KDebugDialog is een dialoogvenster voor het beheren van diagnostische berichten tijdens het uitvoeren van een programma. Het heeft een eenvoudige en volledige modus.
Om in staat te zijn wijzigingen te maken moet Alle debuguitvoer uitschakelen zijn gedeactiveerd.
Opmerking
Alleen voor toepassingen die de Frameworks™-bibliotheek kdelibs4support gebruiken.
kDebug() is achtergesteld in KDE-frameworks; 5, ten gunste van ingebouwde logging met categorieën van Qt™, zieQLoggingCategory. Gebruik het programma KDebugSettings om qCDebug in/uit te schakelen.
- Eenvoudige modus
Als u gewoon kdebugdialog5 opstart, krijgt u een lijst van “gebieden” te zien die in- of uitgeschakeld kunnen worden. Een
kDebug(gebied)
-aanroep in de broncode zal alleen iets in de debuguitvoer tonen als het gebied ingeschakeld is.Opmerking
Let er op dat kWarning, kError en kFatal altijd verschijnen, ze worden niet beheerd door deze instelling.
Voer een overeenkomende tekstreeks in in het Zoeken-veld aan de bovenkant van de lijst, dit stelt u in staat om de gebieden te filteren die getoond worden in de lijstweergave. Gebruik de knoppen onder de lijst om alle items te selecteren of te deselecteren in de weergave (de andere gebieden worden niet beïnvloed) of wijzig de debuguitvoer voor een enkel item met het keuzevakje ervoor.
- Volledig modus
Als u kdebugdialog5
--fullmode
start, kunt u apart voor elk debugniveau instellen wat er gedaan moet worden met de diagnostische berichten van dat niveau en dit voor elk debuggebied.In deze volledige modus selecteert u allereerst het gewenste debuggebied uit de lijst links van de dialoog door het zoekvak bovenaan de lijst te gebruiken.
U kunt per gebied en per debugniveau aangeven wat er met de debugberichten moet gebeuren.
Informatie
Waarschuwing
Fout
Fatale fout
Voor elk debugniveau kunt u het volgende instellen:
- Uitvoer naar:
In dit combovakje kunt u kiezen waar de berichten naar uitgevoerd moeten worden. De keuzes zijn: “Bestand”, “Berichtveld”, “Shell” (in feite: stderr) en “syslog”. Stuur geen fatale berichten naar de syslog tenzij u zelf de systeemadministrator bent. De standaard is “Shell”.
- Bestandsnaam:
Dit is alleen nuttig als u “Bestand” als uitvoermethode gekozen hebt en als u de naam van het bestand aangeeft (wat relatief aan de huidige map gezien wordt). De standaard is kdebug.dbg.
Daarnaast kunt u ook het keuzevakje Afbreken bij fatale fouten inschakelen. In dat geval breekt het programma af als een diagnostisch bericht met het niveau
KDEBUG_FATAL
ontstaat. Het programma breekt af met een SIGABRT nadat het bericht afgedrukt is.
Als u dit dialoogvenster met sluit, worden uw instellingen onmiddellijk toegepast en opgeslagen in $
(standaard XDG_CONFIG_HOME
/kdebugrc~/.config/kdebugrc
). Wanneer u op klikt, zullen uw instellingen niet opgeslagen worden.
Met dank aan Kalle Dalheimer voor de originele versie van KDebugDialog
Op- of aanmerkingen over de vertalingen van de toepassing en haar documentatie kunt u melden op http://www.kde.nl/bugs.
Dit document is vertaald in het Nederlands door Freek de Kruijf.
Deze documentatie valt onder de bepalingen van de GNU vrije-documentatie-licentie.