Het besturen van apparaten op afstand

KStars heeft een eenvoudige doch krachtige laag voor de besturing van apparaten op afstand. Een gedetailleerde beschrijving vindt u in het INDI-"white paper" (Engels).

U moet zowel de server- als de clientcomputers instellen voor de besturing op afstand:

  1. Server: Om een apparaat voor te bereiden voor afstandsbesturing, volgt u dezelfde stappen als bij de lokaal/server-instelling. Als u de apparaatserver start in het menu Apparaatbeheer, wordt in de kolomPoort een poortnummer getoond. Behalve het poortnummer heeft u ook de computernaam of het IP-adres van uw server nodig.

  2. Client: Kies menu-item HulpmiddelenApparatenApparaatbeheer... en in het tabblad Client kunt u computers toevoegen, wijzigen, of wissen. Voeg een computer toe met de knop Toevoegen. Vul de computernaam/IP-adres van de server in in het veld Host, en vul het poortnummer in dat u verkregen heeft bij de instelling van de server, in stap 1.

Na het toevoegen van een host rechtsklikt u op de host om te Verbinden, of op Verbinding verbreken. Als er een verbinding is, kunt u de telescoop besturen vanuit de Hemelkaart, of in het INDI-besturingspaneel, precies zoals beschreven bij de instelling van het deel lokaal/server. Zo gemakkelijk is het.

Het laten werken van de INDI-server vanaf de opdrachtregel

Hoewel een INDI-server gemakkelijk vanuit KStars kan worden bediend, kunt u een INDI-server ook vanaf de commandoregel opstarten.

Omdat INDI een onafhankelijke component is van de backend kunt u een INDI-server laten werken op een host zonder KStars. INDI kan afzonderlijk worden gecompileerd om op andere computers te draaien. Verder sturen aparaatbesturingsprogramma's hun berichten naar stderr, wat nuttig kan zijn bij het zoeken naar eventuele fouten. De syntaxis voor de INDI-server is als volgt:

$ indiserver [opties] driver [stuurprogramma ...]

Options:
 -l d     : Meldingen uit stuurprogramma naar <d>/JJJJ-MM-DD.islog
 -m m     : Client stoppen als meer dan deze hoeveelheid MB achterloopt, standaard 128.
 -d m     : Streaming-blobs laten vallen als client meer dan deze hoeveelheid MB achterloopt, standaard 5. 0 om uit te schakelen.
 -p p     : Alternatieve IP-poort, standaard 7624.
 -r r     : Maximale restarts van stuurprogramma bij fout, standaard 10.
 -f path  : Pad naar fifo voor dynamisch opstarten en afsluiten van stuurprogramma's.
 -v       : Sleutelgebeurtenis tonen, geen verkeer.
 -vv      : -v + inhoud van sleutelbericht.
 -vvv     : -vv + volledige xml.
 driver   : Uitvoerbaar bestand of [apparaat]@host[:poort]

Bijvoorbeeld, als u een INDI-server wilt starten met een besturingsprogramma voor een LX200 GPS, die luisterent op poort 8000, geeft u de volgende opdracht:

$ indiserver -p 8000 lx200gps

Veilige bediening van een apparaat op afstand

Stel dat we een INDI-server en INDI-apparaatbesturingsprogramma's op een andere computer willen draaien, genaamd andere_computer, en die met KStars die op de lokale computer draait willen verbinden.

Meldt u vanuit de lokale computer aan op de andere computer, andere_computer, door te typen:

$ ssh -L lokale_poort:andere_computer:andere_poort

Dit verbindt de lokale_poort van de lokale machine met de andere_poort van de andere_computer. Na inloggen start u de server op de andere computer:

$ indiserver -p andere_poort [besturingsprogramma...]

Weer terug op de lokale computer start u KStars, opent u Apparaatbeheer en voegt u een host toe in het tabblad Client. De host moet de local host zijn, (gewoonlijk 127.0.0.1), en het poortnummer moet de lokale_poort zijn die in alle bovenstaande stappen is gebruikt. Rechtsklik op de host en kies Verbinden in het contextmenu. Hierna is KStars op een veilige manier met de andere INDI-server verbonden. De informatie over de host wordt bewaard voor volgende sessies.