Deze module stelt u in staat acties in te stellen die wilt verbinden aan het inpluggen van nieuwe apparaten.
U zult alle mogelijke acties zien die beschikbaar zijn wanneer apparaten worden ingeplugd. Let er wel op dat deze alleen onder bepaalde condities beschikbaar zijn.
Dit vraagt u om een naam voor uw nieuwe actie op te geven, waarna die actie wordt geopend voor bewerking. Als u niet alle vereiste details in die dialoog levert, dan zal uw actie worden verwijderd.
Dit stelt u in staat om de Naam, Pictogram, uit te voeren commando en de condities te tonen waarmee de actie overeen moet komen, te wijzigen.
Dit doet verschillende acties, afhankelijk van of het was geleverd met uw systeem of door u aangemaakt. U kunt alleen wijzigingen verwerpen aan systeembrede acties, als er geen wijzigingen zijn dan kunnen deze acties niet worden verwijderd. Door de gebruiker aangemaakte acties worden volledig verwijderd, inclusief alle wijzigingen.
De knop brengt een dialoog om de nieuwe actienaam in te voeren.
De actienaam zou de actie juist moeten omschrijven. Na het invoeren van een naam en klikken op , wordt de dialoog Actie bewerken getoond om u in staat te stellen om de actie-eigenschappen in te stellen.
Deze dialoog stelt u in staat om de instellingen van de actie die u hebt geselecteerd te wijzigen.
Dit bevat het pictogram, de actienaam, het actiecommando en de verschillende parameters. U kunt het pictogram wijzigen door er op te klikken.
De parameters worden in een boomstructuur getoond, het topitem moet waar zijn om de actie te laten tonen.
- Parametertype
Dit bestuurt wat er in kan zitten of welke vergelijking wordt uitgevoerd om te controleren of het waar is.
- Overeenkomst in eigenschap
Vergelijkt de gespecificeerde eigenschap van het apparaat (met gebruik van Apparaattype en Waardenaam) en gebruik van de evaluator, wordt het vergeleken met de ingevoerde tekst.
- Inhoud samengevoegd
Alle sub-eigenschappen hiervan moeten waar zijn om zelf waar te zijn.
- Inhoud gesplitst
Elke sub-eigenschappen hiervan mag waar zijn om zelf waar te zijn.
- Apparaatinterface komt overeen
Controleert of het Apparaat geclassificeerd kan worden als het geselecteerde Apparaattype.
- Apparaattype
Dit zijn de mogelijke apparaattypes die door Plasma™ op uw systeem worden ondersteund. Zij worden gebruikt in zowel Eigenschappen als Apparaatinterface overeenkomsten.
- Naam van waarde
Dit is een lijst met alle mogelijke eigenschapnamen voor het geselecteerde apparaattype. Het levert ook de selectie van de waarde-evaluator (die ofwel Gelijk of Bevat is) en invoer van tekst toestaat om mee te vergelijken.
Keert de niet opgeslagen wijzigingen, die u in deze parameter hebt gemaakt, om.
Slaat de wijzigingen, die u in de parameter hebt gemaakt, op.