Het venster Bewerken

Het hoofdvenster laat een raster en boven en links linialen zien. De linialen zijn in steken, centimeters of inches instelbaar. Het beeld in het bewerkingsvenster is inzoombaar en verschuifbaar en met de verschillende gereedschappen kunt u uw ontwerp bewerken.

In het algemeen is het linkermuisknop in gebruik voor alle gereedschappen om het patroon te bewerken. Gedetailleerde beschrijvingen van alle gereedschappen en het gebruik daarvan is te vinden in het overzicht van de opdrachten.

Het raster laat ook dikkere lijnen zien die de vakjes in groepen verdeelt. Het aantal vakjes per groep is instelbaar (standaard is dat 10) zoals ook de lijnkleur instelbaar is. Dit is handig voor als u patronen ontwerpt op een donkergekleurd doek zodat licht gekleurde lijnen voor het contrast nodig zijn.

Een keuzemenu geeft de mogelijkheid tot het invoegen van achtergrond-afbeeldingen in het bewerkingsvenster, voor het gebruik als sjabloon voor het invoegen van steken. Lees voor meer details de sectie Patronen creëren.

Contextmenu

Door het gebruik van uw rechtermuisknop in de editor opent u een contextmenu waarmee u de instellingen van de linialen en de weergave van de steken mee kan wijzigen. U kunt er ook de weergave van de achtergrondafbeelding, de steken, achtersteken, het raster en de linialen mee in en uitschakelen.