Functies die in logische scripts voor de GUI kunnen worden gebruikt- Class "Component" (Class: onvertaalbaar, is een woord in de programmeertaal)
Class voor een enkele component of component-eigenschap. De belangrijkste instance (niet goed onvertaalbaar, variabele van deze class) hiervan is de variabele "gui" die al is gedefinieerd als de root-eigenschap van de huidige component. Voor instances van de class "Component" zijn de meeste volgende methods (functies) beschikbaar:
- absoluteId(base_id)
Geeft de absolute ID terug van base_id, of - als base_id is weggelaten - de identificerende naam van de component.
- getValue(id)
Afgeraden. Gebruik in plaats hiervan de functies
getString(), getBoolean(), of getList(). Geeft de waarde terug van de gegeven child-eigenschap. Geeft de waarde terug van deze eigenschap, als ID wordt weggelaten.- getString(id)
Geeft de waarde terug als een string van de gegeven child-eigenschap. Geeft de waarde terug van deze eigenschap, als ID wordt weggelaten.
- getBoolean(id)
Geeft de waarde terug als een boolean van de gegeven child-eigenschap (indien mogelijk). Geeft de waarde terug van deze eigenschap, als ID wordt weggelaten.
- getList(id)
Geeft de waarde terug (indien mogelijk) als een array van strings van de gegeven child-eigenschap. Geeft de waarde terug van deze eigenschap, als ID wordt weggelaten.
- setValue(id, waarde)
Stelt de waarde van de gegeven child-eigenschap in op waarde.
- getChild(id)
Geeft een instance (variabele) terug van de child-eigenschap met de gegeven id (naam).
- addChangeCommand(id, opdracht)
Doe de opdracht, steeds wanneer de child-eigenschap gegeven door id wordt gewijzigd.
- Class "RObject"
Class voor een enkel R object. Een instance (variabele) van deze class kunt u krijgen met makeRObject(objectnaam). De volgende methods (functies) in een class) zijn beschikbaar voor instances van de class "RObject":
Waarschuwing
Als er in de backend nog opdrachten wachten, kan de door deze methods geleverde informatie verouderd zijn tegen de tijd dat de plugin-code wordt gestart. Vertrouw er niet op bij kritieke bewerkingen (kans op verlies van gegevens).
- getName()
Geeft de absolute naam terug van het object.
- exists()
Geeft terug of het object bestaat. In het algemeen moet u dit controleren voordat u een van de onderstaande methoden gebruikt.
- dimensions()
Geeft een array van dimensies terug (net zoals dim() in R).
- classes()
Geeft een array van classes terug (net zoals class() in R).
- isClass(class)
Geeft true terug, als het object een class class-object is.
- isDataFrame()
Geeft true terug als het object een data.frame is.
- isMatrix()
Geeft true terug als het object een matrix is.
- isList()
Geeft true terug als het object een list is.
- isFunction()
Geeft true terug als het object een functie is.
- isEnvironment()
Geeft true terug als het object een environment (omgeving) is.
- isDataNumeric()
Geeft true terug als het object een vector is met numerieke gegevens (getallen).
- isDataFactor()
Geeft true terug als het object een vector is met factorgegevens.
- isDataCharacter()
Geeft true terug als het object een vector is met karaktergegevens.
- isDataLogical()
Geeft true terug als het object een vector is met logische gegevens.
- parent()
Geeft een instance (variabele) terug van "RObject" die de parent is van dit object.
- child(childnaam)
Geeft een instance terug van "RObject" die de child childnaam is van dit object.
- Class "RObjectArray"
Een array van instances (variabelen) van RObject. Een instance van deze class kunt u verkrijgen met makeRObjectArray(objectnamen). Dit is in het bijzonder bruikbaar bij varslots die het mogelijk maken meerdere objecten te selecteren.
- include()-functie
include(bestandsnaam) kan worden gebruikt voor het opnemen van een afzonderlijk JS-bestand.
- doRCommand()-functie
doRCommand(opdracht, callback) kan worden gebruikt om aan R-informatie op te vragen. Lees de sectie informatie van R opvragen vanuit een plugin voor details, en waarschuwingen.