Geavanceerd tabblad

Werkpad:

Specificeer het werkpad voor de toepassing. Dit zal het huidige pad worden wanneer de toepassing gestart wordt. Dit hoeft dus niet dezelfde map te zijn als waarin het uitvoerbare bestand staat.

In terminal uitvoeren

Activeer dit als de toepassing een terminal emulator vereist om uitgevoerd te kunnen worden. Dit is hoofdzakelijk van toepassing op console programma's.

Terminalopties:

Geef hier de parameters op die u aan de terminal wilt meegeven.

Als een andere gebruiker uitvoeren

Als u de toepassing als een andere gebruiker wilt uitvoeren (dus niet onder uw eigen gebruikersnaam), geeft u de gewenste naam op in het veld Gebruikersnaam:.

Huidige sneltoets:

U kunt een sneltoets toewijzen waarmee de toepassing gestart kan worden.

Klik op de knop Geen rechts van het keuzevakje Huidige sneltoets:.

De knoptekst zal wijzigen naar Invoer... en u kunt de toetsencombinatie op uw toetsenbord indrukken die u wilt toekennen aan uw programma.

U kunt de sneltoets terugzetten naar Geen door deze knop te gebruiken: .

Vergeet niet uw instellingen op te slaan door te klikken op het werkbalk pictogram Opslaan of door het menuitem BestandOpslaan.