Opmerking
U moet het Plasma™ bureaublad draaien of een andere geschikte vensterbeheerder om Bluetooth in het systeemvak te tonen.
De Bluetooth module toont standaard een pictogram in het systeemvak. Het pictogram biedt zowel besturing als statusindicatie van de monitoring. Een normaal Bluetooth pictogram geeft aan dat alle apparaten niet verbonden zijn, terwijl het pictogram met de horizontale stippellijn aangeeft dat enige apparaten verbonden zijn met uw computer.
Als u met de muiscursor boven het pictogram in het systeemvak zweeft, wordt een samenvatting van de verbonden apparatenlijst getoond als een tekstballon.
Klik Bluetooth hoofdbesturingspaneel.
op het pictogram in het systeemvak om om te schakelen tussen tonen en verbergen van hetKlik
op het pictogram in het systeemvak om zijn contextmenu met slechts één item te tonen:Start de Plasma™ Bluetooth configuratiemodule.
Het Bluetooth hoofdbesturingspaneel kan gebruikt worden om het subsysteem van Bluetooth van uw computer te besturen.
De bovenste rij van het paneel bevat de schakelaar van Bluetooth om de Bluetooth module in of uit te schakelen, de knop “plus” om Bluetooth apparaten toe te voegen en de knop “configureren” om de Plasma™ Bluetooth configuratiemodule te starten.
Het hoofdruimte van het paneel is gericht op de gepaarde apparaten.
Gebruik of om een apparaat te verbinden of deze te verbreken.
Klik op de knop v rechts van het apparaatitem om zijn eigenschappen uit te klappen.
De knop zal alleen getoond worden als het bijbehorende apparaat verbonden is en gereed om bestanden te ontvangen. Deze functie kan enige extra te installeren software nodig hebben. Indien nodig, volg de instructies en raadpleeg de documentatie van uw distributie.