Patroonbibliotheken

U kunt de patroonbibliotheek beheerder gebruiken voor het opslaan van stukken patroon die u later aan het patroon waaraan u werkt kunt toevoegen. U kunt ze indelen in categorieën en subcategorieën in de bibliotheek. Het Alphabet gereedschap maakt gebruik van deze bibliotheken voor het geven van een alphabet met karakters die u met de bijbehorende letter kunt invoegen.

De bibliotheekbeheer heeft niet de focus en daarom hoeft u het niet te sluiten als u aan het patroon in het hoofdvenster werkt. U kunt indien gewenst verschillende bibliotheken selecteren en vervolgens patronen hieruit naar het werkvlak verslepen.

U kunt een nieuwe subcategorie toevoegen door met de rechtermuisknop op een bestaand categorie te klikken, of een nieuwe categorie door op een lege regel in de lijst te klikken, en vervolgens de keuze Nieuwe categorie te selecteren. Voer voor de categorie een naam in en klik op OK.

U creëert een nieuw bibliotheekpatroon door een een gebied in het patroon waaraan u werkt te selecteren, deze te kopiëren en daarna in een van de bestaande categorieën te plakken.

Elk bibliotheekpatroon heeft eigenschappen waar u via een contextmenu toegang toe heeft. Deze eigenschappen zijn het formaat, garen-schema, basislijn waarde en geassocieerd teken. Het alfabet gereedschap gebruikt de basislijn voor het aanpassen van de hoogte van een karakter boven (negatieve waarde) of onder het insertion punt. Het geassocieerd teken wordt door het alfabet gereedschap gebruikt voor een match met de op het toetsenbord ingedrukte toets.