Het is verplicht ten minste drie bestanden bij te sluiten: een .pluginmap, een plugin .xml -beschrijving en een plugin .js-bestand. Dat betekent dat zelfs de "plugins"-directory optioneel is. Het kan helpen als u uw bestandenenigszins ordent, zeker als u meerdere plugins/dialogen in het archief opneemt, wat natuurlijk geen probleem is. U kunt net zoveel directories gebruiken voor de pluginbestanden als u nodig vindt, zij hoeven slechts te lijken op de .pluginmap. Het is ook mogelijk diverse .pluginmap-bestanden bij te sluiten, indien dit nodig is, maar u moet ze in dat geval allemaal opnemen in “plugin_naam.pluginmap”.

Elk R-pakket moet een geldig DESCRIPTION-bestand (bestand met een BESCHRIJVING) hebben, dat ook cruciaal is voor RKWard en waarin staat dat het een plugin bevat. De meeste informatie erin is ook nodig in de plugin Meta-informatie (informatie over de plugin) en mogelijke dependencies, maar in een ander format (de R-documentatie verklaart het DESCRIPTION-bestand in detail).

Naast de algemene inhoud van een DESCRIPTION- bestand, moet u ook zorgen voor de regel “Enhances: rkward” (verbetert rkward). Hierdoor zal RKWard automatisch het pakket naar plugins doorzoeken bij installatie. Een voorbeeld van een DESCRIPTION-bestand ziet er als volgt uit: this:

Package: SquaretheCircle
        Type: Package
        Title: Square the circle
        Version: 0.1-3
        Date: 2011-09-19
        Author: E.A. Dölle <doelle@eternalwondermaths.example.org>
        Maintainer: A. Assistant <alterego@eternalwondermaths.example.org>
        Enhances: rkward
        Description: Cirkelkwadratuur met Heisenberg compensation.
        License: GPL
        LazyLoad: yes
        URL: http://eternalwondermaths.example.org/23/stc.html
        Authors@R: c(person(given="E.A.", family="Dölle", role="aut",
                        email="doelle@eternalwondermaths.example.org"),
                        person(given="A.", family="Assistant", role=c("cre",
                        "ctb"), email="alterego@eternalwondermaths.example.org"))
                        

ChangeLog, README, AUTHORS, LICENSE moeten voor zichzelf spreken en zijn geheel optioneel. In feite worden die niet geïnterpreteerd door RKWard, dus zijn die alleen bedoeld voor het doorgeven van informatie die van belang kan zijn voor bijv. distributeurs. De meeste informatie (over de auteurs, licentiebepalingen etc.) worden toch wel gegeven in de plugin-bestanden (zie de sectie over meta-informatie). Merk op dat al deze bestanden ook kunnen worden geplaatst ergens in de "inst"-directory, indien u wilt dat ze niet alleen in het bronarchief (source archive), maar ook in het geïnstalleerde pakket aanwezig zijn.

Een andere optionele directory is "tests", met daarin bestanden die nodig zijn voor het automatisch testen van plugins. Deze tests zijn nuttig voor het snel controleren of uw plugins nog wel werken met de nieuwe versies van R of RKWard. Indien u deze tests wilt gebruiken, dan moet u u heel goed houden aan het het hier beschreven namenschema en hiërarchie. Dit betekent dat de tests in een directory met de naam tests moeten zijn, waaronder een bestand testsuite.R en een map met teststandaarden die genoemd zijn naar de bijbehorende test-suite. U kunt echter meerdere test-suites beschikbaar stellen. In dat geval hoeft u ze niet allemaal in één testsuite.R-bestand op te nemen. U kunt ze opsplitsen in bijv. een bestand voor elke test-suite en een testsuite.R aanmaken met source()-aanroepen voor elk bestand in de suite. In beide gevallen moet u aparte subdirectories aanmaken met teststandaarden voor elke gedefinieerde suite. Een suite (zeg: swiet) is een aantal bij elkaar behorende programma's.

Het nut van het zich houden aan deze structuur is dat het testen van plugin eenvoudig kan worden gedaan met rktests.makplugintests() in het rkwardtests-pakket zonder extra argumenten. Zie ook de online-documentatie Automatisch plugin-testen voor nadere details.