesvolle pogingen (successen)Type: Geheel getal (zoals 1; 132; 2344)Commentaar: Kans op succes (succeskans)Type: Double
- Voorbeelden
NEGBINOMDIST(2;5;0.55) geeft 0.152872629 terug
De functie NORMDIST() geeft de normale cumulatieve kansverdeling terug.
Getal is de waarde van de verdeling, op basis waarvan de normale verdeling wordt berekend.
midden is het lineaire midden van de verdeling.
std is de standaard deviatie van de verdeling.
Met K = 0 wordt de kansdichtheidsfunctiewaarde berekend; met K = 1 de kansverdeling.
- Syntaxis
NORMDIST(getal;midden;std;K)
- Parameters
- Commentaar: GetalType: Een decimale breuk (floating point) (zoals 1.3, 0.343, 253)Commentaar: Lineaire midden van de verdelingType: Een decimale breuk (floating point) (zoals 1.3, 0.343, 253)Commentaar: Standaard deviatie van de verdelingType: Een decimale breuk (floating point) (zoals 1.3, 0.343, 253)Commentaar: 0 = kansdichtheid, 1 = kansverdelingType: Geheel getal (zoals 1; 132; 2344)
- Voorbeelden
NORMDIST(0.859;0.6;0.258;0) geeft 0.934236 terug
- Voorbeelden
NORMDIST(0.859;0.6;0.258;1) geeft 0.842281 terug
De functie NORMINV(x;..;std) berekent de inverse van een normale cumulatieve verdeling. Het getal x (een kanshoeveelheid) moet tussen de 0 en 1 liggen (exclusief) en std moet postief zijn.
- Syntaxis
NORMINV(getal;midden;std)
- Parameters
- Commentaar: Kanswaarde waarvoor de standaard logaritmische kansverdeling moet worden berekendType: Een decimale breuk (floating point) (zoals 1.3, 0.343, 253)Commentaar: Midden van de normale verdelingType: Een decimale breuk (floating point) (zoals 1.3, 0.343, 253)Commentaar: Standaard deviatie van de normale verdelingType: Een decimale breuk (floating point) (zoals 1.3, 0.343, 253)
- Voorbeelden
NORMINV(0.9;63;5) geeft 69.41 terug
De functie NORMSDIST() geeft de standaardnormale kansverdeling terug.
- Syntaxis
NORMSDIST(getal)
- Parameters
- Commentaar: Waarde waarvoor de standaardnormale kansverdeling wordt berekendType: Een decimale breuk (floating point) (zoals 1.3, 0.343, 253)
- Voorbeelden
NORMSDIST(1) geeft 0.84 terug
De functie NORMINV(x) berekent de inverse van de standaardnormale cumulatieve kansverdeling. Het getal x (een kanshoeveelheid) moet tussen 0 en 1 liggen (exclusief).
- Syntaxis
NORMSINV(getal)
- Parameters
- Commentaar: GetalType: Een decimale breuk (floating point) (zoals 1.3, 0.343, 253)
- Voorbeelden
NORMSINV(0.908789) geeft 1.3333 terug
De functie PEARSON() berekent de correlatiecoëfficiënt van twee celbereiken. Is gelijk aan de functie CORREL().
- Syntaxis
PEARSON(bereik1; bereik2)
- Parameters
- Commentaar: Celbereik van waardenType: DoubleCommentaar: Tweede celbereik van waardenType: Double
- Voorbeelden
PEARSON(A1:A3; B1:B3)
- Gerelateerde functies
CORREL
De functie PERCENTILE() geeft de x-de percentielwaarde terug van de waarden in gegevens. Voor alpha is 50 (mediaan) is de percentielwaarde die waarde waarvoor geldt dat 50% van de getallen in de gegevensverzameling kleiner zijn of gelijk aan deze waarde, en 50% groter. Voor alpha is 25 is dit 25% en 75% (eerste kwartiel), en soortgelijk ook voor alpha is 75% (derde kwartiel). En eveneens voor alpha=0 (kleinste waarde) en alpha=1 (grootste waarde). De waarden in lege cellen worden beschouwd de waarde 0 te bevatten, en cellen met tekst worden overgeslagen.
- Syntaxis
PERCENTILE(gegevens;alpha)
- Parameters
- Commentaar: WaardenbereikType: Een bereik (range) van decimale (floating point) breuken (zoals 1.3, 0.343, 253)Commentaar: De percentielwaarde tussen 0 en 1, inclusief.Type: Een decimale breuk (floating point) (zoals 1.3, 0.343, 253)
- Gerelateerde functies
MEDIAN
De functie PERMUT() geeft het aantal permutaties terug. De eerste parameter is het aantal elementen en de tweede parameter is het aantal elementen dat wordt gebruikt in de permutatie.
- Syntaxis
PERMUT(totaal;gepermuteerd)
- Parameters
- Commentaar: Totaal aantal elementenType: Geheel getal (zoals 1; 132; 2344)Commentaar: Aantal te permuteren elementenType: Geheel getal (zoals 1; 132; 2344)
- Voorbeelden
PERMUT(8;5) geeft 6720 terug
- Voorbeelden
PERMUT(5;5) geeft 120 terug
De functie PERMUTATIONA(totaal;gekozen) geeft het aantal geordende permutaties terug, waarbij herhalingen zijn toegestaan. De eerste parameter is het aantal elementen en de tweede parameter is het aantal te kiezen elementen. Beiden moeten positief zijn.
- Syntaxis
PERMUTATIONA(totaal;gekozen)
- Parameters
- Commentaar: Totaal aantal elementenType: Geheel getal (zoals 1; 132; 2344)Commentaar: Aantal te kiezen elementenType: Geheel getal (zoals 1; 132; 2344)
- Voorbeelden
PERMUTATIONA(2,3) geeft 8 terug
- Voorbeelden
PERMUTATIONA(0,0) geeft 1 terug
De functie PHI(x) geeft de functiewaarde terug voor x van de kansdichtheidsfunctie voor de standaardnormale verdeling.
- Syntaxis
PHI(waarde)
- Parameters
- Commentaar: Het getal waarvoor de functiewaarde van de kansdichtheidsfunctie voor de standaardnormale verdeling wordt berekendType: Een decimale breuk (floating point) (zoals 1.3, 0.343, 253)
- Voorbeelden
PHI(0.25) geeft 0.386668 terug
De functie POISSON() geeft de Poisson verdeling terug.
De parameters lambda en getal moeten positief zijn.
Cumulatief = 0: de kansdichtheidsfunctie wordt berekend; cumulatief = 1: de kansverdeling wordt berekend.
- Syntaxis
POISSON(getal;lambda;cumulatief)
- Parameters
- Commentaar: GetalType: Een decimale breuk (floating point) (zoals 1.3, 0.343, 253)Commentaar: Parameter lambda (de middenwaarde)Type: Een decimale breuk (floating point) (zoals 1.3, 0.343, 253)Commentaar: 0 = kansdichtheid, 1 = kansverdelingType: Geheel getal (zoals 1; 132; 2344)
- Voorbeelden
POISSON(60;50;0) geeft 0.020105 terug
- Voorbeelden
POISSON(60;50;1) geeft 0.927840 terug
De functie RANK() geeft de plaats van een getal in een lijst van getallen weer.
Volgorde geeft aan hoe de getallen te rangschikken:
Als de 0 is weggelaten, dan worden Gegevens afdalend gerangschikt.
Indien niet gelijk aan 0, worden Gegevens oplopend geordend.
- Syntaxis
RSQ(Waarde; Gegevens; Volgorde)
- Parameters
- Commentaar: WaardeType: Een decimale breuk (floating point) (zoals 1.3, 0.343, 253)Commentaar: Gegevens (reeks)Type: Een decimale breuk (floating point) (zoals 1.3, 0.343, 253)Commentaar: VolgordeType: Een decimale breuk (floating point) (zoals 1.3, 0.343, 253)
- Voorbeelden
RANK (2;{1;2;3}) is gelijk aan 2
De functie RSQ() geeft het kwadraat van het Pearson productmoment correlatiecoëfficient door punten met bekende_y en bekende_x.
Als "reeksY" en "reeksX" leeg zijn of een verschillend aantal punten bevatten, dan wordt #N/A teruggegeven.
- Syntaxis
RSQ(bekende Y; bekende X)
- Parameters
- Commentaar: bekende Y (reeks)Type: Een decimale breuk (floating point) (zoals 1.3, 0.343, 253)Commentaar: bekende X (reeks)Type: Een decimale breuk (floating point) (zoals 1.3, 0.343, 253)
De functie SKEW() geeft een schatting terug voor de scheefheid van een kansverdeling
- Syntaxis
SKEW(getal1; getal2; ...)
- Parameters
- Commentaar: Decimale breuk (float)Type: DoubleCommentaar: Decimale breuk (float)Type: DoubleCommentaar: Decimale breuk (float)Type: DoubleCommentaar: Decimale breuk (float)Type: Double
- Voorbeelden
SKEW(11.4; 17.3; 21.3; 25.9; 40.1) geeft 0.9768 terug
- Gerelateerde functies
SKEWP
De functie SKEWP() geeft de populatiescheefheid terug van een kansverdeling
- Syntaxis
SKEWP(getal1; getal2; ...)
- Parameters
- Commentaar: Decimale breuk (float)Type: DoubleCommentaar: Decimale breuk (float)Type: DoubleCommentaar: Decimale breuk (float)Type: DoubleCommentaar: Decimale breuk (float)Type: Double
- Voorbeelden
SKEWP(11.4; 17.3; 21.3; 25.9; 40.1) geeft 0.6552 terug
- Gerelateerde functies
SKEW
De functie SLOPE() geeft de hellingshoek van een lineaire regressielijn terug.
- Syntaxis
SLOPE(y;x)
- Parameters
- Commentaar: y-waarden(reeks)Type: Een decimale breuk (floating point) (zoals 1.3, 0.343, 253)Commentaar: x-waarden(reeks)Type: Een decimale breuk (floating point) (zoals 1.3, 0.343, 253)
De functie SMALL(..;k) geeft de k-de kleinste waarde terug van de verzameling gegevens.
- Syntaxis
SMALL(bereik; k)
- Parameters
- Commentaar: Celbereik van waardenType: DoubleCommentaar: Positie (vanaf de kleinste)Type: Geheel getal (zoals 1; 132; 2344)
- Voorbeelden
A1: 3, A2: 1, A3: 5 = > SMALL(A1:A3; 1) geeft 1 terug
De functie STANDARDIZE() geeft een genormaliseerde waarde terug.
- Syntaxis
STANDARDIZE(x; gemiddelde; stdev)
- Parameters
- Commentaar: Te normaliseren getalType: DoubleCommentaar: Gemiddelde van de verdelingType: DoubleCommentaar: Standaard deviatieType: Double
- Voorbeelden
STANDARDIZE(4; 3; 7) geeft 0.1429 terug
De functie STDEV() geeft de geschatte standaard deviatie terug, gebaseerd op een steekproef. De standaarddeviatie is een maat voor de spreiding van de waarden om hun gemiddelde.
- Syntaxis
STDEV(waarde;waarde;...)
- Parameters
- Commentaar: Decimale breuken (floats)Type: Een bereik (range) van decimale (floating point) breuken (zoals 1.3, 0.343, 253)Commentaar: Decimale breuken (floats)Type: Een bereik (range) van decimale (floating point) breuken (zoals 1.3, 0.343, 253)Commentaar: Decimale breuken (floats)Type: Een bereik (range) van decimale (floating point) breuken (zoals 1.3, 0.343, 253)Commentaar: Decimale breuken (floats)Type: Een bereik (range) van decimale (floating point) breuken (zoals 1.3, 0.343, 253)Commentaar: Decimale breuken (floats)Type: Een bereik (range) van decimale (floating point) breuken (zoals 1.3, 0.343, 253)
- Voorbeelden
STDEV(6;7;8) geeft 1 terug
- Gerelateerde functies
STDEVP
De functie STDEVA() geeft de geschatte standaard deviatie terug, gebaseerd op een steekproef. De standaarddeviatie is een maat voor de spreiding van de waarden om hun gemiddelde. Als een cel tekst bevat of de Booleaanse (logische) waarde Onwaar, dan wordt deze meegeteld als 0. Is de Booleaanse waarde Waar, dan wordt deze geteld als 1.
- Syntaxis
STDEVA(waarde;waarde;...)
- Parameters
- Commentaar: Decimale breuken (floats)Type: Een bereik (range) van decimale (floating point) breuken (zoals 1.3, 0.343, 253)Commentaar: Decimale breuken (floats)Type: Een bereik (range) van decimale (floating point) breuken (zoals 1.3, 0.343, 253)Commentaar: Decimale breuken (floats)Type: Een bereik (range) van decimale (floating point) breuken (zoals 1.3, 0.343, 253)Commentaar: Decimale breuken (floats)Type: Een bereik (range) van decimale (floating point) breuken (zoals 1.3, 0.343, 253)Commentaar: Decimale breuken (floats)Type: Een bereik (range) van decimale (floating point) breuken (zoals 1.3, 0.343, 253)
- Voorbeelden
STDEVA(6; 7; A1; 8) geeft 1 terug, als A1 leeg is
- Voorbeelden
STDEVA(6; 7; A1; 8) geeft 3.109 terug, als A1 de waarde Waar bevat
- Gerelateerde functies
STDEV STDEVP
De functie STDEVP() geeft de standaard deviatie, gebaseerd op een gehele populatie
- Syntaxis
STDEVP(waarde;waarde;...)
- Parameters
- Commentaar: Decimale breuken (floats)Type: Een bereik (range) van decimale (floating point) breuken (zoals 1.3, 0.343, 253)Commentaar: Decimale breuken (floats)Type: Een bereik (range) van decimale (floating point) breuken (zoals 1.3, 0.343, 253)Commentaar: Decimale breuken (floats)Type: Een bereik (range) van decimale (floating point) breuken (zoals 1.3, 0.343, 253)Commentaar: Decimale breuken (floats)Type: Een bereik (range) van decimale (floating point) breuken (zoals 1.3, 0.343, 253)Commentaar: Decimale breuken (floats)Type: Een bereik (range) van decimale (floating point) breuken (zoals 1.3, 0.343, 253)
- Voorbeelden
STDEVP(6;7;8) is 0.816497...
- Gerelateerde functies
STDEV
De functie STDEVPA() geeft de standaarddeviatie terug, gebaseerd op een gehele populatie. Als een cel tekst bevat, of de Booleaanse (logische) waarde Onwaar, dan wordt deze als 0 meegeteld. Als de Booleaanse waarde Waar is, dan wordt deze geteld als 1.
- Syntaxis
STDEVPA(waarde;waarde;...)
- Parameters
- Commentaar: Decimale breuken (floats)Type: Een bereik (range) van decimale (floating point) breuken (zoals 1.3, 0.343, 253)Commentaar: Decimale breuken (floats)Type: Een bereik (range) van decimale (floating point) breuken (zoals 1.3, 0.343, 253)Commentaar: Decimale breuken (floats)Type: Een bereik (range) van decimale (floating point) breuken (zoals 1.3, 0.343, 253)Commentaar: Decimale breuken (floats)Type: Een bereik (range) van decimale (floating point) breuken (zoals 1.3, 0.343, 253)Commentaar: Decimale breuken (floats)Type: Een bereik (range) van decimale (floating point) breuken (zoals 1.3, 0.343, 253)
- Voorbeelden
STDEVPA(6; 7; A1; 8) geeft 0.816497... terug, als A1 leeg is
- Voorbeelden
STDEVPA(6; 7; A1; 8) geeft 2.69... terug, als A1 de waarde Waar bevat
- Voorbeelden
STDEVPA(6; 7; A1; 8) geeft 3.11... terug, als A1 de waarde Onwaar bevat
- Gerelateerde functies
STDEV STDEVP
De functie STEYX() berekent de standaard fout van de voorspelde y-waarde voor elke x in de regressie.
- Syntaxis
SLOPE(y;x)
- Parameters
- Commentaar: y-waarden(reeks)Type: Een decimale breuk (floating point) (zoals 1.3, 0.343, 253)Commentaar: x-waarden(reeks)Type: Een decimale breuk (floating point) (zoals 1.3, 0.343, 253)
- Syntaxis
SLOPE(y;x)
- Parameters
De functie SUMPRODUCT() (SUM(X*Y)) geeft de som terug van de producten van de overeenkomende waarden in de twee reeksen. Het aantal waarden in beide reeksen moet gelijk zijn. Anders geeft deze functie "Err" terug.
- Syntaxis
SUMPRODUCT(reeks1;reeks2)
- Parameters
- Commentaar: Waarde (reeks)Type: DoubleCommentaar: Waarde (reeks)Type: Double
- Voorbeelden
SUMPRODUCT(A1:A2;B1:B2) met A1=2, A2=5, B1=3 en B2=5 geeft 31 terug
De functie SUMX2MY2() (SUM(X^2-Y^2)) geeft de som terug van de verschillen van de kwadraten van deze waarden. Het aantal waarden in beide reeksen moet gelijk zijn. Anders geeft deze functie "Err" terug.
- Syntaxis
SUMX2MY2(reeks1;reeks2)
- Parameters
- Commentaar: Waarde (reeks)Type: DoubleCommentaar: Waarde (reeks)Type: Double
- Voorbeelden
SUMX2MY2(A1:A2;B1:B2) met A1=,2 A2=5, B1=3 en B2=5 geeft -5 terug
De functie SUMX2PY2() (SUM(X^2+Y^2)) geeft de som terug van de kwadraten van de overeenkomende waarden in de beide reeksen. Het aantal waarden in beide reeksen moet gelijk zijn. Anders geeft deze functie "Err" terug.
- Syntaxis
SUMX2PY2(reeks1;reeks2)
- Parameters
- Commentaar: Waarde (reeks)Type: DoubleCommentaar: Waarde (reeks)Type: Double
- Voorbeelden
SUMX2PY2(A1:A2;B1:B2) met A1=2, A2=5, B1=3 en B2=5 geeft 63 terug
De functie SUMXMY2() (SUM((X-Y)^2)) geeft de som van de kwadraten van de verschillen van deze waarden. Het aantal waarden in beide reeksen moet gelijk zijn. Anders geeft deze functie "Err" terug.
- Syntaxis
SUMXMY2(reeks1;reeks2)
- Parameters
- Commentaar: Waarde (reeks)Type: DoubleCommentaar: Waarde (reeks)Type: Double
- Voorbeelden
SUMXMY2(A1:A2;B1:B2) met A1=2, A2=5, B1=3 en B2=5, geeft 1 terug
De functie TDIST() geeft de t-verdeling terug.
Modus = 1 geeft de test gebaseerd op een van de staarten (van de verdelingsfunctie). Modus = 2 geeft de test voor beide staarten.
- Syntaxis
TDIST(getal;vrijheidsgraden;modus)
- Parameters
- Commentaar: GetalType: Een decimale breuk (floating point) (zoals 1.3, 0.343, 253)Commentaar: Vrijheidsgraden voor de t-verdelingType: Geheel getal (zoals 1; 132; 2344)Commentaar: Modus (1 of 2)Type: Geheel getal (zoals 1; 132; 2344)
- Voorbeelden
TDIST(12;5;1) geeft 0.000035 terug
De functie TREND() berekent een reeks van waarden op basis van lineaire regressie van bekende waardenparen.
Voorwaarden: COUNT(bekendeY) = COUNT(bekendeX).
- Syntaxis
TREND(bekendeY[;bekendeX[;nieuweX[;toestaanOffset = TRUE]]])
- Parameters
- Commentaar: BekendeYType: Een decimale breuk (floating point) (zoals 1.3, 0.343, 253)Commentaar: BekendeXType: Een decimale breuk (floating point) (zoals 1.3, 0.343, 253)Commentaar: NummerReeks nieuweXType: Een decimale breuk (floating point) (zoals 1.3, 0.343, 253)Commentaar: toestaanOffsetType: Een Booleaanse waarde (True of False (Waar of Onwaar))
De functie TRIMMEAN() berekent het gemiddelde van een deel van een verzameling van gegevens.
- Syntaxis
TRIMMEAN(gegevensverzameling; afbreekFractie)
- Parameters
- Commentaar: gegevensverzamelingType: Een decimale breuk (floating point) (zoals 1.3, 0.343, 253)Commentaar: afbreekFractieType: Een decimale breuk (floating point) (zoals 1.3, 0.343, 253)
De functie TTEST() berekent de kans van een t-test.
- Syntaxis
TTEST(x; y; type; modus)
- Parameters
- Commentaar: x (reeks)Type: Een decimale breuk (floating point) (zoals 1.3, 0.343, 253)Commentaar: y (reeks)Type: Een decimale breuk (floating point) (zoals 1.3, 0.343, 253)Commentaar: typeType: Geheel getal (zoals 1; 132; 2344)Commentaar: modusType: Geheel getal (zoals 1; 132; 2344)
De functie VAR() berekent de geschatte variantie, gebaseerd op een steekproef.
- Syntaxis
VAR(waarde; waarde;...)
- Parameters
- Commentaar: Decimale breuken (floats)Type: Een bereik (range) van decimale (floating point) breuken (zoals 1.3, 0.343, 253)Commentaar: Decimale breuken (floats)Type: Een bereik (range) van decimale (floating point) breuken (zoals 1.3, 0.343, 253)Commentaar: Decimale breuken (floats)Type: Een bereik (range) van decimale (floating point) breuken (zoals 1.3, 0.343, 253)Commentaar: Decimale breuken (floats)Type: Een bereik (range) van decimale (floating point) breuken (zoals 1.3, 0.343, 253)Commentaar: Decimale breuken (floats)Type: Een bereik (range) van decimale (floating point) breuken (zoals 1.3, 0.343, 253)
- Voorbeelden
VAR(12;5;7) geeft 13 terug
- Voorbeelden
VAR(15;80;3) geeft 1716.333... terug
- Voorbeelden
VAR(6;7;8) geeft 1 terug
- Gerelateerde functies
VARIANCE VARA VARP VARPA
De functie VARA() berekent de variantie, gebaseerd op een steekproef.
- Syntaxis
VARA(waarde;waarde;...)
- Parameters
- Commentaar: Decimale breuken (floats)Type: Een bereik (range) van decimale (floating point) breuken (zoals 1.3, 0.343, 253)Commentaar: Decimale breuken (floats)Type: Een bereik (range) van decimale (floating point) breuken (zoals 1.3, 0.343, 253)Commentaar: Decimale breuken (floats)Type: Een bereik (range) van decimale (floating point) breuken (zoals 1.3, 0.343, 253)Commentaar: Decimale breuken (floats)Type: Een bereik (range) van decimale (floating point) breuken (zoals 1.3, 0.343, 253)Commentaar: Decimale breuken (floats)Type: Een bereik (range) van decimale (floating point) breuken (zoals 1.3, 0.343, 253)
- Voorbeelden
VARA(12;5;7) geeft 13 terug
- Voorbeelden
VARA(15;80;3) geeft 1716.333... terug
- Voorbeelden
VARA(6;7;8) geeft 1 terug
- Gerelateerde functies
VAR VARP VARPA
De functie VARIANCE() berekent de geschatte variantie, gebaseerd op een steekproef. Is gelijk aan VAR().
- Syntaxis
VARIANCE(waarde;waarde;...)
- Parameters
- Commentaar: Decimale breuken (floats)Type: Een bereik (range) van decimale (floating point) breuken (zoals 1.3, 0.343, 253)Commentaar: Decimale breuken (floats)Type: Een bereik (range) van decimale (floating point) breuken (zoals 1.3, 0.343, 253)Commentaar: Decimale breuken (floats)Type: Een bereik (range) van decimale (floating point) breuken (zoals 1.3, 0.343, 253)Commentaar: Decimale breuken (floats)Type: Een bereik (range) van decimale (floating point) breuken (zoals 1.3, 0.343, 253)Commentaar: Decimale breuken (floats)Type: Een bereik (range) van decimale (floating point) breuken (zoals 1.3, 0.343, 253)
- Voorbeelden
VARIANCE(12;5;7) geeft 13 terug
- Voorbeelden
VARIANCE(15;80;3) geeft 1716.333... terug
- Voorbeelden
VARIANCE(6;7;8) geeft 1 terug
- Gerelateerde functies
VAR VARA VARP VARPA
De functie VARP() berekent de variantie, gebaseerd op een gehele populatie.
- Syntaxis
VARP(waarde;waarde;...)
- Parameters
- Commentaar: Decimale breuken (floats)Type: Een bereik (range) van decimale (floating point) breuken (zoals 1.3, 0.343, 253)Commentaar: Decimale breuken (floats)Type: Een bereik (range) van decimale (floating point) breuken (zoals 1.3, 0.343, 253)Commentaar: Decimale breuken (floats)Type: Een bereik (range) van decimale (floating point) breuken (zoals 1.3, 0.343, 253)Commentaar: Decimale breuken (floats)Type: Een bereik (range) van decimale (floating point) breuken (zoals 1.3, 0.343, 253)Commentaar: Decimale breuken (floats)Type: Een bereik (range) van decimale (floating point) breuken (zoals 1.3, 0.343, 253)
- Voorbeelden
VARP(12;5;7) geeft 8.666... terug
- Voorbeelden
VARP(15;80;3) geeft 1144.22... terug
- Voorbeelden
VARP(6;7;8) geeft 0.6666667... terug
- Gerelateerde functies
VAR VARA VARPA
De functie VARPA() berekent de variantie, gebaseerd op de gehele populatie. Tekst en de Booleaanse waarden Onwaar worden meegeteld als 0. De Booleaanse waarde Waar worden geteld als 1.
- Syntaxis
VARPA(waarde;waarde;...)
- Parameters
- Commentaar: Decimale breuken (floats)Type: Een bereik (range) van decimale (floating point) breuken (zoals 1.3, 0.343, 253)Commentaar: Decimale breuken (floats)Type: Een bereik (range) van decimale (floating point) breuken (zoals 1.3, 0.343, 253)Commentaar: Decimale breuken (floats)Type: Een bereik (range) van decimale (floating point) breuken (zoals 1.3, 0.343, 253)Commentaar: Decimale breuken (floats)Type: Een bereik (range) van decimale (floating point) breuken (zoals 1.3, 0.343, 253)Commentaar: Decimale breuken (floats)Type: Een bereik (range) van decimale (floating point) breuken (zoals 1.3, 0.343, 253)
- Voorbeelden
VARPA(12;5;7) geeft 8.666... terug
- Voorbeelden
VARPA(15;80;3) geeft 1144.22... terug
- Voorbeelden
VARPA(6;7;8) geeft 0.6666667... terug
- Gerelateerde functies
VAR VARA VARP
De functie WEIBULL() geeft de Weibull-verdeling terug.
De parameters alfa en beta moeten positief zijn. Het getal (eerste parameter) moet niet-negatief zijn.
Cumulatief = 0: de kansdichtheidsfunctie wordt berekend; cumulatief = 1: de kansverdeling wordt berekend.
- Syntaxis
WEIBULL(getal;alfa;beta;cumulatief)
- Parameters
- Commentaar: GetalType: Een decimale breuk (floating point) (zoals 1.3, 0.343, 253)Commentaar: Parameter alphaType: Een decimale breuk (floating point) (zoals 1.3, 0.343, 253)Commentaar: Parameter betaType: Een decimale breuk (floating point) (zoals 1.3, 0.343, 253)Commentaar: 0 = kansdichtheid, 1 = kansverdelingType: Geheel getal (zoals 1; 132; 2344)
- Voorbeelden
WEIBULL(2;1;1;0) geeft 0.135335 terug
- Voorbeelden
WEIBULL(2;1;1;1) geeft 0.864665 terug
De functie ZTEST() berekent de kans van een z-test met normale kansverdeling gebaseerd op beide staarten van de verdeling.
Voert een test uit van de nul-hypothese, dat de steekproefer een is van een normaal verdeelde willekeurige variabelemet als gemiddelde gemiddelde en standaard deviatie sigma. Een teruggegeven waarde 1 betekent dat denulhypothese wordt verworpen: de steekproef is dan niet een willekeurige steekproef van de normale kansverdeling. Indien sigma wordt weggelaten wordt die geschat uit de steekproef, door middel van STDEV.
- Syntaxis
ZTEST(x; gemiddelde; sigma)
- Parameters
- Commentaar: x (reeks)Type: Een decimale breuk (floating point) (zoals 1.3, 0.343, 253)Commentaar: gemiddeldeType: Een decimale breuk (floating point) (zoals 1.3, 0.343, 253)Commentaar: standaarddeviatieType: Een decimale breuk (floating point) (zoals 1.3, 0.343, 253)
De functie ASC() geeft karakters met halve breedte terug die overeenkomen met het argument met volle breedte. Van belang voor Japanse karakters.
- Syntaxis
ASC(tekst)
- Parameters
- Commentaar: Karakters met volle breedteType: Tekst
- Gerelateerde functies
JIS
De functie BAHTTEXT() converteert een getal naar een tekst in Thaise karakters (baht).
- Syntaxis
BAHTTEXT(getal)
- Parameters
- Commentaar: GetalType: Geheel getal (zoals 1; 132; 2344)
- Voorbeelden
BAHTTEXT(23) geeft "ยี่สิบสามบาทถ้วน" terug
De functie CHAR() geeft het karakter terug, dat volgens de ASCII-tabel behoort bij een opgegeven (decimaal) getal.
- Syntaxis
CHAR(code)
- Parameters
- Commentaar: KaraktercodeType: Geheel getal (zoals 1; 132; 2344)
- Voorbeelden
CHAR(65) geeft "A" terug
- Gerelateerde functies
CODE
De functie CLEAN() verwijdert alle niet afdrukbare tekens uit een tekenreeks
- Syntaxis
CLEAN(tekst)
- Parameters
- Commentaar: BrontekenreeksType: Tekst
- Voorbeelden
CLEAN(AsciiToChar(7) + "HALLO") geeft "HALLO" terug
De functie CODE() geeft de decimale ASCII-code terug van het eerste karakter uit een tekenreeks.
- Syntaxis
CODE(tekst)
- Parameters
- Commentaar: TekstType: Tekst
- Voorbeelden
CODE("KDE") geeft 75 terug
- Gerelateerde functies
CHAR
De functie COMPARE() geeft 0 terug als de twee tekenreeksen aan elkaar gelijk zijn, -1 als de eerste een lagere waarde heeft dan de tweede en anders wordt 1 teruggegeven.
- Syntaxis
COMPARE(tekenreeks1; tekenreeks2; Waar|Onwaar)
- Parameters
- Commentaar: Eerste tekenreeksType: TekstCommentaar: Tekenreeks waarmee wordt vergelekenType: TekstCommentaar: Hoofdlettergevoelig vergelijken (Waar/Onwaar)Type: Een Booleaanse waarde (True of False (Waar of Onwaar))
- Voorbeelden
COMPARE("Calligra"; "Calligra"; Waar) geeft 0 terug
- Voorbeelden
COMPARE("calligra"; "Calligra"; Waar) geeft 1 terug
- Voorbeelden
COMPARE("kspread"; "Calligra"; Onwaar) geeft 1 terug
- Gerelateerde functies
EXACT
De functie CONCATENATE() geeft een tekenreeks terug die wordt gevormd door alle als parameter opgegeven tekenreeksen aan elkaar te plakken.
- Syntaxis
CONCATENATE(waarde;waarde;...)
- Parameters
- Commentaar: TekenreekswaardenType: Een bereik (range) van tekenreeksenCommentaar: TekenreekswaardenType: Een bereik (range) van tekenreeksenCommentaar: TekenreekswaardenType: Een bereik (range) van tekenreeksenCommentaar: TekenreekswaardenType: Een bereik (range) van tekenreeksenCommentaar: TekenreekswaardenType: Een bereik (range) van tekenreeksen
- Voorbeelden
CONCATENATE("Sheets";"Calligra";"KDE") geeft "SheetsCalligraKDE" terug
De functie DOLLAR() converteert een getal naar tekst met behulp van de valuta-opmaak. De tweede parameter geeft aan op hoeveel cijfers achter de komma wordt afgerond. Hoewel de naam van de functie DOLLAR is, zal de conversie worden gedaan met behulp van de op uw systeem ingestelde valuta, bijvoorbeeld Euro's.
- Syntaxis
DOLLAR(getal;decimalen)
- Parameters
- Commentaar: GetalType: DoubleCommentaar: DecimalenType: Geheel getal (zoals 1; 132; 2344)
- Voorbeelden
DOLLAR(1403.77) geeft "€ 1,403.77" terug
- Voorbeelden
DOLLAR(-0.123;4) geeft "€ -0.1230" terug
De functie EXACT() geeft Waar terug als de twee tekenreeksen aan elkaar gelijk zijn, en anders Onwaar.
- Syntaxis
EXACT(tekenreeks1;tekenreeks2)
- Parameters
- Commentaar: TekenreeksType: TekstCommentaar: TekenreeksType: Tekst
- Voorbeelden
EXACT("Calligra";"Calligra") geeft Waar terug
- Voorbeelden
EXACT("KSpread";"Calligra") geeft Onwaar terug
- Gerelateerde functies
COMPARE
De functie FIND() zoekt een tekenreeks (zoek_tekst) in een andere tekenreeks (in_deze_tekst) en geeft de positie terug van het eerste teken van "zoek_tekst" in "in_deze_tekst", geteld vanaf het eerste teken hierin.
De parameter "start_getal" geeft het teken aan waar de zoekactie moet beginnen. Het eerste teken heeft nummer 1. Als "start_getal" niet wordt opgegeven, dan wordt hier de waarde 1 voor gebruikt.
U kunt ook de functie SEARCH() gebruiken, maar anders dan SEARCH() maakt FIND() onderscheid tussen hoofd- en kleine letters, en kunnen er geen jokertekens worden gebruikt.
- Syntaxis
FIND(zoek_tekst;binnen_deze_tekst;start_getal)
- Parameters
- Commentaar: De tekst die u wilt zoekenType: TekstCommentaar: De tekst die mogelijk zoek_tekst bevatType: TekstCommentaar: Geeft de index waar de zoekactie moet beginnenType: Geheel getal (zoals 1; 132; 2344)
- Voorbeelden
FIND("Cal";"Calligra") geeft 1 terug
- Voorbeelden
FIND("i";"Calligra") geeft 5 terug
- Voorbeelden
FIND("a";"Sheets in Calligra";4) geeft 12 terug
- Gerelateerde functies
FINDB SEARCH REPLACE SEARCHB REPLACEB
De functie FINDB() zoekt een tekenreeks (zoek_tekst) in een andere tekenreeks (in_deze_tekst) en geeft de positie terug van het eerste teken van "zoek_tekst" in "in_deze_tekst", gemeten in bytes.
De parameter "bytepositie_start" geeft het teken aan waar de zoekactie moet beginnen. Het eerste teken heeft nummer 2. Als "bytepositie_start" niet wordt opgegeven, wordt hier de waarde 2 voor gebruikt.
- Syntaxis
FINDB(zoek_tekst;binnen_deze_tekst;bytepositie_start)
- Parameters
- Commentaar: De tekst die u wilt zoekenType: TekstCommentaar: De tekst die mogelijk zoek_tekst bevatType: TekstCommentaar: Geeft de positie in bytes, waar de zoekactie moet beginnenType: Geheel getal (zoals 1; 132; 2344)
- Gerelateerde functies
FIND SEARCH REPLACE SEARCHB REPLACEB
De functie FIXED() rondt een getal af naar het opgegeven aantal cijfers achter de komma. Vervolgens wordt het getal opgemaakt en weergegeven als tekst. Als decimalen negatief is, dan wordt er links van de komma afgerond. Als u decimalen weglaat, dan wordt op 2 cijfers achter de komma afgerond. Als de optionele parameter geen_kommas Waar is, dan wordt het scheidingsteken voor duizendtallen niet gebruikt.
- Syntaxis
FIXED(getal;decimalen;geen_kommas)
- Parameters
- Commentaar: GetalType: DoubleCommentaar: DecimalenType: Geheel getal (zoals 1; 132; 2344)Commentaar: Geen_kommasType: Een Booleaanse waarde (True of False (Waar of Onwaar))
- Voorbeelden
FIXED(1234.567;1) geeft "1,234.6" terug
- Voorbeelden
FIXED(1234.567;1;Onwaar) geeft "1234.6" terug
- Voorbeelden
FIXED(44.332) geeft "44.33" terug
De functie JIS() geeft de karakters met volle breedte terug die overeenkomen met het argument met halve breedte. Van belang voor Japanse karakters.
- Syntaxis
JIS(tekst)
- Parameters
- Commentaar: Karakters met halve breedteType: Tekst
- Gerelateerde functies
ASC
De functie LEFT(tekst;lengte) geeft het door lengte gegeven aantal meest linkse karakters van tekst terug. Als lengte groter is dan de lengte van tekst wordt de gehele tekenrij als tekst teruggegeven. Het is een fout als het aantal karakters kleiner is dan 0.
- Syntaxis
LEFT(tekst;lengte)
- Parameters
- Commentaar: BrontekenreeksType: TekstCommentaar: Aantal karaktersType: Geheel getal (zoals 1; 132; 2344)
- Voorbeelden
LEFT("hallo";2) geeft "ha" terug
- Voorbeelden
LEFT("KSpread";10) geeft "KSpread" terug
- Voorbeelden
LEFT("KSpread") geeft "K" terug (waarde van lengte is dus standaard 1)
- Gerelateerde functies
RIGHT MID RIGHTB MIDB
De functie LEFTB(tekst;bytelengte) geeft het door bytelengte gegeven aantal meest linkse karakters van tekst terug, gemeten in bytes. Als bytelengte groter is dan de lengte van tekst wordt de gehele tekenrij als tekst teruggegeven. Het is een fout als het aantal karakters kleiner is dan 0.
De functie LEN() geeft de lengte (aantal tekens) terug van de opgegeven tekenreeks.
- Syntaxis
LEN(tekst)
- Parameters
- Commentaar: TekenreeksType: Tekst
- Voorbeelden
LEN("hallo") geeft 5 terug
- Voorbeelden
LEN("KSpread") geeft 7 terug
- Gerelateerde functies
LENB
De functie LENB() geeft de lengte (aantal bytes) terug van de opgegeven tekenreeks.
- Syntaxis
LENB(tekst)
- Parameters
- Commentaar: TekenreeksType: Tekst
De functie LOWER() zet alle letters in een tekenreeks om naar kleine letters.
De functie MID(tekst;positie;lengte) geeft een gedeelte terug van de tekenreeks als tekst met een aantal karakters gelijk aan lengte, beginnend bij de index die wordt gegeven door positie.
- Syntaxis
MID(tekst;positie;lengte)
- Parameters
- Commentaar: BrontekenreeksType: TekstCommentaar: PositieType: Geheel getal (zoals 1; 132; 2344)Commentaar: LengteType: Geheel getal (zoals 1; 132; 2344)
- Voorbeelden
MID("Calligra";2;3) geeft "all" terug
- Voorbeelden
MID("Calligra";2) geeft "alligra" terug
- Gerelateerde functies
LEFT RIGHT LEFTB RIGHTB MIDB
De functie MIDB(tekst;positie;lengte) geeft een gedeelte terug van de tekenreeks als tekst met een lengte in bytes, gelijk aan bytelengte, beginnend bij de de bytepositie die wordt gegeven door bytepositie_start.
De functie PROPER() zet de eerste letter van elk woord om naar een hoofdletter, en de rest van de letters naar kleine letters.
- Syntaxis
PROPER(tekenreeks)
- Parameters
- Commentaar: TekenreeksType: Tekst
- Voorbeelden
PROPER("dit is een titel") geeft "Dit Is Een Titel"
Geeft een deel van een tekenreeks terug die overeenkomt met een reguliere expressie. Als in de tekenreeks geen overeenkomsten zijn met de gegeven reguliere expressie, wordt een waarde teruggegeven, die als standaard waarde is gedefinieerd.
Wanneer een terugverwijzing wordt gegeven, zal de waarde daarvan worden teruggegeven.
Wanneer geen standaard waarde wordt opgegeven, wordt daarvoor een lege tekenreeks aangenomen. Wanneer geen terugverwijzing wordt opgegeven wordt 0 aangenomen (zodat het hele overeenkomende gedeelte wordt teruggegeven).
- Syntaxis
REGEXP(tekst; regexp; standaard; terugverw)
- Parameters
- Commentaar: Doorzochte tekstType: TekstCommentaar: Reguliere expressieType: TekstCommentaar: Standaard waarde (optioneel)Type: TekstCommentaar: Terugverwijzing (optioneel)Type: Getal
- Voorbeelden
REGEXP("Het getal is 15.";"[0-9]+") geeft "15" terug
- Voorbeelden
REGEXP("15, 20, 26, 41";"([0-9]+), *[0-9]+$";"";1) = "26"
Vervangt alle overeenkomsten met een reguliere expressie door de vervangende tekst
- Syntaxis
REGEXPRE(tekst; regexp; vervanging)
- Parameters
- Commentaar: Doorzochte tekstType: TekstCommentaar: Reguliere expressieType: TekstCommentaar: VervangingType: Tekst
- Voorbeelden
REGEXPRE("14 en 15 en 16";"[0-9]+";"num") geeft "num en num en num" terug
De functie REPLACE() vervangt een deel van een tekenreeks door een andere tekenreeks.
- Syntaxis
REPLACE(tekst;positie;lengte;nieuwe_tekst)
- Parameters
- Commentaar: Tekst waarin u enkele tekens wilt vervangenType: TekstCommentaar: Positie van de te vervangen tekensType: Geheel getal (zoals 1; 132; 2344)Commentaar: Aantal te vervangen tekensType: Geheel getal (zoals 1; 132; 2344)Commentaar: De tekst die de tekens in de oude tekst moet vervangenType: Tekst
- Voorbeelden
REPLACE("abcdefghijk";6;5;"-") geeft "abcde-k" terug
- Voorbeelden
REPLACE("2002";3;2;"03") geeft "2003" terug
- Gerelateerde functies
FIND MID FINDB MIDB
De functie REPLACEB() vervangt een deel van een tekenreeks door een andere tekenreeks, met behulp van posities in bytes.
- Syntaxis
REPLACEB(tekst;bytepositie;bytelengte;nieuwe_tekst)
- Parameters
- Commentaar: Tekst waarin u enkele tekens wilt vervangen, met behulp van positie in bytesType: TekstCommentaar: Positie in bytes van de te vervangen tekensType: Geheel getal (zoals 1; 132; 2344)Commentaar: Lengte in bytes van te vervangen tekensType: Geheel getal (zoals 1; 132; 2344)Commentaar: De tekst die de tekens in de oude tekst moet vervangenType: Tekst
- Gerelateerde functies
FINDB MIDB FIND MID
De functie REPT(tekst;aantal) herhaalt tekst zo vaak als door aantal wordt aangegeven. aantal mag niet negatief zijn, en er wordt een lege tekenreeks teruggegeven als aantal 0 is (of naar beneden naar 0 wordt afgerond).
- Syntaxis
REPT(tekst;aantal)
- Parameters
- Commentaar: BrontekenreeksType: TekstCommentaar: Aantal herhalingenType: Geheel getal (zoals 1; 132; 2344)
- Voorbeelden
REPT("kspread";3) geeft "kspreadkspreadkspread" terug
- Voorbeelden
REPT("KSpread";0) geeft "" terug
De functie RIGHT(tekst;lengte) geeft het door lengte gegeven aantal meest rechtse karakters van tekst terug. Als lengte groter is dan de lengte van tekst wordt de gehele tekenrij als tekst teruggegeven.
- Syntaxis
RIGHT(tekst;lengte)
- Parameters
- Commentaar: BrontekenreeksType: TekstCommentaar: Aantal karaktersType: Geheel getal (zoals 1; 132; 2344)
- Voorbeelden
RIGHT("hallo";2) geeft "lo" terug
- Voorbeelden
RIGHT("KSpread";10) geeft "KSpread" terug
- Voorbeelden
RIGHT("KSpread") geeft "d" terug (waarde van lengte is dus standaard 1)
- Gerelateerde functies
LEFT MID LEFTB MIDB
De functie RIGHTB(tekst;bytelengte) geeft het door bytelengte gegeven aantal meest rechtse karakters van tekst terug, gemeten in bytes. Als lengte groter is dan de lengte van tekst wordt de gehele tekenrij als tekst teruggegeven.
De functie ROT13() versleutelt tekst door elke letter te vervangen door een andere letter die 13 plaatsen verder in het alfabet staat. Als de 13e positie voorbij de Z ligt, dan gaat de functie verder bij A (rotatie).
Door deze versleutelingsfunctie nogmaals op de resulterende tekst toe te passen kunt u de tekst weer ontcijferen.
- Syntaxis
ROT13(tekst)
- Parameters
- Commentaar: TekstType: Tekst
- Voorbeelden
ROT13("KSpread") geeft "XFcernq" terug
- Voorbeelden
ROT13("XFcernq") geeft "KSpread" terug
De functie SEARCH() zoekt een tekenreeks zoek_tekst in een andere tekenreeks (in_deze_tekst) en geeft de positie van het eerste teken van zoek_tekst hierin terug, gerekend vanaf het begin van de tekenreeks in_deze_tekst.
U kunt gebruik maken van jokertekens, vraagteken (?) en sterretje (*). Een vraagteken staat voor elk apart karakter, een sterretje komt overeen met een reeks van karakters.
De parameter startpunt geeft het karakter aan waar het zoeken wordt gestart. Het eerste karakter heeft het nummer 1. Als startpunt wordt weggelaten, wordt hiervoor 1 aangenomen. De functie SEARCH() maakt geen onderscheid tussen hoofd- en kleine letters.
- Syntaxis
SEARCH(zoek_tekst;in_deze_tekst;startpunt)
- Parameters
- Commentaar: De tekst die u wilt zoekenType: TekstCommentaar: De tekst die mogelijk zoek_tekst bevatType: TekstCommentaar: Opgegeven startindex voor de zoekactieType: Geheel getal (zoals 1; 132; 2344)
- Voorbeelden
SEARCH("e";"Evenbeeld";5) geeft 6 terug
- Voorbeelden
SEARCH("begin";"Profijtbeginsel") geeft 8 terug
- Gerelateerde functies
FIND FINDB SEARCHB
De functie SEARCHB() zoekt een tekenreeks zoek_tekst in een andere tekenreeks (in_deze_tekst) en geeft het positienummer in terug van het eerste teken van zoek_tekst hierin terug, gerekend vanaf het startpunt van de tekenreeks in_deze_tekst, alles gerekend in bytes.
U kunt gebruik maken van jokertekens, vraagteken (?) en sterretje (*). Een vraagteken staat voor elk apart karakter, een sterretje komt overeen met een reeks van karakters.
De parameter startpunt geeft het karakter aan waar het zoeken wordt gestart. Het eerste karakter heeft het nummer 2. Als bytepositie_start wordt weggelaten, wordt hiervoor 2 aangenomen. De functie SEARCHB() maakt geen onderscheid tussen hoofd- en kleine letters.
- Syntaxis
SEARCHB(zoek_tekst;in_deze_tekst;bytepositie_start)
- Parameters
- Commentaar: De tekst die u wilt zoekenType: TekstCommentaar: De tekst die mogelijk zoek_tekst bevatType: TekstCommentaar: Opgegeven beginpunt in bytes voor de zoekactieType: Geheel getal (zoals 1; 132; 2344)
- Gerelateerde functies
FINDB FIND SEARCH
De functie SLEEK() verwijdert alle spaties uit een tekenreeks.
- Syntaxis
SLEEK(tekst)
- Parameters
- Commentaar: BrontekenreeksType: Tekst
- Voorbeelden
SLEEK("dit is wat tekst ") geeft "ditiswattekst" terug
- Gerelateerde functies
TRIM
De functie SUBSTITUTE() vervangt in een tekenreeks oude_tekst door nieuwe_tekst. Als het voorkom_num opgegeven is, dan wordt alleen op dat voorkom_num oude_tekst vervangen door nieuwe_tekst. Anders wordt elk voorkomen van oude_tekst vervangen door nieuwe_tekst. Gebruik SUBSTITUTE() als u een bepaalde tekst wilt vervangen, en gebruik REPLACE() als u iedere tekst die op een bepaalde plaats voorkomt wilt vervangen.
- Syntaxis
SUBSTITUTE(tekst; oude_tekst; nieuwe_tekst; voorkom_num)
- Parameters
- Commentaar: Te vervangen tekstType: TekstCommentaar: Deel van tekst die u wilt vervangenType: TekstCommentaar: Nieuwe vervangende tekstType: TekstCommentaar: Plaats waar tekst moet worden vervangenType: Geheel getal (zoals 1; 132; 2344)
- Voorbeelden
SUBSTITUTE("kostengegevens";"kosten";"verkoop") geeft "verkoopgegevens" terug
- Voorbeelden
SUBSTITUTE("kwartaal 1, 2001";"1";"3";1) geeft "kwartaal 3, 2001" terug
- Voorbeelden
SUBSTITUTE("kwartaal 1, 2001";"1";"3") geeft "kwartaal 3, 2003" terug
- Gerelateerde functies
REPLACE REPLACEB FIND FINDB
De functie T(waarde) geeft de tekst terug waarnaar verwezen wordt door waarde. Als waarde een tekst is of naar een tekst verwijst, dan wordt waarde teruggegeven. Als waarde niet naar een tekst verwijst, wordt een lege tekenreeks teruggegeven.
- Syntaxis
T(waarde)
- Parameters
- Commentaar: WaardeType: Elk type waarde
- Voorbeelden
T("Calligra") geeft "Calligra" terug
- Voorbeelden
T(1.2) geeft "" (lege tekenreeks)
De functie TEXT() zet een waarde om naar tekst.
- Syntaxis
TEXT(waarde)
- Parameters
- Commentaar: WaardeType: Elk type waarde
- Voorbeelden
TEXT(1234.56) geeft de tekst "1234.56" terug
- Voorbeelden
TEXT("KSpread") geeft "KSpread" terug
De functie TOGGLE() vervangt kleine letters door hoofdletters en andersom.
De functie TRIM() geeft tekst terug zonder overbodige spaties tussen de woorden.
- Syntaxis
TRIM(tekst)
- Parameters
- Commentaar: TekenreeksType: Tekst
- Voorbeelden
TRIM(" Hallo KSpread ") geeft "Hallo KSpread" terug
De functie UNICHAR() geeft het karakter terug dat bij de opgegeven unicode (een uitbreiding van de ASCII-code) daar van behoort.
De functie UNICODE() geeft de unicode (een uitgebreide ASCII-code) terug voor het eerste karakter in een tekenreeks.
De functie UPPER() zet alle letters in een tekenreeks om naar hoofdletters.
De functie ACOS(x) geeft de arccosinus y terug in radialen, van het getal x. (x uit [-1, +1], y uit [0, PI] (per definitie)).
- Syntaxis
ACOS(getal)
- Parameters
- Commentaar: Hoek (radialen)Type: Een decimale breuk (floating point) (zoals 1.3, 0.343, 253)
- Voorbeelden
ACOS(0.8) geeft 0.6435011 terug
- Voorbeelden
ACOS(0) geeft 1.57079633 terug
- Gerelateerde functies
COS
De functie ACOSH(x) berekent de inverse hyperbolische cosinus y van het getal x; dit is de waarde waarvan de hyperbolische cosinus x. (x uit [1, ->), y >=0 (per definitie)). Als x kleiner is dan 1.0, dan geeft ACOSH() de foutmelding"not-a-number" (NaN). De andere waarde van y die voldoet aan COSH(y)=x is -y.
- Syntaxis
ACOSH(getal)
- Parameters
- Commentaar: Hoek (radialen)Type: Een decimale breuk (floating point) (zoals 1.3, 0.343, 253)
- Voorbeelden
ACOSH(5) geeft 2.29243167 terug
- Voorbeelden
ACOSH(0) geeft de foutmelding NaN terug
- Gerelateerde functies
COSH
De functie ACOT(x) geeft de arccotangens y van een getal x terug. (x uit R, y in radialen, uit (0, PI) ). Is de inverse van COT(x).
- Syntaxis
ACOT(getal)
- Parameters
- Commentaar: Hoek (radialen)Type: Een decimale breuk (floating point) (zoals 1.3, 0.343, 253)
- Voorbeelden
ACOT(0) geeft 1.57079633 terug
De functie ASIN(x) geeft de arcsinus y terug in radialen, van het getal x. (x uit [-1, 1]. y uit [-PI/2, PI/2] (per definitie)).
- Syntaxis
ASIN(getal)
- Parameters
- Commentaar: Hoek (radialen)Type: Een decimale breuk (floating point) (zoals 1.3, 0.343, 253)
- Voorbeelden
ASIN(0.8) geeft 0.92729522 terug
- Voorbeelden
ASIN(0) geeft 0 terug
- Gerelateerde functies
SIN
De functie ASINH(x) berekent de inverse hyperbolische sinus y van het getal x; dit is de waarde waarvan de hyperbolische sinus x is. (x uit R, y uit R)
- Syntaxis
ASINH(getal)
- Parameters
- Commentaar: Hoek (radialen)Type: Een decimale breuk (floating point) (zoals 1.3, 0.343, 253)
- Voorbeelden
ASINH(0.8) geeft 0.73266826 terug
- Voorbeelden
ASINH(0) geeft 0 terug
- Gerelateerde functies
SINH
De functie ATAN(x) geeft de arctangens y terug in radialen, van het getal x. (x uit R, y uit (-PI/2, PI/2) (per definitie)).
De functie ATAN2(x.y) berekent de arctangens z in radialen, van de twee variabelen x en y. Dit is gelijk aan de arctangens van y/x, met dit verschil dat de tekens van beide argumenten gebruikt worden om het kwadrant van het resultaat te bepalen. (x uit R, ongelijk 0, y uit R, z uit (0, 2*Pi), behalve Pi).
- Syntaxis
ATAN2(waarde;waarde)
- Parameters
- Commentaar: Hoek (radialen)Type: Een decimale breuk (floating point) (zoals 1.3, 0.343, 253)Commentaar: Hoek (radialen)Type: Een decimale breuk (floating point) (zoals 1.3, 0.343, 253)
- Voorbeelden
ATAN2(0.5;1.0) geeft 1.107149 terug (beide positief, dus 1e kwadrant)
- Voorbeelden
ATAN2(-0.5;2.0) geeft 1.815775 terug (2e kwadrant)
- Gerelateerde functies
ATAN
De functie ATANH(x) berekent de inverse hyperbolische tangens y van het getal x; dit is de waarde waarvan de hyperbolische tangens x is. (x uit (-1, 1), y uit R ). Als de absolute waarde van x groter is dan 1.0, dan geeft ATANH() de foutmelding "not-a-number" (NaN) terug.
- Syntaxis
ATANH(getal)
- Parameters
- Commentaar: Hoek (radialen)Type: Een decimale breuk (floating point) (zoals 1.3, 0.343, 253)
- Voorbeelden
ATANH(0.8) geeft 1.09861229 terug
- Voorbeelden
ATANH(0) geeft 0 terug
- Gerelateerde functies
TANH
De functie COS(x) geeft de cosinus y terug van een getal x, waarbij x gegeven is in radialen. (x uit R, y uit [-1, 1]).
De functie COSH(x) geeft de hyperbolische cosinus y terug van het getal x. Deze is wiskundig gedefinieerd als (exp(x) + exp(-x)) / 2. (x uit R, y >= 1).
- Syntaxis
COSH(getal)
- Parameters
- Commentaar: Hoek (radialen)Type: Een decimale breuk (floating point) (zoals 1.3, 0.343, 253)
- Voorbeelden
COSH(0.8) geeft 1.33743495 terug
- Voorbeelden
COSH(0) geeft 1 terug
- Gerelateerde functies
ACOSH
De functie CSC(x) geeft de cosecans y terug van het getal x, waarbij x gegeven is in radialen. (x uit R, x ongelijk aan 0, +/- PI, +/- 3*PI, etc, , |y| >=1).
- Syntaxis
CSC(getal)
- Parameters
- Commentaar: Hoek (radialen)Type: Een decimale breuk (floating point) (zoals 1.3, 0.343, 253)
- Voorbeelden
CSC(PI()/2) geeft 1 terug
De functie CSCH(x) geeft de hyperbolische cosecans y terug van het getal x, waarbij x gegeven is in radialen (x uit R, ongelijk 0, y uit R, ongelijk 0).
- Syntaxis
CSCH(getal)
- Parameters
- Commentaar: Hoek (radialen)Type: Een decimale breuk (floating point) (zoals 1.3, 0.343, 253)
- Voorbeelden
CSCH(PI()/2) geeft 0.434537208... terug
De functie DEGREES() zet een hoek of getal uitgedrukt in radialen om naar een hoek in graden.
- Syntaxis
DEGREES(getal)
- Parameters
- Commentaar: Hoek (radialen)Type: Een decimale breuk (floating point) (zoals 1.3, 0.343, 253)
- Voorbeelden
DEGREES(0.78) geeft 44.69 terug
- Voorbeelden
DEGREES(1) geeft 57.29 terug
- Gerelateerde functies
RADIANS
De functie PI() geeft de benaderde waarde van Pi terug.
- Syntaxis
PI()
- Parameters
- Voorbeelden
PI() is gelijk aan 3.141592654...
De functie RADIANS() zet een hoek uitgedrukt in graden om naar een hoek of getal in radialen.
- Syntaxis
RADIANS(getal)
- Parameters
- Commentaar: Hoek (graden)Type: Een decimale breuk (floating point) (zoals 1.3, 0.343, 253)
- Voorbeelden
RADIANS(75) geeft 1.309 terug
- Voorbeelden
RADIANS(90) geeft 1.5707 terug
- Gerelateerde functies
DEGREES
De functie SEC(x) geeft de secans y terug van het getal x, waarbij x gegeven is in radialen (x uit R, ongelijk aan +/-PI/2; +/-3*PI/2, etc; y uit R, niet uit (-1, 1)).
- Syntaxis
SEC(getal)
- Parameters
- Commentaar: Hoek (radialen)Type: Een decimale breuk (floating point) (zoals 1.3, 0.343, 253)
- Voorbeelden
SEC(0) geeft 1 terug
De functie SECH(x) geeft de hyperbolische secans y terug van het getal x, waarbij x gegeven is in radialen (x uit R, y uit (0, 1]).
- Syntaxis
SECH(getal)
- Parameters
- Commentaar: Hoek (radialen)Type: Een decimale breuk (floating point) (zoals 1.3, 0.343, 253)
- Voorbeelden
SECH(0) geeft 1 terug
De functie SIN(x) geeft de sinus y terug van een getal x, waarbij x gegeven is in radialen. (x uit R, y uit [-1, 1] ).
De functie SINH(x) geeft de hyperbolische sinus y terug van het getal x. Deze is wiskundig gedefinieerd als (exp(x) - exp(-x)) / 2. (x uit R, y uit R).
- Syntaxis
SINH(getal)
- Parameters
- Commentaar: Hoek (radialen)Type: Een decimale breuk (floating point) (zoals 1.3, 0.343, 253)
- Voorbeelden
SINH(0.8) geeft 0.88810598 terug
- Voorbeelden
SINH(0) geeft 0 terug
- Gerelateerde functies
ASINH
De functie TAN(x) geeft de tangens y terug van een getal x, waarbij x gegeven is in radialen. (x uit R behalve +/- PI/2; +/- 3PI/2; etc, y uit R).
- Syntaxis
TAN(getal)
- Parameters
- Commentaar: Hoek (radialen)Type: Een decimale breuk (floating point) (zoals 1.3, 0.343, 253)
- Voorbeelden
TAN(0.7) geeft 0.84228838 terug
- Voorbeelden
TAN(0) geeft 0 terug
- Gerelateerde functies
ATAN
De functie TANH(x) geeft de hyperbolische tangens y terug van het getal x. Deze is wiskundig gedefinieerd als sinh(x)/cosh(x). (x uit R, y uit (-1. 1) ).
- Syntaxis
TANH(getal)
- Parameters
- Commentaar: Hoek (radialen)Type: Een decimale breuk (floating point) (zoals 1.3, 0.343, 253)
- Voorbeelden
TANH(0.8) geeft 0.66403677 terug
- Voorbeelden
TANH(0) geeft 0 terug
- Gerelateerde functies
ATANH