Modes en werksets

Als u tot hier bent gekomen dan is het nu tijd om in de rechterbovenkant van het hoofdvenster van KDevelop te kijken: Zoals u in de afbeelding ziet, zijn er drie modes KDevelop kan in de volgende modus zijn: Code (deze modus beschrijven we in dit hoofdstuk over het bewerken van broncode), Opstarten van debuggen (lees Programma's debuggen) en Huidig project vastleggen (lees Werken met versiebeheersystemen).

elke modus heeft zijn eigen set hulpmiddelen die u rondom het hoofdvenstervenster kunt vinden, en elke modus heeft ook een werkset met de huidige geopende bestanden en documenten. Alle werksets horen bij de huidige sessie, bijv. we hebben de bovengenoemde relaties. Merk op dat de bestanden in de werkset weliswaar uit dezelfde sessie komen, maar dat ze uit verschillende projecten van deze sessie kunnen komen.

Als u KDevelop voor de eerste keer opent dan is de werkset nog leeg — er zijn nog geen bestanden geopend. Maar als u begint met het openen van bestanden on deze te bewerken (of debuggen, of nakijken en vastleggen in de andere modes) dan groeit u werkset. Het feit dat uw werkset niet leeg is ziet u aan een symbool in de tab, zoals hieronder te zien . Merk op dat iedere keer als u KDevelop afsluit en later weer opstart, de werkset wordt opgeslagen en weer geopend, bijv. u krijgt dezelfde verzameling geopende bestanden.

Als uw muis boven het symbool van de werkset zweeft dan krijgt u een tooltip met de in deze werkset geopende bestanden (hier: de bestanden step-32.cc en step-1.cc). Door te klikken op het rode minus-tekentje sluit u de tab voor het desbetreffende bestand. Belangrijker is dat u door te klikken op knop genaamd sluiten de hele werkset sluit(bijv. u sluit alle op dit moment geopende bestanden). Het idee van het sluiten van een werkset is dat niet gewoon alle bestanden sluit, maar dat de werkset wordt opgeslagen en een nieuwe (nog lege) geopend. U ziet dat hier:

Let op de twee symbolen links van de drie mode tabs (het hart en het onherkenbare symbool links daarvan). Alle twee symbolen stellen een opgeslagen werkset voor, naast de op dit moment geopende werkset. Als u met uw muis boven het hart-symbool zweeft dan ziet u zoiets:

Hier ziet u dat de desbetreffende werkset twee bestanden bevat met de namen: Makefile en changes.h. Als u klikt op Laden dan sluit u de huidige werkset en slaat deze op (waarin zoals u hier ziet de bestanden tria.h en tria.cc geopend zijn) en opent in plaatst daarvan de geselecteerde werkset. U kunt ook een werkset permanent verwijderen,waardoor het ook verdwijnt uit de set met opgeslagen werksets.