- → (Ctrl+O)
Opent een sandbox in het hoofdvenster. Zie de paragraaf met de naam “Het hoofdvenster, status van bestanden bekijken en bijwerken”.
- →
Opent een lijst met sandboxes die recent zijn gebruikt
- →
Opent de ChangeLog-editor, zodanig voorbereid dat u een nieuwe ingang kunt toevoegen met de huidige datum. Zie de paragraaf met de naam “Bestanden vastleggen (commit)”.
- → (Ctrl+U)
Start het commando 'cvs update' op de geselecteerde bestanden en verandert eventueel de status en revisienummers. Zie de paragraaf met de naam “Het hoofdvenster, status van bestanden bekijken en bijwerken”.
- → (F5)
Start het commando 'cvs -n update' op de geselecteerde bestanden en verandert eventueel de status en revisienummers. Zie de paragraaf met de naam “Het hoofdvenster, status van bestanden bekijken en bijwerken”.
- →
Opent het geselecteerde bestand in de standaard editor van KDE voor het type van het geselecteerde bestand.
- →
Opent een dialoog voor het geselecteerde bestand om u de mogelijkheid te geven samenvoeg-conflicten op te lossen. Zie de paragraaf met de naam “Conflicten oplossen”.
- → (#)
Stelt u in staat om de geselecteerde bestanden vast te leggen. Zie de paragraaf met de naam “Bestanden vastleggen (commit)”.
- → (Ins)
Stelt u in staat de geselecteerde bestanden aan de repository toevoegen. Zie de paragraaf met de naam “Bestanden toevoegen”.
- →
Stelt u in staat de geselecteerde bestanden aan de repository toevoegen als binaire bestanden (cvs add
-kb
). Zie de paragraaf met de naam “Bestanden toevoegen”.- → (Del)
Stelt u in staat de geselecteerde bestanden uit de repository te verwijderen. Zie de paragraaf met de naam “Bestanden verwijderen”.
- →
Negeert de lokale veranderingen die u hebt gemaakt op de geselecteerde bestanden en maakt deze ongedaan door terug te keren naar de versie die in de repository is te vinden.(Optie
-C
bij cvs update).- → (Ctrl+Q)
Sluit Cervisia
- → (Escape)
Stopt ieder proces dat op dit moment actief is.
- → (Ctrl+L)
Toont de log-browser van de geselecteerde versies van het bestand. Zie de paragraaf met de naam “CVS logs doorbladeren”.
- → (Ctrl+A)
Laat een annotatie-weergave zien van het geselecteerde bestand, bijv. een weergave waarbij u voor iedere regel kunt zien wie als laatste de regel heeft aangepast. Zie de paragraaf met de naam “De annotatie-weergave van een bestand bekijken”.
- → (Ctrl+D)
Laat de verschillen zien tussen het geselecteerde bestand in de sandbox en de versie die u als laatste hebt bijgewerkt (BASE). Zie de paragraaf met de naam “Verschillen bekijken tussen revisies”.
- → (Ctrl+H)
Laat de verschillen zien tussen het geselecteerde bestand in de sandbox en de versie die u als laatste hebt bijgewerkt (HEAD). Zie de paragraaf met de naam “Verschillen bekijken tussen revisies”.
- →
Laat de verschillen zien tussen de revisie van het geselecteerde bestand die u het laatst hebt bijgewerkt (BASE) en de revisie daarvoor. Zie de paragraaf met de naam “Verschillen bekijken tussen revisies”.
- →
Laat de CVS-geschiedenis zien zoals deze gemeld wordt door de server. Zie de paragraaf met de naam “Door de geschiedenis bladeren”.
- →
Bepaalt of alleen mappen worden getoond in het hoofdvenster met boomstructuurweergave. Zie de paragraaf met de naam “Het hoofdvenster, status van bestanden bekijken en bijwerken”.
- →
Bepaalt of onbekende en bijgewerkte bestanden worden verborgen in het hoofdvenster met boomstructuurweergave. Zie de paragraaf met de naam “Het hoofdvenster, status van bestanden bekijken en bijwerken”.
- →
Bepaalt of verwijderde bestanden worden verborgen in het hoofdvenster met boomstructuurweergave. Zie de paragraaf met de naam “Het hoofdvenster, status van bestanden bekijken en bijwerken”.
- →
Bepaalt of bestanden, die niet in CVS zitten, worden verborgen in het hoofdvenster met de boomstructuurweergave. Zie de paragraaf met de naam “Het hoofdvenster, status van bestanden bekijken en bijwerken”.
- →
Bepaalt of mappen zonder zichtbare ingangen verborgen worden in het hoofdvenster met de boomstructuur. Zie de paragraaf met de naam “Het hoofdvenster, status van bestanden bekijken en bijwerken”.
- →
Opent alle branches in de boomstructuur zodat alle bestanden en mappen zichtbaar worden. Zie de paragraaf met de naam “Het hoofdvenster, status van bestanden bekijken en bijwerken”.
- →
Sluit alle branches in de boomstructuur. Zie de paragraaf met de naam “Het hoofdvenster, status van bestanden bekijken en bijwerken”.
- →
Stelt de tags of branches van de geselecteerde bestanden in. Zie de paragraaf met de naam “Taggen en branching”.
- →
Verwijdert een gegeven tag van de geselecteerde bestanden. Zie de paragraaf met de naam “Taggen en branching”.
- →
Werkt de geselecteerde bestanden bij naar een bepaalde tag of datum en maakt deze sticky. Zie de paragraaf met de naam “Bijwerken tot tag, branch of datum”.
- →
Brengt de geselecteerde bestanden naar de revisie HEAD. Zie de paragraaf met de naam “Bijwerken tot tag, branch of datum”.
- →
Voegt een bepaalde branche of wijzigingen tussen twee tags samen in de geselecteerde bestanden. Zie de paragraaf met de naam “Taggen en branching”.
- →
Voegt een watch toe voor een serie gebeurtenissen op de geselecteerde bestanden. Zie de paragraaf met de naam “Watches gebruiken”.
- →
Verwijdert een watch voor een serie gebeurtenissen op de geselecteerde bestanden. Zie de paragraaf met de naam “Watches gebruiken”.
- →
Lijst van watchers tonen van de geselecteerde bestanden. Zie de paragraaf met de naam “Watches gebruiken”.
- →
Start het commando cvs edit voor de geselecteerde bestanden. Zie de paragraaf met de naam “Watches gebruiken”.
- →
Start het commando cvs unedit voor de geselecteerde bestanden. Zie de paragraaf met de naam “Watches gebruiken”.
- →
Start het commando cvs editors voor de geselecteerde bestanden. Zie de paragraaf met de naam “Watches gebruiken”.
- →
Vergrendelt de geselecteerde bestanden. Zie de paragraaf met de naam “vergrendelen”.
- →
Ontgrendelt de geselecteerde bestanden. Zie de paragraaf met de naam “vergrendelen”.
- →
Maakt een patch van de wijzigingen in uw sandbox. Zie de paragraaf met de naam “Patches aanmaken”.
- →
Opent een dialoog die u toestaat om een nieuwe lokale repository aan te maken. Zie de paragraaf met de naam “Toegang tot de repository”.
- →
Opent een dialoogvenster die u toestaat om een module van de repository uit te checken. Zie de paragraaf met de naam “Een module uitchecken van de repository”.
- →
Opent een dialoog die u toestaat om een pakket te importeren in de repository. Zie de paragraaf met de naam “Importeren van een module in de repository”.
- →
Configureert een lijst van repositories die u vaak gebruikt en hoe u ze kunt benaderen. Zie de paragraaf met de naam “Toegang tot de repository”.
Naast de standaard KDE-menu's en zoals beschreven in het hoofdstuk Menu van de documentatie in KDE Fundamentals heeft Cervisia specifieke menu-items van het programma:
- →
Bepaalt of updates mappen aanmaken in de sandbox die er niet eerder waren (Parameter
-d
bij een cvs update).- →
Bepaalt of updates lege mappen verwijderen in de sandbox. (Parameter
-P
bij cvs update).- →
Bepaalt of bijwerken recursief uitgevoerd dient te worden (Parameter
-r
bij cvs update).- →
Bepaalt of vastleggingen (commits) en verwijderingen recursief zijn (Parameter
-r
bij cvs add en cvs remove).- →
Bepaalt of het commando cvs edit automatisch wordt uitgevoerd wanneer u een bestand bewerkt.
- →
Opent de CVS-informatiepagina's in het KHelpCenter.