Hoofdstuk 2. PIC programma's

Inhoudsopgave

Manipulatie
Uploaden

Manipulatie

Wanneer u een FlowCode- of tekstdocument maakt, zult u een afrolmenu in de werkbalk bemerken met een pictogram van een raket. Vanaf daar kunt u uw PIC-programma manipuleren; het wijzigen in verschillende vormen.

  • Naar Microbe converteren - Dit wordt alleen in FlowCode documenten gebruikt. Dit wordt verder uitgelegd in Hoofdstuk 4, FlowCode.

  • Naar Assembly converteren - dit kan gebruikt worden in vier contexten. Wanneer een FlowCode-document open is, zal de uitvoer van de FlowCode in de vorm van assembly instructies zijn. Wanneer een Microbe-document open is, zal het het microbe programma gedistribueerd met KTechlab aanroepen om het programma te compileren. Evenzo, als een C-programma open is, zal het proberen om het te compileren via SDCC. Wanneer een tekstdocument met PIC-hex open is, zal het gpdasm aanroepen om het hex te disassembleren.

  • Naar hex converteren - dit kan ook gebruikt worden in vier contexten. Zoals met Naar assembly converteren, kan dit gebruikt worden met FlowCode-, Microbe- en C-documenten. Het zal ook ingeschakeld worden wanneer een assembly-document open is om het te assembleren via gpasm.

  • Naar PIC uploaden - Dit assembleert het PIC programma dat nu wordt bewerkt en uploadt het met de programmeur die de gebruiker heeft geselecteerd.

Geen van deze acties vereisen dat het huidige document wordt opgeslagen - erg nuttig wanneer een snel programma is vereist. Voor niet-PIC doelen, zal de Uitvoer-dialoog aangeroepen door te klikken op een van deze acties kan ofwel uitvoer als resultaat hebben (altijd tekst in de bovenstaande drie gevallen) naar een vers document of naar een bestand. Als de uitvoer is opgeslagen naar een bestand, biedt het ook opties om het bestand na maken te laden en het nieuw gemaakte bestand toe te voegen aan het geopende project (als er een is geopend).

Merk op dat u er voor kunt zorgen dat KTechlab altijd dezelfde weergave voor tonen van de uitgevoerde inhoud gebruikt door de optie Instellingen onder Algemeen te selecteren.