Gekruiste draden als aanwijzer

Als de muisaanwijzer binnen het plotgebied is, verandert de cursor in twee gekruiste draden. De huidige coördinaten kunnen dan worden afgelezen op de assen , en ook in de statusbalk onderaan het hoofdvenster.

U kunt de waarde van de functie nauwkeuriger volgen (traceren) door op of net naast de grafiek ervan te klikken. De naam van de geselecteerde functie ziet u in de statusbalk in de rechter kolom. De kruisdraad wordt aan de grafiek gekoppeld en krijgt dezelfde kleur als van die grafiek. Als de kleur van de grafiek gelijk is aan de kleur van de achtergrond krijgt de kruisdraad de complementaire (tegengestelde) kleur. Door de muis te verplaatsen of door op de linker- en rechter pijltjestoetsen te drukken volgt de kruisdraad de grafiek en kunt u de huidige waarden voor x en y aflezen. Als de kruisdraad dicht bij de x-as komt kunt u de dichtstbijzijnde wortel (oplossing, waarde van x waarvoor y(x)=0) in de statusbalk aflezen. U kunt van (de grafiek van) de ene naar de andere functie gaan met behulp van de op- en neertoetsen. U komt uit deze volg- (traceer)modus door ergens in het scherm te klikken of op een willekeurige toets te drukken die niet wordt gebruikt voor het navigeren.

Voor meer gevorderd traceren kunt u de dialoog voor het instellen van KmPlotopenen en in het tabblad Algemeen, Raaklijn en normaal tekenen bij traceren selecteren. Met deze optie worden de raaklijn, normaal en ingeschreven cirkel getekend van de getraceerde plot.