Hoofdstuk 2. Het Remote Frame Buffer-protocol

Dit hoofdstuk biedt een beknopte beschrijving van het Remote Frame Buffer-protocol dat wordt gebruikt door Remote Desktop Connection en door andere compatibele systemen. Als u al bekend bent met 'Remote Frame Buffer', dan kunt u dit hoofdstuk veilig overslaan.

De hoog niveau implementatie van een systeem die gebruik maakt van het Remote Frame Buffer-protocol is bekend als Virtual Network Computer of vaker gewoon als VNC.

Remote Frame Buffer (of afgekort RFB) is een eenvoudig protocol voor toegang op afstand tot grafische gebruikersinterfaces. Het werkt op het niveau van frame-buffers, die ruwweg overeenkomen met de opgebouwde schermafbeelding, wat betekent dat het kan worden toegepast op alle venstersystemen (inclusief X11, Mac® OS en Microsoft® Windows®). Toepassingen voor frame-buffers op afstand bestaan er voor vele platforms en kunnen vaak opnieuw vrij worden gedistribueerd.

In het Remote-Frame-Buffer-protocol, wordt de toepassing die draait op de machine waar de gebruiker zit (met het scherm, toetsenbord en muis) de client genoemd. De toepassing die draait op de machine waar de framebuffer zich bevindt (die draait op het systeem met vensters en toepassingen die de gebruiker op afstand bestuurt) wordt de server genoemd. Remote Desktop Connection is de KDE-client voor het Remote-Frame-Buffer-protocol. Desktop Sharing is de KDE-server voor het Remote-Frame-Buffer-protocol.

Het kost een behoorlijke hoeveelheid netwerkverkeer om een afbeelding van de framebuffer te verzenden, zodat Remote-Frame-Buffer het beste werkt over hoge bandbreedte verbindingen, zoals een 'local area network'. Het is nog steeds mogelijk om Remote Desktop Connection te gebruiken over andere verbindingen, het is echter onwaarschijnlijk dat de prestaties even goed zijn.